zaterdag 28 januari 2012

Koolschijn is fijn

De laatste tijd heb ik weer even een oude hobby van mij helemaal hervonden. Ik ben weer echt aan het lezen. In de vorm van: boeken verslinden. Twee a drie boeken. Per week.

Nee, mijn leven hangt er niet van af. Ik vind het gewoon fijn. Het is een heerlijke manier om mijn verstand op nul te zetten. Helpt mij me af te sluiten van de buitenwereld en mij even terug te trekken om bij te komen.  Aangezien ik tussen 2000 en 2009 eerder de boeken-koop-ziekte had dan dat ik ze las, heb ik een aardige voorraad waar ik me doorheen mag werken. Ik heb dan ook de regel ingesteld dat ik voor elk boek dat ik lees er eerst twee uit moet lezen, voordat ik nieuwe boeken kopen mag. Dus als ik twee boeken koop, moet ik er eerst vier lezen voor ik weer naar de ABC, Waterstone of een andere handel mag.
De regel helpt. Sinds ik in Alkmaar woon (sinds oktober 2010), heb ik tegen de 100 boeken gelezen.

Nu had ik in 2009 een aantal boeken over mythologie gekocht. Opidipous en Antigoné van Sofokles en Medea van Aristotoles.
Ik zie je gezicht betrekken, door het scherm heen. Ik hoor je denken: “Leuk, mythologie, maar zo dramatisch. Om dat te begrijpen dien ik eerst een universitaire opleiding Nederlands en drama te volgen. Misschien dat ik daarna nog ‘even’ een graad filosofie te volgen en DAN snap ik het eindelijk”
Mijn antwoord: “Dan heb jij te maken gehad met vertalingen van Schuchart of nog erger: Schab”.
Die twee weten door hun droge, elitaire vertalingen het meest boeiende verhaal over oorlog voor tienerjongens te reduceren tot een slaapverwekkende droge brei.  Wat zeg ik? Zij weten zo droog over seks te schrijven dat iedereen spontaan besluit celibatair te gaan lezen en dat nog vol weet te houden ook!

De stukken worden, zoals ik eerder zei, op een droge ,manier weer gegeven en in nietszeggende, saai en droog Nederlands. Je bent zo je brein aan het pijnigen om te begrijpen wat de woorden betekenen, dat de emotie van het verhaal aan je voorbij gaan. En dat het elitair wordt. Wat eigenlijk vreemd is. Als je gaat kijken naar de tijd waarin het geschreven is, waren de verhalen en stukken voor het gewone volk. En oke, ze spraken anders. Maar ik kan mijn niet voorstellen dat de bakker op de hoek ook maar de tijd had om hoogstaande literatuur te bezigen. En begreep dat dus ook niet. De stukken waren in algemeen begrijpelijk Grieks. Want theater was het voetbal van die tijd. Iets voor iedereen dus. En waarom maakt men daar nu dan zo’n ophef over? Voetbal is toch ook van iedereen en niet voor een kleine elite?

Gelukkig ben ik niet de enige die er zo over denkt. Ik geef u: Gerard Koolschijn.
Hij heeft Griekse werken opnieuw vertaald. In helder, hedendaags Nederlands. Hij bewijst niet alleen dat Nederlands een mooie taal kan zijn, het kan ook leuk zijn en helder. Griekse stukken zijn voor iedereen. Voor de bakker, de stratenmaker, de bankman en de topman. Het zijn stukken over denkwijzen, emoties. Hij vertaald dat naar een hier en nu. Op zo’n manier dat je de karakters niet alleen begrijpt, je voelt met ze mee. Je hebt helemaal niet het idee dat je literair verantwoord bezig bent. Je bent bezig met een mooi geschreven stuk. En waarom is dat? Omdat Griekse werken helemaal niet elitair zijn! Het zijn enkel mooie stukken werk! Degenen die de stukken schreven waren vaak juist boos op de topmannen die heersten over het volk. Ze hadden commentaar en wensten juist dat die top zich eens wat minder verheven voelde en wat meer mee dacht met het gewone volk. Dus vertaal die werken dan nu ook naar het gewone volk! En Koolschijn snapt dat.

Mensen, duur is het niet. Loop naar de winkel, voor mijn part naar de bieb. Je kunt in de bieb zitten lezen voor nop. Daar heb je geen pas voor nodig.
Pak eens een Grieks stuk dat vertaald is door Koolschijn en kom tot de conclusie dat dat stelletje zogenaamd literair onderlegden de plank verschrikkelijk misslaan. Lees hem en zie: Griekse tragedies zijn groots, want van het volk. En Koolschijn is fijn!