vrijdag 27 februari 2015

Van geel, via gitzwart, naar stralend wit?

Hoe lang moet je iets blijven proberen, voordat je kunt zeggen dat de test gefaald heeft?

Al jaren ben ik gezegend met behoorlijk gele tandjes. En daar ben ik niet blij mee.
Begrijp me goed, ik ben best tevreden met mijn gebit. Ik ben *mompelmompel*.... In de 30, heb slechts twee vullingen. Een recht gebit en nooit een beugel gehad. De meeste mensen  geloven dit pas wanneer ik mijn gebit laat zien, naast iemand die wel beugel rechte tanden heeft. Maar mijn glimlach is ook geel.

Jaren heb ik de schuld gegeven aan sigaretten en koffie. Ik was een straffe roker en heb jaren gelopen op twee potten koffie per dag. En die koffie was sterk. Espresso was voor mij gewone koffie. Een slap aftreksel van het zwarte goud.
Daar krijgt je glazuur een mooi kleurtje van. Meerdere variaties van de kleuren geel en bruin.

De koffie is drastisch vermindert. Nu hooguit drie kopjes (gewone!) koffie per dag. En de sigaretten worden door mij nu dik twee (bijna drie!) jaar niet meer gekocht.
Nog steeds gele tandjes, wat ik ook doe.

Tegenwoordig kun je facings laten aanbrengen, maar dat zie ik niet zo zitten. Ik wil zo min mogelijk nep. En geen gekloot aan mijn lijf. (Maar ik heb wel een tattoo en een piercing)

Er is ook een keur aan tandpasta's te koop die beweren je tanden witter te maken. En daarvan ligt de drempel een stukje lager. Dus op een goede dag heb ik eens wat meer uitgegeven aan een tandpasta dan het normale bedrag en er eentje gekocht.

De tube beweerde dat er 79 personen waren die direct wittere tanden hadden.
Mij geeft dat niet direct een gevoel van vertrouwen. want hoeveel mensen hebben het getest? Waren dat er ook 79? Of 300.100? Nee. Mij vult zo'n tekstje, geprint in mini lettertjes, niet met vertrouwen.
Maar ach. Die tube ligt nu in mijn hand. Terugbrengen kan niet meer. Testen met die hap.

Het eerste wat me opvalt: Een raar grijzig wurmpje ontstaat op mijn borstel. Met een klein paars/zwart dotje. En glittertjes. Niet wat ik gewend ben. Maar dit houd mij nog niet tegen.
Ik steek die borstel in mijn mond en begin enthousiast te schrobben.
Een wolk van schuim ontstaat in mijn mond. Vroeg of laat zal ik toch echt uit moeten spugen.
Blauw!!! Het schuim, dat rijkelijk ontstaat en zich een weg langs mijn mondhoek naar beneden baant, is blauw. Ik vermoord een heel smurfendorp hier in mijn mond man!
Ik kijk tussen het schuim door naar mijn tandjes. In het kunstlicht van mijn badkamer lijken ze zo witter ja. Maar dat wit bij blauw optisch witter lijkt, is algemeen bekend. (Toch?)
Ik schrob door, in mezelf pret belevend over de manier waarop al die arme smurfjes in mijn  tube tandpasta zijn geëindigd. Ik heb een nogal levendige fantasie en kan mezelf uren vermaken met het verzinnen van allerlei manieren, waarom dit tot stand zou kunnen komen.

Deze actie is twee weken geleden begonnen.
Oke, ik drink nog steeds wel koffie. Maar ik  schrob enthousiast. Zelfs langer dan ik eerst deed.

Conclusie? Ik ben overduidelijk niet eentje van die 79 personen die wittere tanden kregen. Bij mij zijn die maalsteentjes nog steeds vrolijk geel.

Online heb ik een trucje gezien. Van koolstof op een aparte tandenborstel. Koolstof schijnt kleurstof op te nemen.

De tube smurfen zal ik op maken. Anders zijn die arme beestjes voor niets mijn tube in gewandeld. Ook zo zielig. Maar ondertussen poetsen we maar eens met zwart.

Op naar de tweede poging twee. Hopelijk van gitzwart, naar  stralend wit.

donderdag 26 februari 2015

Sociaal gehandicapt

Soms probeer ik wel eens boven mezelf te staan.

Alsof ik uit mezelf reis en mezelf bekijk vanaf een afstandje. Observeren. Kijken. Hopend dat de raderen niet gelijk gaan draaien en negatieve punten bekijken.

Daar ben ik vrouw voor. Mezelf afzeiken, daar ben ik goed in. Waarschijnlijk beter dan welke negatieve tong ook. Wie ook iets slechts over mij wil zeggen... De tip is te zwijgen. Jij kunt proberen mij af te kraken, maar dar ben ik zelf zeker weten beter in. Jaren lange kritiek van mijn omgeving heeft gegarandeerd dat ik nog steeds beter weet wat er niet goed is en wat ik fout doe. 
Positieve punten opnoemen. Dat is een kunst waar ik graag wat lessen in had gehad.

Ik ben 20 kilo te zwaar (minstens). Rimpels sijpelen aan alle kanten. En mijn haar is net als mijn karakter. Eigenwijs, weerbarstig en niet te temmen. Online zie ik de mooiste creaties. En het ziet er zo simpel uit om te doen. Dit zal het ook zijn. Maar niet met mijn haar. Het laat zich 30 minuten in model dwingen. Maar haartje voor haartje, lok voor lok, sluipt het weer terug in zijn eigen eigenwijze coupe.

Dieet na dieet is gevolgd. Van meerdere keren op een dag eten, naar mezelf uithongeren. Calorietjes tellen, lekkere dingen laten staan.
Het gaat een tijdje goed. De kilo's gaan weg. En komen maanden later terug. Meestal met rente.Waarover ik dan weer hoor dat ik op moet passen. Ieder pondje komt door het mondje. Ik moet eens minder snoepen.

Nee. Tevreden over mezelf ben ik niet. En hoe vaak ik mezelf ook geprobeerd heb te her-modelleren, ik kom iedere keer weer terug op hetzelfde basis model waar ik niet tevreden mee ben.

En hoe ik ook probeer... Ik heb niet echt het idee dat ik sociaal ben. Vroeg of laat, men ziet mij liever komen dan gaan.
Ook dit is mij verteld van kindsbeen af. Mensen vinden mij niet aardig. Mensen tolereren mij enkel. Zodra ik vertrek, gaat er een zucht van verlichting door het gebouw. Men is blij van mij af te zijn.

Die onzekerheid die ik opgebouwd heb, neem ik nog steeds mee. Of het waar is wat men zei... geen idee.
Ik weet dat men mij even moet leren kennen. Dat is wel gezegd. Ik ben een persoon aan wie je moet wennen.
Een compliment vind ik het niet. Maar gelukkig is het ook geen afwijzing.

Jammer. Ik onthoud heel goed wanneer mensen niet reageren op een sms of app. Ik onthoud precies wie niet meer belt. En ik zie dat per definitie als een persoonlijke afwijzing. Omdat ik simpelweg niet weet hoe ik het anders zou moeten zien.

Vroeger wezen kinderen mij af op mijn handicap. Je wilt niet weten wat ik allemaal naar mijn hoofd geslingerd heb gekregen. Ik tik het niet op. Dat zou ervoor zorgen dat ik een discussie krijg met de nieuwe regels die binnenkort hier doorgedrukt worden.

Maar ik kom tot de conclusie dat mijn handicap niet in mijn lijf zit. Het zit in mijn hoofd. En hoe hard ik er tegen vecht, ik verlies bijna dagelijks.
Elke dag weer vecht ik. Om lief te zijn voor mezelf. Om niet te kijken naar het negatieve. Om te zien dat er mensen zijn die me niet hebben laten vallen.
En bijna elke dag snijdt er door me heen: Maar die en die appen niet terug. En die heeft nooit meer gebeld. En die zegt niets meer tegen je, als je langs komt. Tenzij het echt niet anders kan.

Ik doe alles. Als men mij maar lief vindt. Ik ren me rot om te helpen. Ik duik de keuken in om lekkere dingen te maken. Ren rond met drankjes. Als men maar zegt dat ik het goed doe. Dat men mij mist als ik er niet ben.

En ik verlies. Ik verlies van het groene monster van onzekerheid, dat zich diep in mijn wezen geworteld heeft. Hoe hard ik er ook tegen vecht.

Dus elke dag trek ik mijn harnas maar weer aan. Mijn harnas van gespeelde laconieke vrolijkheid. Gespeelde onbezorgdheid. De glimlach, die niet van mijn lippen is te poetsen.

Het werkt. Overal waar ik kom, wordt gezegd dat ik altijd lach. Dus de onzekerheid weet ik te verbergen.
En net als mijn fysieke hancicap, verbloem ik met mijn lach zo goed mogelijk mijn sociale handicap.

maandag 23 februari 2015

Je (aankomende) geliefde is iemand's kind.

Van de week hoorde ik een gesprek in de trein. Drie jochies van een jaar of 17.
Ze waren aan het praten over een paar meisjes die ze kenden. En wat ze daar wel even mee zouden doen. Daarna zouden ze die dan weer dumpen.

Ik werd er verdrietig van. "Stel nou dat er zo'n blaag ooit zo over jou dochter praat. Vind je het dan ook zo stoer? Of wanneer iemand zo over jou zus praat. Schud je die knul dan ook de hand? Vind je het dan ook zo cool?" dacht ik.
Ik was even blij dat ik geen kinderen heb. Als ik een knul zo over mijn kind zou horen praten, schopte ik hem op de punt van mijn stiletto het dorp uit.



Aan hen die aan het daten zijn. Aan hen die een relatie hebben. Aan hen die het graag zouden willen. Aan hen die er lekker op los leven.
Stel: je hebt over twintig jaar een zoon of dochter. Daar wil je dan het beste voor, neem ik aan.
Je kind komt thuis met een nieuwe spouse. En die nieuwe geliefde van jouw kind, behandeld jouw kind zoals jij nu met (nieuwe) geliefden omgaat. Zoals jij met emoties en gevoelens omgaat, doet die nieuwe liefde dat ook. En dat met jou mooie pareltje.

Zou je dan blij zijn voor je kind? Zou je de vlag uit hangen? Of sla je die nieuwe liefde het liefste gister het ziekenhuis in?

Iedereen maakt fouten. Iedereen doet wel eens (erg veel) verdriet aan. Maar denk hier aan, wanneer je met of over iemand praat. Wees de ideale geliefde. Wees de ultieme schoondochter/zoon.

Je (aankomende) geliefde is iemand's kind.

vrijdag 6 februari 2015

Metroseksueel? Lieve hemel, nee.

“Je hebt brede heupen en een dikke kont. Vet op je buik en een volle boezem. Jij kunt dus goede en gelukkige babies baren.”
Mijn gefluisterde schaamte over hoe mijn privaatste deel er uitziet werd weg gewaaid. ‘Dat is zo bij de meeste vrouwen. En bij alle echte vrouwen. Trouwens... Dat zorgt ervoor dat een kind er makkelijk door kan. Minder kans op uitscheuren. Oftewel je geneest sneller en kunt dus sneller weer zwanger raken. Ook kun je meer aan en is de kans   dat er iets mis gaat met je babies iets mis gaat kleiner. Je bent de ideale moeder.”

Ja, je leest het goed. Dit heb ik serieus te horen gekregen. En dat was echt als compliment bedoelt.

Ondertussen kijk ik in de spiegel. En ik ben geen blije kampeerster.
Niet dat ik niet blij ben met mijn heupen. En met die dikke reet heb ik in mijn twintigste levensjaar mee leren leven. Door omstandigheden was die namelijk een tijdje weg. And believe you me. Mijn lijf, daar hoort een reet bij. Mystic M zonder reet is als een hamburger zonder mayonaise en ketchup. (Maak ik nu echt een vergelijking tussen een hamburger en mijn reet? Serieus?)
Dessalniettemin, ik zat en zit nog steeds ruim in de rondingen. Helaas gaan die rondingen de laatste jaren een beetje dicht. En jammer vind ik dat wel.
Ik was jong, dat ik er achter kwam dat ik niet de knapste van de klas ben. Van mijn koppie moet ik het niet hebben. Zowel de buitenkant als de binnenkant. Begrijp me goed. Ik ben niet lelijk. En ook niet dom. Maar ik ben ook bij langena de mooiste niet van de klas. En ook niet de  slimste. Ik blink uit in ‘gemiddeld’.  En dat valt niet op

“En het is best jammer dat mensen niet door de eerste indruk heen prikken en je leren kennen. Want je bent een lief persoon en staat altijd voor iedereen klaar. Jij bent lief.’

Hmm hmm. Maar lief, daar koop ik niet veel voor.

Ik ben goed in het bakken van cake en boterkoek. En ik ben ook weer goed op weg met mijn taarten. Ik maak twee geweldige varianten van macaroni. En al zeg ik het zelf, een killer lasagne.
Trouwen is iets wat niet hoog op  mijn verlanglijst staat. Ik wil ‘mijn eigen ding’ doen en als je over kinderen begint trek ik wit weg. Ik kijk verschrikt om me heen en krijg soms serieus hartkloppingen.
Mij hoef je niet uit te leggen hoe mijn telefoon werkt. Al houd ik je niet tegen. Ik vind het wel schattig, een man die hard zijn best doet om mij uit te leggen hoe telefoontechniek werkt. Zeker als hij dat probeert in ‘Jip en Janneke taal’.
Ik weet wat je moet doen als je telefoon weigert. (Buiten opladen.. Wat doet je simkaart in een andere foon? Werkt je sim wel in een andere foon en een andere sim in jou foon niet? Foon is dood. Doet je sim het in een andere foon niet en een andere sim in jou foon het wel? Sim naar de klote. Dat heet een crosscheck.) Ik snap dat, als de stroom uitvalt, je eerst eens naar de stoppenkast moet lopen om te kijken of alle stopjes er nog wel in zitten. En als hij eruit is, terug schakelen. Schiet ie weer terug naar uit? Dan alle stekkers uit het stopcontact. En dan stuk voor stuk weer aan doen en heen en weer blijven lopen om te kijken of met dat nieuwe apparaat erbij de stop er niet weer uit vliegt. Je komt er zo vanzelf achter wat er nu aan de hand is.
Ik houd van dingen die snel gaan. Dus ik kruip graag achterop de motor om samen met een snelheid van 220 te blazen over de Duitse Autobahn.

Ik heb mijn eigen beeld. Denk graag na en word graag uitgedaagd. Ik maak graag gedoseerd kennis met nieuwe dingen. Veranderingen zijn spannend al moet het wel gemeld worden en niet te veel in één keer..
Ik wil graag werken, parttime. Maar ik sta met liefde het huishouden voor hem te doen en zijn overhemden te strijken. En als puntje bij paaltje komt, dan ben ik echt wel volgzaam. Ik wil gehoord worden. En ik wil dat hij wat ik zeg echt overdenkt. Maar als hij iets anders besluit, krijgt hij echt zijn zin wel. Ik schik me in die wil.
Persoonlijk probeer ik al van jongs af aan mezelf op te werken op kook-gebied en euhm…. Hoe zeg je dat netjes… Het amoureuse gebied? Mwa. Je weet wat ik bedoel. Ik ben een slet en een sloerie. En daar ben ik nog trots op ook. Maar ik ben enkel een slet en sloerie voor mijn man.

Mmmzzz.
Ik dacht altijd, dat ik toch best wel een ideale vrouw was.
Maar blijkbaar zijn mannen niet meer zo. Vroeger waren er nog heren die wisten dat kookkunsten beter getest en gewaardeerd konden worden dan een mooi snoetje. Want we worden allemaal lelijk. En seks. Tja.. Vroeg of laat schijnt dat ook minder te worden. Maar kookkunsten… Die worden steeds beter, als het goed is.

Maar blijkbaar werkt het niet meer zo. Blijkbaar moeten vrouwen vandaag de dag alles zelf willen en halve mannen worden.
En mannen moeten halve vrouwen worden en metroseksueel gaan doen.

O mijn hemel mensen!!! Sinds wanneer laten mannen zich vrijwillig castreren? Wanneer moeten hun ballen indalen? Of hadden ze dan toch een baarmoeder moeten creëren.

En dames.. Serieus. Alles zelf kunnen en weten hoe je e en auto moet repareren? Laat je okselhaar staan en creëer een baard, als je toch bezig ben.

woensdag 4 februari 2015

Schrobben op zijn Mystic M.'s

Ik zou even wat doen. Vanaf twee uur was de dag voor mij.
Mijn bed moest afgehaald worden. Dus dat heb ik gedaan. En gelijk maar in de machine gegooid.
Vervolgens kwam ik tot de conclusie dat de bak van Samuel verschoond diende te worden. En als ik toch bezig was.. De gang had een ondefiniëerbaar kleurtje. Dus daar moest een scheut bleek overheen. Weg met al die bah bah!

Maar om de gang te bleken, moet ie eerst gezogen. Om te zuigen heb ik een stopcontact nodig in de keuken. En daar staat de schoon gemaakte vaat van gister nog. Dus eerst die opruimen. En als ik dan toch bezig ben... Ruim de flessen dan op. En maak de tegeltjes en het aanrechtblad ook even fris.

Verzamel het vuil uit het huis dan ook even als je bezig bent, dan kan de vuilniszak vol en daarna weg. Zoek de post uit, gooi die oude kassa bonnetjes weg. Kijk of alle flessen in de douche nog gebruikt worden. (Ik vergeet altijd de lege flessen mee te nemen voor de vuilnisbak.) Zoek de scheermesjes even uit en gooi de roestige  en botte weg.

O wacht, we waren in de gang bezig. Dus toch maar weer even terug. Eerst maar eens zuigen. Weet je wat? Neem dat kleine kamertje dan ook mee.
O, kijk. Er liggen wat haar frutsels in de boekenkast. Ruim dat even op.  En in de slaapkamer ligt nog een boek. Dat kan mooi mee terug. En er ligt nog wat op tafel dat in de gang moet, neem dat ook mee,. En ruim de gevouwen was even op.

Ga dan weer naar het kleine kamertje en haal de spullen van de vloer. Zet die even op tafel en we kunnen zuigen.
Klaar met zuigen? We kunnen EIN-DE-LIJK de gang gaan schrobben, wat we een uur geleden al wilden doen.

Welnu, als ik de gang dan toch aan het schrobben ben, kan ik de douchevloer ook wel mee nemen. En dan zet ik de wc ook maar gelijk in de bleek.

Schrob schrob. Dat is weer lekker schoon.

Ik ben van alles wezen schoon maken. Er is weer een hoop opgeruimd, al denk ik niet dat je het echt ziet. Maar het was enkel de bedoeling de was te doen, de keuken op te ruimen en de oven schoon te maken.

Die oven is nog net zo vuil, maar je wordt high in de douche van de bleek.

Die wassen zitten in de machine, maar mijn bed is nog niet opnieuw opgemaakt. Ach ja. Dat maakt niet zoveel uit. Als ik vanavond wil slapen, zal ik toch eerst iets aan dat bed moeten doe. Dus dat komt wel goed.

Waarom doe ik altijd veel meer dan ik me van te voren heb voorgenomen en bijna nooit alles wat ik van te voren wilde doen?