Ik heb het er bijna nooit over.
Een enkele keer laat ik een glimp doorschemeren. Al snel krijg ik van de wat hardere mensen om mij heen te horen dat ik dat zo onderhand toch wel gewend moet zijn. Of dat zij het ook hebben meegemaakt, ik kom er wel weer bovenop.
Soms zou ik het dan wel willen uitschreeuwen. 'Heb je me ooit anders horen beweren? Heb ik ooit gezegd dat ik het niet het hoofd zal kunnen bieden? Wat doe ik nu dan? Bloemetjes plukken? Ik weet dat het niet het einde van de wereld is. Maar het betekende wel het einde van mijn wereld. Nu ja, de wereld zoals ik hem kende. En als ik dan heel even eerlijk mag zijn..... Dat vind ik een stuk boeiender dan de rest van de wereld.'
In mijn hoofd zeg ik vaak dingen van soortgelijke strekking. Ik schreeuw het uit, tegen de mensen die ik ontmoet, tegen de wereld in het algemeen. Wanneer ik alleen ben zeg ik het hardop; tegen mezelf, tegen mijn kat.
Over het algemeen zwijg ik. Over de pijnen die ik heb. Om het simpele feit dat ik niet op een zeur wil gaan lijken. Omdat mensen er toch niet veel aandacht aan besteden. En omdat men ervan uit gaat dat als je het er een tijdje niet meer over hebt, het geen rol meer speelt. Of in ieder geval geen grote.
Niets is in mijn geval minder waar. Ik houd me groot voor mijn familie. Ik wil sterk zijn voor mijn moeder en haar steunen. Mijn zus heeft het er moeilijk mee. En ik wil niet kleinzielig zijn. Maar de eerste dag dat ik mijn vader niet ongeneesliijk mis, moet nog komen.
Het lijkt alsof er elke dag een minuscuul stukje van mijn hart afbreekt. Een klein barstje, dat steeds groter wordt. Een wond, die lelijk aan het etteren is.
Het verlies van mijn kindje komt daar nog eens bovenop. En de melding: 'Dat heb ik ook meegemaakt hoor.' maakte het niet beter. Met die tekst werd de deur voor communicatie dichtgeslagen. Ik hoopte op een handreiking. Een opening voor een nieuw begin. Maar de hoop bleek ijdel.
Ik slik, vergeef en ga door.
Maar het begint steeds meer tol te eisen. Ik merk dat ik steeds meer wakker lig. De laatste keer dat ik aaneengesloten heb geslapen, is al een behoorlijke tijd terug. Ik ben steeds vaker en steeds langer aan het 'spoken jagen'. Ik heb geaccepteerd dat er onrust in mij leeft. Tijdens het verwerken van wat er is gebeurd, oftewel dat beruchte spoken jagen, laat ik me wegzakken in emoties. Altijd in mijn eentje. Ik glimlach terwijl mijn hart breekt, huil mijn kussen vol in de nacht en straal overdag.
Mijn handicap kost me steeds meer. De vermoeidheid slaat steeds sneller toe. Ik kan steeds minder. Maar omdat ik jaren altijd van alles heb gedaan, hoor ik dat ik niet zo moet zeuren. En dat het toch niet zo erg moet zijn.
Dat is het wel, alleen hoor je me er nooit over. Als je me erover hoort, ben ik al drie keer over mijn eigen grens heen gegaan. Ik ben trots, dus ik ga door. Ik wil nog steeds niet zwak lijken. En probeer maar eens aan iemand uit te leggen, dat je niet weet hoe het is om te leven zonder pijn. En dat alles kunnen doen wat je maar wilt, echt niet voor iedereen is weggelegd.
Geloof me. Ik heb vanalles gedaan in mijn leven. En het meeste van wat ik heb berijkt, is op pure wilskracht gegaan. Vaak zeiden anderen allang dat ik het niet zou redden, of ik werd domweg niet geloofd wanneer ik zei iets te doen. (Vaak werd ik als eerste niet geloofd door hen die zeiden mij te kennen. Dan weet je toch dat ik niet lieg? Zie hier de contradictie. Of je kent me niet, of je zegt dat ik lieg. Wat dan weer onherroepelijk verklaard dat je me niet kent. Ik lieg namelijk niet, dat kan ik niet.) Maar ik ga door. En doe wat ik deed, hoeveel pijn het ook doet. Velen snappen toch niet dat de lichamelijke aftakeling nu al toe slaat. En dat dit echt inhoudt dat ik aan het einde van de dag uitgeteld op bed lig.
Ik verbijt de pijn en zwijg. In mijn hoofd tel ik de uren af tot ik mag liggen en zwijg.
Wat zou het fijn zijn eens hartverscheuren in het openbaar te kunnen krijsen van ellende. Eens te laten zien wat er daadwerkelijk door me heen gaat. En aan velen te laten zien, dat ze leuk kunnen beweren mij te kennen, de waarheid is anders.
Ik klets leuk. Soms zeg ik ook wat er door me heen gaat. Maar dat doe ik enkel tot een bepaalt niveau. Wat het echt doet, dat toon ik niet. Men zit daar niet op te wachten.
Wat zou het fijn zijn, eens niet te hoeven strijden. Eens de emoties de vrije loop te kunnen laten en het uit te schreeuwen. Kijk nou eens goed! Zie welke pijn er achter die glimlach schuil gaat! Kijk nou. Ik ben de wanhoop nabij en vecht met de wanhoop die daarbij hoort. Beweer vrolijk dat het bewonderenswaardig is dat ik door knok. Ja dat doe ik. Maar dat komt eerder omdat ik niet zie welke keus ik anders heb. Ik MOET door. Anders zwelg ik en ben ik er straks nog erger aan toe
Dus elke dag sta ik weer op. Elke dag doe ik weer, wat er van een mens verwacht wordt. Ik glimlach en luister.
Het leven is een theater, en ik een van haar beste toneelspeelsters. Zal ik op tijd ontmaskerd worden?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten