Neem haar mee uit sterren tellen. Of
grassprietjes, boomblaadjes, lantaarnpalen, het is haar om het even.
Op haar buik, in het gras, in rok met effen
shirt of jurk. Haar schoenen heeft ze uitgetrokken. Dat vindt ze het prettigst,
want dan kriebelt het gras tussen haar tenen. En dat betekent voor haar zomer.
Ze wiebelt wat met haar benen, steunt met haar
hand haar kin en sabbelt op een nagel. Langzaam vertrekt ze naar een parallelle
wereld. Ze is er wel, maar is er niet. In luttele seconden heeft ze een deur
gevonden naar haar eigen universum en zweeft ze daar in de gebouwen van haar
eigen wereld. Ze verdwaalt er en raakt zichzelf volkomen kwijt. Waarschijnlijk
ook elk contact met de werkelijkheid.
Met haar dromerige blik, het hoofd een beetje
schuin, begint ze te babbelen tegen plantjes en insecten. In haar opinie
begrijpen ze haar.
Wees voorzichtig als je dan haar wereld binnen
dringt. Veeg je voeten en kies zorgvuldig je woorden. Vol vertrouwen treedt ze
je tegemoet, in een warme wolk van omhelzing. Dolblij, dat je haar gevonden
hebt in deze wereld. Ze kent daar geen scherpte of geweld en ziet enkel maar
het goede.
Bouw je tempel in haar essentie, vind er je weg
naartoe. Ze zal je verafgoden en vereren.
Je reist op een sokkel naar het epicentrum van
haar ziel en wordt benoemd tot oppermachtig wezen.
Begrijp haar in haar tegenstrijdigheden, ook zij
is het product van haar verleden. Zij voert een oorlog in haar hoofd, tegen de
fantomen van Memory-lane down Flashback-city.
Liefkoos haar en heel haar, als ze terugkomt van
haar strijd. De krijger in haar is dan dood gebloed en laat achter, een klein
kind. Een bang meisje dat wil schuilen in de armen van haar man. Rust wil
vinden, in het ritme van schokkende schouders en raspende ademhalingen.
Ze zal zich laten gaan en van bang meisje
transformeren naar volleerde minnares. Als ze dan tot rust is gekomen schaamt
ze zich voor al haar uitspattingen, maar op zo'n moment van liefde denkt ze
daar niet aan.
Luister dan en lees het boek dat haar lichaam
heet. Ze geeft subtiele hints in de taal van een kreun en beweging. Stel geen
vragen, want ze zal ze niet beantwoorden. Daar is ze te verlegen voor en je
zult het dus zelf moeten ontdekken.
Kijk naar haar ogen, haar mond en wat die
geruisloos te vertellen hebben. Haar ogen worden wazig, haar mond zakt een
stukje open. Haar onderlip gaat trillen en ze legt haar hoofd in haar nek. Dat,
of ze begint te bijten, zet haar nagels in je rug en begint te kreunen.
Ze danst mee in jouw ritmiek, laat zich leiden
en verleiden. Spieren spannen zich in haar schoot en ze ligt in een gespannen
houding. Stilte...... Drie keer fluistert ze je naam en weer stilte. Stilte in
haar lichaam, stilte in haar hoofd. Enkel het geluid van haar gespannen ademhaling,
als tromroffel achter de stilte, voor de storm. Al haar spieren zullen zich
spannen, om dan weer los te laten en haar te laten gaan.
Die kleine borstkas herbergt de ruimte voor een
orkaan aan decibellen die ze zonder genade over je uitstort.
Daarna komt de schaamte. De schaamte dat ze zich
heeft laten gaan en zich, in haar ogen, als een slet heeft gedragen. De
schaamte dat ze je rug heeft open gehaald, je een piep in het oor heeft bezorgd of van je nek een slagveld heeft
gemaakt. Want in haar ogen mag zij niet genieten, is zij dat niet waardig.
Leg dat naast je neer en draag de oorlogswonden
als een held. Ze adoreert je en is gelukkig in jouw aanraking. Ze wil geen
ander en legt haar leven in je handen, gelijk haar lichaam op jouw bed.
Zie de dingen die haar raken, in de wereld om haar
heen. Die kleine stukjes realiteit waar ze zich aan vastklampt. Haar favoriete
kleuren, allermooiste bloemen. Geef haar die en je bent haar held. Tel met haar
de sterren. En diegenen waarvan je niet zeker weet of je ze al hebt gehad, tel
je gewoon half.
Wees haar zwarte engel, haar witte demon waar ze
mee vliegt. Haar sprankje vastigheid in een realiteit die ze niet snapt. Als
haar geweten, haar duiveltje, haar hart, ziel en zaligheid.
Doe dit, en de belofte van de nacht is gemaakt.
Bouw je kastelen in de lucht, zet ze vol met
meubilair, kroon haar je koningin en zorg voor wat bedoening. Ze wil dwalen in
een wereld van elfjes, zwarte redders en zalen van glas. Dansen met haar man,
in een wereld die alleen van hun twee is.
Het is al zo lang stil geweest in haar en er
vielen zoveel tranen.
Aan de wanden van haar ziel..... Plaatjes van
mensen die ze liefhad. Foto's die kromtrekken en vervagen, tot en niets meer
over is dan de herinnering. En ze had ze allen zo lief, wil ze zo graag nog
eens aanraken. Zoveel mensen die ze liefhad, snakkend naar iemand die blijft.
Iemand die met haar mee zweeft in haar kastelen, de troon aanneemt die ze hem
aanbied en blijft als ze fluistert: "Je hoeft niet weg...".
Neem haar mee en bouw een wereld vol van zwarte
elfjes, licht, muziek en rust. Maak van haar een middelpunt en wees voor haar
hetzelfde.
Ze zal zijn, je moeder en je dochter. Je vijand
en je minnares.
Ze drukt je hoofd tegen haar boezem, als de
wereld je bedrogen heeft. Ze zal slechts zwijgen, sussen, troosten. Ze kent
immers het klappen van de zweep en heelt.
Ze kruipt tegen je aan, met haar vinger in de
mond, om te luisteren naar het ritme van je hart. Jij bent dan haar
levensechte, levens grote teddybeer met centrale verwarming.
Ze scheldt en tiert in al haar wanhoop. De angst
om je weer kwijt te raken na alles wat je met haar hebt opgebouwd. Zo groot dat
ze zich niet meer kan ontspannen. Zo bang voor de leegte die er achterblijft
dat ze bij voorbaat al huilt, nog voor je haar daar reden toe gaf.
De onschuld in haar liefkozing, ze zou niet
anders willen. Ze heeft je lief met elke vezel, van haar klein onzeker lijf.
Begrijp haar in haar tegenstrijdigheden en je
hebt je bruid gevonden.
Maar pak het rustig aan. Laat haar in het
klimrek hangen, duw haar op de schommel. Doe mee en tel met haar de sterren. Of
de vuurvliegjes, net wat er voor handen is. En luister naar haar levensritme.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten