woensdag 24 november 2010

Boos

Afgelopen vrijdag heb ik opgetreden. Dat ging wel aardig.

Na afloop ben ik met mijn vriend naar mijn zus geweest. Nog een cadeautje voor mijn verjaardag ophalen.

Ook dat was aardig, tot de vriend van zus-lief begon te stangen.
Hij kwam erachter dat mijn vriend psycholoog is. Prompt werd er naar zijn mening gevraagd. M. (vriend van zus) vroeg aan N. (mijn vriend) of hij niet vond dat we hier te veel ver-Amerikaniseren. Voor alles moeten we een pil slikken om gelukkig te zijn, al snel krijg je de sticker ADHD. N. voelde de bui hangen denk ik, want hij werd erg voorzichtig in zijn antwoord. Hij dacht na, koos woorden met zorg en draaide er een beetje omheen. Hij voelde zich overduidelijk ongemakkelijk in deze kwestie. En mijn bloed begon te koken. Ik zag namelijk ook waar dit heen ging.
En ja hoor. M. zei met een betekenisvolle blik dat hij het onzin vond dat je heel snel naar een psych moest. Bij elk stootje in een relatie. Hij probeerde mijn vriend aan zijn kant te scharen.

Mijn bloed kookte. Mijns inziens was hij bezig met het afzeiken van mijn zus. Zij is het met bepaalde punten in zijn gedrag niet eens en vindt dat M. naar een psych moet. M. vindt dat belachelijk.

Ik ben daar boos over. Hoe durf je mijn zus aan te vallen in haar eigen huis! Hoe durf je in jou strijd mijn vriend te betrekken! Er is er maar eentje die mijn zuster af mag zeiken. Dat ben ik. Verder heeft iedereen in haar huis te doen wat zij wil. Zij is daar dictator. Niet een heerseres en meesteres. Zij zwaait daar de scepter. Dus is zij dictator. En daar heb jij je maar aan aan te passen.
Ik weet dat ik me nu sterk uitdruk. Maar ach, zo komt in ieder geval mijn punt naar de overkant.

Het was dat het de eerste keer was bij mijn zus voor N.. Het was dat de situatie al pijnlijk genoeg was. Anders was ik even tegen M. tekeer gegaan. Even haarfijn uitleggen, dat hij niet zo met mijn zus om dient te gaan.

Ik weet niet hoe ik hiermee om moet gaan. Wat ik wel weet, is dat hij het niet nogmaals hoeft te proberen. N. is er niet om voor zijn karretje gespannen te worden. En al helemaal niet als het gaat om het aanvallen van mijn zus.

Misschien dat ik dit eens ga bepraten met mijn zus. En wat N. betreft. Natuurlijk zal hij dit ook te weten komen. Hij is immers mijn lief.

maandag 22 november 2010

Wijsheid in fantasy

Goed, ik blijf mijn kruistocht voortzetten.

Mensen vinden me vaak raar, als ik beweer dat er een boekenliefhebber zit in iedereen. Ik haal dan vaak de kinderjaren aan.

Het valt me op dat vele peuters en kleuters het lezen van boeken leuk vinden. Ook op de lagere school zijn velen lid van de bibliotheek en bezoeken deze regelmatig. Tot men naar de middelbare school gaat. Dan MOET je lezen. En men raakt de interesse kwijt. Al was het alleen maar omdat je een lijst krijgt waar je uit kiezen mag. Eigen inbreng wordt per definitie niet gewaardeerd. Je. hebt uit de lijst te kiezen en daarmee klaar. En het zijn vaak oubollige titels. Boeken die de jeugd al niet meer boeit sinds het tijdperk kruik.
De interesse vervaagd en ook na de middelbare schooltijd wordt het niet meer opgepakt. Zonde, want er zijn zoveel genres waar je uit kunt kiezen. Vroeg of laat kom je er eentje tegen die bij je past.

De mijne heb ik gevonden dat ik 14 was. Namelijk fantasy. Bij stom toeval, enkel omdat de titel me aansprak en het plaatje heftig was. Vuurzee van Weiss en Hickman. Mijn verslaving aan fantasy was geboren.

Op school probeerde ik mijn leraren altijd te overtuigen dat men niet zo denigrerend over dit genre moest doen. Er zitten literaire werken tussen en helemaal zonder inhoud is het zelden. (Feist vind ik daar op een aantal titels na de uitzondering op. Maar dat is een persoonlijke mening.)
Dit zag ik echter altijd verkeerd, niet eens anders. Fantasy bracht niets bij en was geen verrijking van je kennis.

Ik kan het dan ook niet laten, een passage te delen met jullie, uit een fantasy-boek. Geschreven door W.J. Maryson, één van de weinige fantasy schrijvers van Nederlandse bodem. De passage komt uit de serie 'Meestermagiër'. Het tweede zwaard: Emeandor. Dit is dan ook  het tweede boek uit de serie. Hoofdstuk 27, Nillenu.

'Hoe is het om te sterven, meester?'
'Mensen sterven vele malen, jongen'
'Dat begrijp ik niet meester. Wat zou er dan kunnen gebeuren en hoe vaak zal ik sterven?'
'Dat is aan jou.'
'Ik begrijp u niet, meester.'
'Denk na. Volg je primaire gedachten en leg de gedachten van het tweede plateau ernaast. Wat zie je.'
'Ik begrijp u nog steeds niet, meester'
'Goed dan. Deze keer zal ik je gedachten volgen. De vrezer sterft duizend doden., want hij wordt keer op keer neergemaaid door het zwaard van angst. De dreiging zuigt energie uit hem weg en als het moment daar is, is hij verlamd.'
'Ja meester.'
'Ook degene die doelen boven zijn vermogens nastreeft, leeft in voortdurende angst.
Maar wie in evenwicht is met zijn gevoelens en zijn vermogens kent weinig angst en sterft éénmaal, als zijn tijd daar is.'

Zo, hier is even wat filosofie. Kom me nu nog eens vertellen dat fantasy over niets meer dan elfjes en kabouters gaat. En dat het voor mensen is die hun kindertijd niet los kunnen laten. Of dat het niets toe kan voegen aan je leven.

donderdag 18 november 2010

Bruid-Weduwe

Ze staat er, elke dag.
De dorpelingen zijn er al aan gewend geraakt. Ze reageren niet eens meer.
Ze staat onder de treurwilg, op blote voeten. Van het gloren van de dag tot een uur of tien. Te rouwen, te zingen, uit te kijken over het meer. Met wazige, verlangende blik. De bruid-weduwe in haar mooiste jurk, haar bruidsjurk. Ondertussen is die vaal en gescheurd, want ze staat er al een jaar.

Haar lief is een krijger, geroepen naar een oorlog. Ze kent hem al haar hele leven. Hij is haar eerste liefde.
Jaren speelden ze, groeiden samen op. Hij werd getraind als krijger, zij als vroedvrouw en genezer. En zoals de dood het leven nodig heeft, hadden zij elkaar nodig.

Zij vonden elkaar tijdens het feest van de zonnewende. Hij was 18, zij was 16.
Door de flakkerende vlammen vonden hun blikken elkaar, zoals altijd. Maar dit keer, was er iets anders. Het vuur was anders, in het hart. De goden hadden beslecht. Een nieuw paar was geboren. En het stel keek naar elkaar en wist.

Drie weken later kwam het nieuws. een bevriende clan was in oorlog. Hij ging. Zo hoorde het immers. Dat deed je voor een clan.
In hun laatste nacht had zij al een onbeduidend gevoel. Een gevoel van onheil, rouw en verdriet. Zij kon de slaap niet vatten. Hij sliep als een roos, met een glimlach op de lippen.

De volgende morgen zwaaide zij hem uit. Gaf hem een medaillon, voor veiligheid. Bad tot alle goden die zij kende. Smeekte om een veilige terugkeer.
Het enige dat een maand later terug kwam, was haar medaillon.

En sindsdien gaat zij elke ochtend naar haar treurwilg. De wilg waar hij haar tot vrouw maakte.
Ze kijkt over het water als de zon op komt. Ook deze ochtend.

De zon komt op en laat zijn eerste stralen over het water gaan. Zo wordt besloten over de dauw en mist, die door de streling van de zon worden verrast. Zij schrikken van zijn warme straling, blazen te saam de aftocht en verdwijnen.
Dauw veranderd is druppels en laat zich langs de bladeren van boom en plant naar beneden sijpelen. Om op te gaan in meren en rivieren, of voeding te worden voor de grond.
Nevel trekt zijn mantel strakker om zich heen, wrikt de voeten los uit het meer, veert een aantal keer op en neer, zet zich af, springt sierlijk omhoog en laat zich meevoeren op de golven van de wind.

En voor haar ogen komt een beeld. Een boot op het water, dat uit de op trekkende nevel naderbij komt. Met haar lief op de boeg, haar krijger.
Zij lacht, hij roept haar. Zijn roep klinkt belovend, verlangend. Zij denkt niet verder na, pakt haar gescheurde rokken en loopt het water in. Dieper en dieper het water in. het enige dat zij wil, is naar haar lief. Zij loopt en laat zich door hem optillen, in een wolk van warme zonnestralen.

Eindelijk samen, voor altijd. elkaar gevonden, in de armen van de dood.


04-08-2010

zondag 14 november 2010

Geliefde

Je echoot door mijn essentie,
Drukt je stempel op mijn zijn.
Ademt op mijn ziel,
Verwordt mijn verlangen.

Je sust mijn verleden,
Troost mijn verdriet.
Danst tussen mijn benen,
Verwordt mijn passie.

Dit al doe je,
Zonder mij te veranderen,
Je gaat op in mijn leven,
Als was je er altijd geweest.

Ik moet wennen,
Ik moet aanpassen.
Ik ben simpelweg,
Zoiets niet gewend.

Maar geloof mijn lief,
Dat ik ben overtuigd,
Van jou intenties.
En ik wil maar wat graag.

Mijn lief,
Mijn lievelief.

O wat romantisch

donderdag 11 november 2010

Vriendschap

Een cirkel,
Van warmte.
Een aanraking,
Van vertrouwen.

Geen druk,
Geen angst.
Enkel een blik,
Van wederzijds begrip.

Deuren openen,
Naar een universum,
Van rust en tederheid,
Van volkomen onschuld.

Alles kan,
Niets moet.
Alles is mogelijk,
Geen verplichting.

Een kleine wereld,
Gecreëerd in enkele minuten.
Opgedragen,
Aan vriendschap.

Ik heb je zo lief.
 
22-10-2010