Het spijt me zo.
Het spijt me zo, mijn lief. Dat ik niet wilde geloven. Dat ik niet kon geloven. Dat ik enkel en alleen wat geduld moest hebben en dat ik rustig kon wachten, tot jij mijn pad zou kruisen.
Ik had zo graag je kinderen gebaard, aan jouw arm van het altaar vertrokken. Ik had zo graag in jouw ogen willen verdrinken en duizend doden willen sterven, als ik maar bij jou kon zijn.
Mijn lief, mijn maarschalk.
Keer in een volgend leven terug. Sla mij van mijn sokkel af en sleep mij mee naar waar we moeten zijn. Laat mijn vuur oplaaien tot verzengende hitte, tot we volledig in elkaar versmolten zijn. Herken mij, erken mij en claim mij, als de bruid die ik van jou ben.
Ik ben er niet, ik lig niet in jouw armen. Mijn aria zing ik voor een ander. Niet omdat die aria niet voor jou is, maar enkel omdat de ander er eerder was. En hij mag duizend keer niet de keizer van mijn bestaan zijn -zoals jij dat wel bent-, ik heb hem lief met elke vezel van mijn gebroken lijf. Hij viste mij uit de ellende, zag schoonheid waar enkel verdriet heerste. Daar waar ik een vervallen lichaam zie dat kapot is, ziet hij pure schoonheid. Hij wilde mij als zijn vrouw en heeft me de mooiste dochter van het universum geschonken. Ik ben hem veel verschuldigd, waaronder mijn hart en lijf, mijn trouw en mijn loyaliteit.
Het is niet. Niet nu, niet hier.
Strijd door waar je mee bezig was. Verbeter de wereld op de manier die jij hebt gekozen, in de wetenschap dat ik trots op je ben. Je maakt de wereld mooier. Doe dat, zodat je me in een volgend leven kunt claimen met de woorden dat ik altijd al van jou ben geweest.
Ik heb je zo lief.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten