Nog één week voordat mijn wereld instort.
Eén week en dan is alles anders en wat ik lief had weg.
Vrijdag zal mijn laatste dag zijn bij het bedrijf waar ik werk. Dat de functie niet geheel bij mij past, daar ben ik het mee eens. Maar ik zou graag met een andere functie willen blijven. Ik wil niet weg bij dat bedrijf. De mensen zijn zo lief en leuk.
Maar ik vrees dat ik er niet hard genoeg aan getrokken heb. Dat de slotsom toch echt einde oefening is.
Daarnaast zal ik één dezer dagen weer vrijgezel zijn. Mijn emoties zitten vast, de situatie is uitzichtloos en de laatste twee jaar is er niets concreets gebeurd binnen de relatie. We praatten allebei, maar volkomen langs elkaar heen.
Waar het mis ging? Punten die ik aan kan duiden hadden te maken met de dood. Maar het lijkt me stug dat dit het enige was. Lang heb ik gezwegen over wat mij dwars zat. Ik zat liever met iets in mijn maag, dan dat ik zijn toorn zou riskeren. Te bang dat hij mij verlaten zou.
Maar door te zwijgen is er een groot, zwart gat ontstaan. En dat is alles wezen verteren. En het heeft ervoor gezorgd, dat ik geen uitweg meer zie. De enige oplossing is er een punt achter te zetten.
In één jaar: Twee banen weg, vader dood en lief weg.
Het enige pluspunt dat er is, is mijn nieuwe huisje. En daar ben ik de goden meer dan dankbaar voor. Maar voor de rest kunnen we met een gerust hart stellen dat 2014 niet mijn jaar is.
En ik zie niet hoe ik het tij kan keren. De weg is duister en koud. Ik lach, maar mijn hart is koud. En mijn geest schreeuwt. Wil weg kruipen in vergetelheid. Zoete, stille vergetelheid.
Ik heb een baan nodig, snel. Iets wat stabiliteit geeft. Iets dat ervoor zorgt dat ik een vast stramien heb. Iets waar ik me aan vast kan houden en wat me een uitdaging geeft.
En ik wil nu eindelijk wel eens de man waarvan het de bedoeling is dat ik oud met hem wordt.
Iemand die mijn vurige karakter lief heeft, maar wat actiever stuurt. Want de afgelopen jaren was ik een ongeleid projectiel. En dat op de weg van zelfdestructie.
Laat hem de broek aan hebben. Laat hem over mij heersen, zonder dat hij zijn macht gebruikt. Laat mij naast hem staan, als godin van zijn hart. Laat hem over mij waken, als de keizer en ohmnis die hij is.
Iemand die mij stimuleert te ontwikkelen, gelijk ik hem zal steunen in zijn carrière. In welke vorm hij mijn steun ook nodig heeft. Iemand die mijn hersens bij elkaar kan houden.
Want echt... Het wordt aanlokkelijk mijn vader achterna te springen. Dan ben ik er in ieder geval vanaf.
Geen dagelijks gevecht meet met mijn kop. Geen dagelijkse angst meer, dat de spoken in mijn hoofd het winnen van mijn verstand.
En men zegt dan wel dat het allemaal goed komt. En dat ik me niet zo druk moet maken.
Ik glimlach. Ik lach en zeg dat ik het in het achterhoofd zal houden.
Maar ik geloof er ondertussen niet meer zo in. Zo vaak heb ik mijn best gedaan bij banen. En op de één of andere manier was het nooit genoeg. Ging het om wat voor reden dan ook altijd weer mis.
Ik ben verliefd geweest. Al omvattend, alles verzengend. Ik haalde adem, enkel om hem te dienen. Ik wilde niets anders dan er zijn, voor hem. Mijn lichaam was zijn tempel, ik zijn volgeling en dienaar.
En keer op keer, wanneer ik iets heb opgebouwd. Iedere keer weer wordt het als los zand uit mijn handen geslagen. Alles waar ik dankbaar voor ben. Alles wat ik lief wil hebben en daadwerkelijk lief heb. Datgene wat mij het meest aan het hart gaat. Keer op keer is dat hetgeen waar ik mee betalen moet.
Geen idee wat ik gedaan heb. Geen idee welke demon ik in de zeik heb genomen. Maar die betreffende duivel zit nu al jaren achter zijn schietspelletje, met mij als mikpunt.
Dat ie daar niet ondertussen doodmoe van is geworden......
Geen opmerkingen:
Een reactie posten