Afgelopen vrijdag heb ik opgetreden. Dat ging wel aardig.
Na afloop ben ik met mijn vriend naar mijn zus geweest. Nog een cadeautje voor mijn verjaardag ophalen.
Ook dat was aardig, tot de vriend van zus-lief begon te stangen.
Hij kwam erachter dat mijn vriend psycholoog is. Prompt werd er naar zijn mening gevraagd. M. (vriend van zus) vroeg aan N. (mijn vriend) of hij niet vond dat we hier te veel ver-Amerikaniseren. Voor alles moeten we een pil slikken om gelukkig te zijn, al snel krijg je de sticker ADHD. N. voelde de bui hangen denk ik, want hij werd erg voorzichtig in zijn antwoord. Hij dacht na, koos woorden met zorg en draaide er een beetje omheen. Hij voelde zich overduidelijk ongemakkelijk in deze kwestie. En mijn bloed begon te koken. Ik zag namelijk ook waar dit heen ging.
En ja hoor. M. zei met een betekenisvolle blik dat hij het onzin vond dat je heel snel naar een psych moest. Bij elk stootje in een relatie. Hij probeerde mijn vriend aan zijn kant te scharen.
Mijn bloed kookte. Mijns inziens was hij bezig met het afzeiken van mijn zus. Zij is het met bepaalde punten in zijn gedrag niet eens en vindt dat M. naar een psych moet. M. vindt dat belachelijk.
Ik ben daar boos over. Hoe durf je mijn zus aan te vallen in haar eigen huis! Hoe durf je in jou strijd mijn vriend te betrekken! Er is er maar eentje die mijn zuster af mag zeiken. Dat ben ik. Verder heeft iedereen in haar huis te doen wat zij wil. Zij is daar dictator. Niet een heerseres en meesteres. Zij zwaait daar de scepter. Dus is zij dictator. En daar heb jij je maar aan aan te passen.
Ik weet dat ik me nu sterk uitdruk. Maar ach, zo komt in ieder geval mijn punt naar de overkant.
Ik weet dat ik me nu sterk uitdruk. Maar ach, zo komt in ieder geval mijn punt naar de overkant.
Het was dat het de eerste keer was bij mijn zus voor N.. Het was dat de situatie al pijnlijk genoeg was. Anders was ik even tegen M. tekeer gegaan. Even haarfijn uitleggen, dat hij niet zo met mijn zus om dient te gaan.
Ik weet niet hoe ik hiermee om moet gaan. Wat ik wel weet, is dat hij het niet nogmaals hoeft te proberen. N. is er niet om voor zijn karretje gespannen te worden. En al helemaal niet als het gaat om het aanvallen van mijn zus.
Misschien dat ik dit eens ga bepraten met mijn zus. En wat N. betreft. Natuurlijk zal hij dit ook te weten komen. Hij is immers mijn lief.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten