woensdag 12 oktober 2011

Terrorisme voor gevorderden

Ze doen iets fout. Serieus, ik meen het.

Mensen blazen zichzelf op in metro-stations, vliegen het Pentagon binnen en maken daarmee zichzelf en vele anderen van kant.

Gevolg? Onschuldige mensen dood en miljoenen die met Argus-ogen naar een bepaalde groep krijgen.

Het kan zoveel simpeler.

Wil je de westerse wereld op de knietjes? Zorg ervoor dat er geen stroom is. Geen stroom houdt in: geen internet.

De afgelopen uren kan men niet online met een BlackBerry (wat in mijn werk omgeving de toepasselijke naam CrackBerry mee krijgt. Zo verslavend als de pest.) Paniek alom en de wereld vergaat.

Wanneer je ervoor zorgt dat men geen gebruik meer kan maken van de doorsnee communicatie-middelen, ligt de economie op zijn gat. Ergo: geen geld. Ergo: Geen macht. Ergo: Totale paniek en ellende.

Geen mens die er een druppel bloed voor hoeft te geven. Geen religie of fanaticus die de gruweldaad op hoeft te eisen dat hij/zij duizenden doden op zijn/haar geweten heeft.

Dodelijk simpel, succes verzekerd en totale chaos . (Oe, daar kun je een mooie reclame van maken! Met zo'n wanstaltige, zogenaamd stoere Amerikaanse voice-over.)

O, je hoeft het niet eens bij een continent te laten. Je kunt gelijk de hele wereld terug schoppen naar de middel eeuwen. Weg met de elektriciteit! Je hebt gelijk de wapens uitgeschakeld! Kun je weer ouderwets afslachten met zwaarden.

Neem aan dat je begrijpt dat dit sarcastisch bedoelt is?

Kom op mensen. Is het echt zo rampzalig dat je mobiel even niet werkt? Milieurampen genoeg. Je pensioen naar de knoppen en de armen mogen betalen. De rijken halen waar de armen voor betalen.

Maar o jee, je CrackBerry doet het niet. De wereld vergaat!

Mmmmmmmmzzzzz.
Denk dat ik toch naar eens op ga zoeken hoe ik de elektriciteitscentrale onklaar maak. Eerst even een zoot kaarsen inslaan.

dinsdag 20 september 2011

wijfel wijfel

En nu ben ik bang.

Je gaf aan dat de spanning eraf is. Je houdt van me, vindt het fijn, maar de spanning is weg. Waar het aan ligt weet je niet.

Allerlei gedachten tollen daar over in mijn hoofd rond.

Misschien ben ik erg enthousiast. Maar dat is logisch. ik heb me nog nooit zo kwetsbaar gevoelt, nooit iemand zo dichtbij laten komen.

Je wandelde mijn wereld binnen en hoorde daar gelijk. Daar hoort een spannende tijd bij. Vervolgens kan dat doorgroeien in liefde. Maar die waarheid zul je zelf moeten vinden. Daar kan ik je niet bij helpen.

Ook denk ik dat je beeld van een relatie anders is. Het kan niet spannend blijven. Je kent elkaar uiteindelijk en raakt eraan gewend. De spanning valt dan uiteindelijk weg.

Wat ik wel weet, is dat ik me een beetje lam geslagen voel. Mijn emoties gaan op slot. Ik voel een donderwolk aankomen. En ik ben als de dood om gekwetst te worden. En ik vrees dat dat er wel aan zit te komen. Ik vrees dat je op me uitgekeken bent. 

Ik zit met een brok in mijn keel en ben bang. Ik schrik wanneer ik je naam zie in mijn telefoon, omdat ik nare meldingen verwacht. Ja, ik ben bang om je kwijt te raken.

En ik vrees, dat ik je al kwijt ben.

vrijdag 3 juni 2011

Aan mijn zus, omdat ik van je hou

Emoties rollen.

Ik weet dat het moeilijk is. Verwarrend zelfs.

Je bent enkel op zoek nar evenwicht. En wenst hetzelfde als ieder ander: Huisje, boompje beestje. Het is een verschrikkelijk cliché. Maar dat is het niet voor niets. Een cliché is een cliché, omdat die op waarheid is gestoeld.

Maar je zoekt in de verkeerde richting. Je hart is verward. En ziet dingen voor liefde aan, terwijl dat niet zo is. Er is geen sprake van liefde, wanneer er niet met warme woorden wordt gesproken.

Wat is het, dat je precies zoekt? Genegenheid? Aandacht?
Waar denk je dat te moeten zoeken? In die spaarzame tochten, die gezellig zijn met een ander?

Ik WEET dat je een hoop hebt mee gemaakt. En dat je door de jaren heen, de juiste wegen hier en daar bent kwijt geraakt. Ook weet ik dat het moeilijk is, om door de ellende heen de juiste weg terug te kiezen.

Maak eens een pas op de plaats. Zoek niet in een ander. Zoek in jezelf.

Hoe kun je van iemand houden, als diegene je uit maakt voor alles wat lelijk is? Hoe kun je van iemand houden, als diegene iedereen veracht? En zichzelf nog wel het meest, al heeft degene in kwestie dat zelf niet eens door.

Het gif van zijn verachtzaamheid, sijpelt door in elk woord. Hij houdt niet van je, want hij houdt niet van zichzelf. Kan waarschijnlijk 10 definities geven van het fenomeen 'liefde', dat in 100 talen vertalen. Maar het voelen? Nee, waarschijnlijk niet. Emoties kan hij analiseren. Maar zover als ik hem ken, kent hij enkel afgunst.

Waarom laat jij je vernietigen? Zie je de jaloezie niet? Zie je niet dat hij te gronde wil richten, alles wat mooi aan jou is? Enkel, omdat jij bezit, wat hij nooit bereiken kan?

En hij doet zijn klus goed, want het begint te werken. Je twijfelt aan jezelf. En ik vraag me af, of je nog weet wat er zo mooi is aan jou. Je laat hem immers iedere keer weer terug komen.

Maar voor ik te ver door draaf. Verwijten aan hem maak, die misschien zwaar overdreven zijn, maak ik een pas op de plaats. Want ik wil voorzichtig zijn met mijn woorden. En laat het me uitleggen:

Ik durf een lief ding erom te verwedden. Hij houdt niet van je. Iemand die van jou houdt, zal jou en de jouwen niet uitmaken voor al dat lelijk is. Iemand die van jou houdt, zal zijn hand niet naar je oprichten, of doordrammen. Iemand die van jou houdt, laat je uitspreken en luistert. Gaat op zoek naar wat jou beweegt. Waar jij in gelooft. En dat zal hij te allen tijden respecteren. Ook als hem een andere mening is aangedaan.

Iemand die van zichzelf houdt, omringd zich met mensen die weten hoe veel diegene waard is.

Denk enkel na over deze vraag:


Waarom houd je niet genoeg van jezelf?

woensdag 27 april 2011

Humana/Leger des Heils/Noppes bakken

Ken je dat? 


Je hebt een dag vrij en bent aan het schoonmaken. Want dat moet (helaas) ook gebeuren. De kaboutertjes doen het niet en helaas, je hebt geen Mien Dobbelsteen. 

Ook ik ben, tussen het planten en oogsten op mijn boerderij door (zie vorig blog), Vandaag weer eens aan de slag gegaan. 
Was ophangen, vouwen. Ik ergerde me al een tijdje aan die uitpuilende kast. En ik zat me te bedenken, dat er eigenlijk best veel kleding is, die ik niet meer draag. 

dus ik ben gaan opruimen. Per onderdeel, ben ik gaan sorteren. Eerst korte shirts zonder print, daarna die met print (Ja, dat ligt bij mij in een aparte stapel. Ik ben op dat punt een beetje freaky. Alles ligt geordend.) Shirts met lange mouw, truien, jurken. Systematisch ben ik alles af gegaan. Niets was heilig, alles moest eraan geloven. 

Nu zit ik dus met een zak van bijna vijf kilo aan kleren. Die kunnen naar, ach, noem eens een instelling. Humana? Leger des Heils? 

Ik had eens in een daklozenkrant gelezen, dat er gemiddeld per huishouden 3.2 kilo aan spullen in die speciale bakken voor goede doelen wordt gedaan. Als je dat sec gaat bekijken, is dat eigenlijk heel weinig. En als ik ga kijken naar wat ik allemaal heb weg gegeven sinds ik verhuisd ben, denk ik zomaar dat er niet veel mensen zijn, die dat doen. Want ik denk dat ik in mijn eentje al aan een kilootje of tien kom. Dus er zijn bar weinig mensen die eraan doen. 
Of het gemiddelde van wat er weg gegeven wordt, is het laatste jaar gestegen. Laten we hopen dat het dat is. 

Mensjes! Ruim je kasten eens uit! Dat geeft een heerlijk opgeruimd gevoel. En wat je niet meer gebruikt en nog goed is, kun je in van die bakken doen. Dan doe je aan een goed doel zonder dat het je kost en ben je nog milieubewust bezig ook. 

EN! Dames! Als je de kast hebt uitgeruimd, kun je ZONDER schuldgevoel weer heerlijk shoppen. Omdat je alles hebt weggegeven, heb je nu immers ECHT bijna niets meer om aan te trekken.

Een win, win, win, win situatie dus. 

Heerlijk, die Humana/Leger des Heils/Noppes bakken



    donderdag 14 april 2011

    Mijn Mooie Belle

    Vandaag zou je jarig zijn. Zeven jaar alweer

    Door omstandigheden, ben je nooit op aarde gekomen.

    Maar mama staat er wel bij stil.

    Ik hoop, mijn mooie Belle, dat je in het zonnetje gezet wordt. Waar je ook bent.

    Ik brand een kaars voor je.

    dinsdag 12 april 2011

    Maar haar begrijpen, doe ik niet

    Ze schrijft.
    Gedichten verhalen en een enkel lied. Zoals ze zelf zegt: Geef mij een pen, papier en een onderwerp. Ik schrijf het voor je, zet het in elkaar en voer het voor je op.

    Zelf zingen doet ze.
    Echt vals is het niet. Als ze is warm gedraaid en de schaamte voorbij, is het best om aan te horen. Je hoort emotie. Een koningin van het drama. En dat roert. Al moet ze haar gewone baan niet opgeven.

    Ze luistert muziek.
    Jazz, klassiek. Nederrock, minimal music. Maar ook wat zij Epic Goth noemt.
    Ze heeft het over Rhapsody, Clan of Ximox, Sirenia.
    Er begint mij pas wat te dagen wanneer ze praat over Rammstein en After Forever. Maar die laatste vindt zij niet goed meer, sinds ze in de hitlijsten hebben gestaan. Dat is volgens haar niet puur meer. Het is volgens haar verworden tot 'Efteling Gothic'. Voor pandaberen. ('Je weet wel,' zegt ze. 'Van die pubers met witte gezichten, die hun mond en ogen helemaal zwart maken. Het zijn net panda's'.)
    En terwijl ik op het ene moment Marillon Manson zijn versie van 'Tainted Love' hoor krijten, laat ze vijf minuten later Herman van Veen zijn 'Cirkels' zingen of 'Wie heeft de zon uit jou gezicht gehaald'.
    Ze is een Beethoven fanate, en laat zijn piano regelmatig door het hout van het huis resoneren. Warm en diep. Doordringend. En je hoort de snikken in haar stem, als ze geconcentreerd luistert.
    Volgens mij, is ze verliefd op zijn ziel. (O, hoe graag zou ik zijn genialiteit willen evenaren. En haar adoratie krijgen.)

    Ze leest.
    Nee! Lezen noem je het niet meer. Ze VERSLIND boeken. Wanneer ik met moeite een stripboek op heb weten te pakken, is zij drie titels verder. Zij zuigt de informatie op als een spons. En laat het niet meer los.

    Ze weet de vreemdste dingen.
    Uren kan zij oreren, over de zin van verschillende kleuren in je leven. De betekenis van de kleur wit, in verschillende culturen.
    Dat dingen die in onze westerse cultuur als negatief worden bestempeld, in andere culturen aan de orde van de dag zijn. Positief en puur. In haar ogen dan.
    Ik begrijp het niet. En vraag mij iedere keer weer af waar ze: A: de informatie vandaan haalt; en B: hoe ze dat in vredesnaam onthoudt.
    Maar het luikje gaat open, bij de meest vreemde onderwerpen.
    Je zegt iets en je ziet haar kijken. Langzaam zegt ze: 'Wist je dat.." En dat is het startsein. Er komt een stroom aan informatie, die ze ongenadig over je heen gooit. Gelukkig verwacht ze niet, dat ik het ook allemaal onthoud.

    Ze duikt in talen.
    Recent heeft ze een cursus Latijn gedaan aan de Open Universiteit te Amstelveen. Als je haar vraagt waarom, zegt ze simpel dat het leuk is. Interessant, de basis van onze democratie.
    'Wist je dat onze huidige democratie is gebaseerd op de ideëen van de Grieken en de doortastendheid van de Romeinen?'
    En weer een stortvloed. Over het feit dat de meeste talen in Europa hun oorsprong vinden in Latijn. Dat Spaans, Frans, Italiaans en Portugees is ontstaan uit het dialect van de Romeinse soldaten.
    Daar gaat ze weer.
    En straks wil ze overstappen op mythologie. Dat is iets makkelijker dan Latijn. En ligt in het verlengde van haar religie. Waar ik echt niets van begrijp.

    Ze is op en top vrouw.
    Ik heb haar al horen lopen tieren. Zeggen durft ze het niet, maar ze ergert zich stijf. Niet iedereen doet het licht in de wc uit. Dat vindt ze verspilling van energie. En als je vraagt waarom ze zich zo druk maakt, begint ze een tirade over het milieu en verkwisting van geld. Haar geld, want het werkt collectief.
    Volgens haar moet men eens na gaan denken. Over dat onze kleinkinderen misschien ook kikkers willen zien. En dan in een sloot, niet het museum.
    Ook vindt ze het niet leuk dat er bijna niemand schoon maakt. Dat zij steeds staat te poetsen.


    Ze tiert.
    Over de wereld in het algemeen.
    Dat de politie niet eerlijk is. En degenen die wereld domineren.
    Ze beginnen met idealen, maar worden corrupt zodra ze aan het regeren slaan. Ze kan uren praten over politieke partijen.
    En om het onrecht dat haar omgeving wordt aangedaan.
    De ex van haar zus, die -in haar ogen- oneerlijke dingen zegt. Dingen die niet waar zijn. Of een verdraait beeld weergeven van de werkelijkheid.
    Een ex van haar, van jaren terug. Hij kan haar niet los laten en gooit van alles naar haar hoofd. Ze reageert niet op zijn berichten. Maar van binnen kookt ze. En het verteert haar, de wroeging.
    O hoe groot haar verlangen, om met rust te worden gelaten. Maar ze weet, dat als ze reageert, al het oude zeer wordt opgerakeld.
    Dus ze reageert niet. En laat het verdriet teren, in haar hart. Ze is bang. Bang dat hij haar nooit met rust zal laten.


    Daarnaast is ze een beetje verdrietig.
    Ze heeft nog steeds geen oven. Want haar huisje is nog steeds niet uitgeruimd. En dus heeft ze geen plek.
    Ze heeft er geen energie voor om op te ruimen, of haar prioriteiten liggen anders.
    Wanneer ze met geliefden is, wil ze hen niet opzadelen met klusjes en vragen of ze haar willen helpen met versjouwen. Ze verwend ze liever. Geeft hen liever, wat ze zelf zo graag zou willen ontvangen.
    Maar dat oventje knaagt. De geur van rijzende appeltaart. De gelukzalige gezichten van mensen, die haar 'vlammetjes' eten als uitgehongerde honden.
    En in haar zwierige jurken, in stijl en kleur zo veranderlijk als het weer, zingt haar ziel wanneer iedereen smult van haar keuken. Het is simpel. Absoluut niet moeilijk. Lang duurt het ook niet, voordat het klaar is. Maar ze stopt er aandacht in en liefde. Zij verstaat als geen ander, dat de liefde van de man door de man gaat. Over 40 jaar is ze misschien grijs en gerimpeld. Maar zij bezit ergens een schoonheid, die nooit zal stoppen met stralen. Die ster wordt groter en groter. Want ze wordt beter en beter. En zij straalt wel.

    Ze is soms neerslachtig.
    Ze kan het uren hebben, over diegenen die haar verlaten hebben. Of het nu uitgedoofde vriendschappen zijn of doden, ze heeft het over ze.
    Begrijp me goed. Ze spreekt over hen met liefde. Er is weinig wrok te vinden in haar stem. Enkel een teruggehouden traan, omdat ze hen zo mist.
    Daaruit kun je ophalen, dat ze veel hecht aan wezens: Haar kat, haar vrienden. Ze geeft zichzelf compleet. En verwacht ook een beetje dat dat ook terug komt.
    Ze WEET wel ,dat het niet altijd zo kan werken. Maar dat zijn voor haar geen echte vriendschappen. Dat laat ze makkelijker los. Dat zijn volgens haar kennissen. En dat zijn enkel passanten in je leven. Die moet je loslaten. En er enkel van genieten, zolang ze er zijn.
    Je huurt hun kameraadschap. Haal er uit wat er in zit, zonder egoïstisch of narcistisch te zijn.


    Goed. Hoe lang heb ik nu over haar zitten schrijven? Geen idee.
    Ik weet wel, dat ik haar niet begrijp. Hoe meer ze vertelt, hoe vager ze wordt.

    Ik kan me voorstellen, dat ze het moeilijk vindt. Ze is niet gek. En ze wil mee doen in de maatschappij.
    Maar ze is anders. Ze wil zich wel iets aanpassen, maar niet zichzelf verliezen. Geld maakt haar niet gelukkig.
    En dat moet ze ook niet doen, dat verliezen. Want ondanks dat ik haar niet begrijp, is ze fascinerend. Ze zit vol passie. In alles wat ze doet. Ze is hartstochtelijk. Een ander woord is er niet voor.
    En daarom benijd ik de man, die haar in zijn bed vindt. Ik zou wat graag een nacht met hem ruilen. Ze moet onverzadigbaar zijn. Niet te temmen. Want ook daar moet ze alles geven. En een enkele keer hoor ik haar.
    Al heb ik ook van haar begrepen, dat ze ook een hoop ellende kent met mannen. Mannen die haar 'nee' niet helemaal begrepen. Laat ik het maar zo zeggen.
    Daarom is ze in een huis vol mannen gaan wonen. Onder haar gevleugelde gezegde: 'Verzamel wat je vreest'. We leven in een huis met mannen. Ze wil haar angsten overwinnen. Een aparte aanpak. Maar het lijkt te werken.

    Maar ik sluit mijn deur. En ik kijk naar het sport-kanaal. Ze zit in de kamer naast mij. Soms te grienen van ellende. Maar haar aanspreken durf ik niet. Te vurig.
    En bezet.

    En begrijpen? Dat doe ik haar niet.


    zaterdag 26 maart 2011

    M., je ben een Lamme. Van de drank. En dat is erger dan een handicap.

    Ik heb te horen gekregen wat die ex van mij nu ongeveer van me wil. Nog eens veel geld en een heleboel verwijten. Maar dit keer gebracht door zijn 'nieuwe' vriendin.
    Dat ze begreep dat ik verder wilde in Alkmaar. En dat zij twee dat ook wilden en een gezinnetje willen, maar dat het niet kan door dat geld. Dat ze porno gevonden heeft, dat van mij zou zijn. En dat ze ziek werd van wat de ex en ik allemaal gedaan hadden.
    Dat had ze via vrienden aan mij gericht, met de eis aan hen dat ze het doorstuurden en ik binnen 12 uur een reactie zou sturen.

    Neem aan dat je snapt dat ze twaalf eeuwen kan wachten. 

    Uit het bericht haal ik op dat het over 2009 moest gaan. Welnu, toen woonde ik allang niet meer met hem in één huis. Toen was ik al naar de andere kant van Zaandam verhuisd. Dus rot lekker een eind heen met je belasting. Ik heb mijn eigen zorgen.

    Degenen die het nieuws mochten brengen, werd ook van alles verweten. Die zijn er nu dus ook wel klaar mee en hebben zich aan mijn zijde geschaard.
    Daar ben ik op zich wel blij mee. Al ben ik erg verdrietig over hun verlies. Ze zijn voor rotte vis uit gemaakt. En dat verdienen ze echt niet. Ze hebben van alles voor dat stel gedaan en fungeerden enkel als boodschapper. You NEVER shoot the messenger.
    En vrienden groeien niet aan bomen. Zeker goede vrienden niet.

    Verder ben ik door M. (nu EINDELIJK de EX!) van mijn zuster voor lamme uitgemaakt.
    Mijn zus liet mij boeken zien en zei dat ze die van hem te lezen had gekregen. Ik begreep uit haar woorden, dat het haar als literatuur was gegeven. Welnu, Chopenhauer (de fascist) en Nietsche (frustraat) zijn filosofen, geen literatuur. Mijns inziens geef je dat dus ook niet als zodanig.
    En al heb ik mijn zus verkeerd begrepen, want ze had ook om filosofie gevraagd, dan nog. Je begint niet met die twee. Als je iemand daarin wilt interesseren, dan begin je met iets lichts. Het liefste een bloemlezing, een inleiding tot de filosofie.
    Zij vertelde dit aan hem, op haar eigen wijze. Of eerder, deed daar een poging toe. Ze kwam niet goed uit haar woorden, omdat ze moeilijk kon vertellen wat ik gezegd had. Daarnaast liet hij haar weer eens niet uit praten.
    Ze heeft hem de deur uiteindelijk uit gegooid, omdat hij begon te chagrijnen en zei dat hij de volgende dag wel weg zou gaan. Nee, dan ga je nu maar. Was haar mening.
    En toen kwamen de berichten. Dat ik aan het kruis moest. Dat ze zich liet indoctrineren door die lamme. Wat weet die lamme nu van literatuur.

    Welnu, M. Zoek de definitie een op bij wikipedia. Nietsche is GEEN, ik herhaal, GEEN literatuur.

    En wat lamme betreft... Ik dacht dat jij zo intelligent was? Waarom maak je me dan uit voor lamme, in plaats van dat je het op mijn brein pakt? En als ik zo dom ben; waarom lees je dit blog dan? (Ja, ik weet dat je me nog steeds volgt. Zo ziek ben je wel.)

    En als laatste.. Ik ben sinds de kleuterschool niet meer uitgemaakt voor lamme. Zelfs schoolgaande kinderen voelden zich te intelligent om me daar nog voor uit te maken.


    donderdag 17 maart 2011

    Geestelijk Kasteel

    Door weer en wind. Teisterende stormen, sneeuw, hagel, ijs. Blakerende hitte, verblindend licht en het stik donker. Vanaf de andere kant van de wereld, leek. Enkel in japon en op flinterdunne schoenen.
    Maar ik was er. Klopte op de poort van het kasteel van je ziel en wachtte.

    “ Laat me binnen,” prevelde ik.
    “ Het is hier koud en nat,”  jammerde ik.

    Twee jaar heb ik voor je poort gestaan. Wachtend, verlangend. Om een antwoord, een teken van leven.
    Elke steen ken ik. Ik heb ze dagen lang geteld, betast, geliefkoosd. Het mooiste kasteel dat ik ooit zag, in al zijn wanhoop en grootste glorie. Dreigend en verlangend tegelijkertijd. Een halve ruïne, maar vol trots.
    In nissen heb ik geschuild. Hopend dat de koude zou vertrekken en ik mij spoedig mocht neerleggen in rust. Een warm welkom zou krijgen en wat bijstand, voor mijn ziek geworden hart. Ziek van verlangen, ziek van angst. Ziek van wanhoop, koortsig van verdriet. En het duurde maar en duurde maar.

    Een laatste keer klopte ik op de deur, tegen beter weten in. Ik pakte mijn gescheurde, vale rokken bij elkaar, trok de stukke schoenen iets rechter en zette mijn eerste stappen om weer terug te keren.

    En toen ging de deur open. Ik werd naar binnen gehaald en in de hal gezet. Ik mocht drogen en bij komen. Rusten en mij warmen aan een klein haardvuur. Ik weet niet of het genoeg was, maar het was iets. En ik was dus als een klein kind zo blij. Eindelijk weg uit dat nare weer en wat beschutting.

    En de hal was prachtig. Groot, met schilderijen en beelden. Van alles om naar te kijken en in op te gaan. Dingen om te betasten en je te leren kennen. Geen foto’s meer, waar ik mijn hart aan verloor. De foto’s van beelden die mij aan het hart gingen, ze waren tastbaar geworden. Mijn vingers konden over de rondingen glijden, ik kon de poppen tegen mijn buste drukken. Ik voelde mij als een klein kind dat door een schatkamer doolde.

    Langs de galerijen van beelden, die in de hal stonden, zag ik deuren. Daar keek ik eerst niet naar. Ging te veel op in de hal zelf. Maar na een tijdje liep ik terug. Ik werd nieuwsgierig naar de kamers die achter de deuren zaten. Wilde weten wat de geluiden waren die daaruit kwamen. Echt allemaal. De leuke, beangstigende, de smekende, verdrietige. Elke emotie, elke gebeurtenis. Maar de deuren bleven dicht. En hoe harder ik trok, hoe dichter de deur kwam te zitten.

    Hoe harder ik schreeuwde om antwoord, hoe zachter de echo. Hoe zachter ik snikte om aandacht, hoe harder de oorverdovende stilte. Ik hoorde de echo van je stem wel. En je kwam soms bij mij slapen in de hal. Daar warmde ik mij dan aan. Hield je vast, alsof het de laatste dag van mijn leven was. En dat was soms ook zo. Ik wist immers dat je weer vertrekken zou. En dan moest ik alles weer alleen doen. En iedere keer als je vertrok, dan brak er iets in mij. Een scheurtje, een barstje. Priegelig klein, een splinter in mijn hart. Ik rechtte mij rug en ging door. Ervan overtuigd dat de aanhouder zou winnen. Ik had immers twee jaar buiten gewoond. Nu ben ik in ieder geval binnen. En droog en relatief warm.
    Maar de splinters hebben zich vermenigvuldigd. En mijn stem is schor van het vragen. Mijn ogen rood van de tranen. Mijn hart ligt in stukjes en wordt bij elkaar gehouden door de splinters.

    Ik ben op zoek naar een nieuwe jurk, nieuwe schoenen. En eigenlijk wil ik ook nog wel een jas, voor de zekerheid. Twijfelend en vol verdriet, loop ik naar de uitgang van je kasteel. Een laatste verlangende blik door je hal. Maar de beelden zitten onder het stof. De schilderijen zijn veranderd in schimmen. Het vuur dat mij ooit verwarmde, lijkt mijn grootste vijand geworden. De stilte is oorverdovend en de spoken beginnen mij op te jagen.

    En nu.. Nu ik de deur heb geopend om te vertrekken, doe jij een kamer open. Laat je eindelijk een emotie zien, een teken van leven.
    Ik weifel en twijfel. Ik weet niet wat de juiste keuze is. Ik wil in ieder geval een tijdje in mijn eigen kasteel. Mijn eigen jurken, mijn eigen lijf. Ontdekken wat mijn krachten zijn en wat mijn schoonheden. Ontdekken wat ik verlang, behalve rust. En vooral.... Dat ook bereiken. Bereiken op eigen kracht. Ik kan niet liefhebben, zonder van mezelf te houden. Ik kan geen rust ontvangen, als ik het zelf niet voort kan brengen. En dat bereik ik maar op één manier: Door mijn vleugels uit te spreiden en uit te slaan.

    Je hal is mijn vijand geworden, o heer. Ik voel mij vermoeid en weet niet of ik nog vechten kan. Ik weet niet of het de moeite nog is. Dus ik verlaat het kasteel, dat staat vast. Of ik terugkom, is niet zeker. Als ik mijn eigen hart beluister, heeft het te veel pijn om door te gaan. Als ik jou roep hoor, bloed ik dood en kan ik niet weigeren. De pijn is mij immers bekend.

    Ik moet weg, kan niet dralen. Mijn hart bloed, mijn stem is schor. Ik moet helen. En jij, o heer. Zet de deuren eens open. Laat de wind door de kamers waaien. Laat licht toe en haal eens wat bloemen naar binnen. Mocht ik niet terug komen, dan is het huis in ieder geval warmer wanneer een andere dame aan je deur klopt.

    18 06-2010

    vrijdag 11 maart 2011

    Piano Sonate No. 14 in C mineur

    Door de grenzen van de tijd,
    Over barriëre's van de taal.

    Jou ziel en zaligheid,
    Die je niet uit kon spreken in woorden.
    Te subtiel,
    Te complex.
    De woorden bleven steken in je keel.

    En daarom,
    Vertaalde je het in klanken.
    Die klanken resoneren door mijn huis.
    Laten zich vangen,
    In de nerven van het hout.

    En in de warme klanken van de piano,
    Herken ik jou ziel.
    De wanhoop, het verlangen.
    De vurige hoop te communiceren.

    Het desperate, om niet begrepen te worden.
    Gevangen in de vallen,
    Van je eigen hoofd.
    Omdat je niet helder kunt communiceren,
    En je eigen tijd vooruit gesneld bent.

    Je perst emoties door de klanken,
    In de hoop op herkenning.
    Dat er één persoon is,
    Die een fractie van een seconde,
    Jou beroering begrijpt.

    Dwars door de tanden van de tijd,
    Herken ik jou.
    Alsof jij eeuwen geleden bent gaan zitten,
    En dit stuk geschreven hebt,
    Speciaal voor mij.

    O, hoe beroer je mij,
    O hoe breng jij mij in vervoering.

    Ik heb je ziel zo lief.

    11-03-2011

    donderdag 27 januari 2011

    Gapend gat in mij.

    En als een stille sluiper,
    Gleed jij mijn wereld uit.

    Liet achter,
    Een gapend gat,
    Van eenzaamheid.

    Ik vul dat op,
    Met plaatjes van jou.
    Met geluidsfragmenten,
    Van jou klanken.

    Ik mis je zo,
    Ik mis je zo.

    maandag 24 januari 2011

    Ga iemand anders pesten!

    Misschien dat je het kent. zo'n ex die je maar niet met rust wil laten. helaas heb ik er ook eentje.

    Ik heb twee keer samen gewoond. En de eerste laat me niet met rust. In 2009 was er al heibel. Gezanik en gezeik, hoofdzakelijk over geld. Er werden allerlei aanverwante zaken bij gehaald. Beide kanten hebben zich misdragen. Ik ben niet netjes geweest, geef ik grif toe. Hij ook niet, maar hij denkt de zielige kant te zijn. Daar komt het op neer en meer wil ik er ook niet over kwijt. Ik ben geen riool-rat.
    Maar goed. ik heb een bedrag betaald, op voorwaarde dat hij me voortaan met rust zou laten. Daar is hij mee akkoord gegaan.

    Via een wederzijdse vriend neemt hij weer contact met me op. Althans.. Aan de vriend vraagt hij om mijn gegevens. En volgens de vriend ging dit gepaard met een hoop verwijten. Hij wil het me niet laten lezen, want het is te beledigend. De kans dat dezelfde oude koeien uit de sloot gehaald worden, is dus groot.

    De ex heeft een aanslag van de belasting gekregen. Over een tijd dat het misschien, eventueel nog wel eens over ons beiden zou kunnen gaan. Of ik maar weer even wil dokken. Neem aan dat je begrijpt, dat ik dat echt niet van plan ben. En dat ik ook niet wens dat hij nog met mij in contact treedt.
    We hebben een afspraak, houd je eraan. Bewijs maar dat ik inderdaad mede schuldig ben aan dat bedrag van de belasting. En doe het dan via de weg die erbij bewandeld dient te worden. En niet via via. Toon je eens een man. (Dan zou het dus inhouden dat ook jij je verlies neemt en het verder laat rusten. Je hebt immers een laatste verbond gesloten.)

    Ik verbaas me er een beetje over, dat hij weer met verwijten komt over bijkomende zaken. geld kan ik, met moeite, nog in komen. Als je niet veel hebt, kun je in de stress raken. Al vraag ik me af hoe hij dat dan op mij wil verhalen. Ik heb immers ook niets. Dat is te bewijzen. Had ik toen niet, heb ik nu niet. En de kans dat ik het ooit krijg, is klein.
    Maar waarom zeurt hij nu WEER over wat er toen en toen, daar en daar gebeurd is? Mij zijn ook nare dingen aangedaan. Welnu, gedane zaken, nemen geen keer. Kont in het verleden en focussen op de toekomst.
    Hij heeft een nieuwe vriendin en is, volgens zeggen, gelukkig met haar. Dus waarom blijft hij dan hangen? Wordt eens volwassen!

    Mocht je mij nog willen hebben, doe dat dan volgens de juiste wegen. En bereid je erop voor te verliezen. Vervolgens kun je een claim verwachten. Voor de geleden hedendaagse mentale schade.

    donderdag 20 januari 2011

    Respectloos

    Hoeveel borden kan een mens voor het hoofd hebben? Als ik M. zo beluister, de gehele geschiedenis van Wegdewood en Ikea te samen, vermenigvuldigd met het oneindige getal van Pi.

    Ik heb, zoals wel meer mensen, nog een blog. Daarop had ik een aantal keren aangegeven dat ik dit blog ook heb, maar dan als veilig voor mezelf. Ik gaf geen gegevens.
    Ook heb ik daar ooit eens geblogd dat er iemand was die het heeft opgezocht en dat ik daar niet blij mee was. Het gaat mij erom, dat ik hier op kan schrijven wat ik wens, zonder na te hoeven denken. Degene die mijn blog toen toch gelezen heeft betuigde spijt, zei dat ik mijn blog-url moest veranderen en niet meer zou zoeken.

    Ook daarover blogde ik op de andere site. Dat ik mijn vrijheid weer terug had en dat het nu dan over is. Zou aannemen dat je dan begrijpt, dat je mij gewoon mijn gang moet laten gaan en niet naar mij op zoek. Dat had ik immers ook geschreven. Moeilijk lijkt mij dat ook niet.

    Een mens met intellect en respect, zou dan ook zeggen: Laat haar maar. Maar nee, M. moet (control-freak die hij is) op zoek naar mijn blog. Hij wil bewijzen dat het te vinden is. (Wat ik ook nooit ontkent heb. Heb enkel aangegeven dat men het moet laten rusten.) En hij geeft aan mijn zus aan mij gevonden te hebben. Ik reageerde bij mijn zus redelijk coulant. Zij kan er immers weinig aan doen. Maar mijn hemel, mijn bloed kookt! Zij geeft aan dat hij mij niet wil zien, door mijn blog 'Boos' alhier waarschijnlijk. Welnu, gelijk heeft hij.
    Dat hij nu ook gewoon mijn blog zoekt in het algemeen en denkt dat hij daar het recht toe heeft. Waarom gaat hij over mijn wens heen? Ik heb immers aangegeven het niet te wensen. Wat geeft hem het recht daartoe?

    Dus, M. Mocht je dit lezen. Dan weet je dat jij je aangesproken moet voelen. Wat je doet is fout, respectloos en heel veel zeggend over jou. Jij denkt alles maar je kunnen maken, zonder dat er iets tegenover staat. Zo komt het in ieder geval wel op mij over. Je bent mijn respect en waardering kwijt. Volledig.
    Ik vind wat je doet getuigen van wansmaak. Zo erg, dat zelfs de meest wanstaltige roddelpers netjes is, in vergelijking met jou gedrag.
    Ik durf niet eens meer wat te zeggen, want ik ben bang dat er geen gehoor wordt gegeven aan mijn wensen. En je bewijst keer op keer dat deze angst terecht is.
    Jij beweert intelligent te zijn. Welnu, je hebt trucjes. Je vindt dingen snel en weet veel omdat je lezen kunt. Maar enige vorm van emotie heb je niet. Noch een gevoel van medemenselijkheid. Dat is een armoede, waar geen intellect tegenop kan. Want het simpele 'neen' begrijp je niet.

    maandag 3 januari 2011

    Storm op de zee van emoties

    Een soort van kilte.
    Twee onzichtbare handen die mijn keel dicht knijpen. Enkel omdat ik een beetje aan mezelf begin te twijfelen.
    De eerste barstjes in mijn herwonnen zelfvertrouwen zijn een feit. Maar ik zal me niet laten  kisten.

    Waarom ik zo vroeg in het jaar al een beetje depri ben, hoor ik je vragen? Ach, het is simpel. Omdat ik mezelf en mijn emoties niet meer begrijp.

    Ik was zo zelfverzekerd van plan op mezelf te wonen. Onafhankelijk en niet samen met een partner. Ik zou het even zelf gaan uitvogelen, op eigen krachten doen.
    Alles goed en wel. Ik woon op mezelf maar dat zonder partner gedeelte ging uiteraard niet door. Ik heb nu weer een partner.

    En begrijp me goed, ik ben dol op hem. Heel erg zelfs. Geloof dat ik nog nooit zo blij ben geweest. Ik heb me nog nooit zo vrij heb gevoeld in een relatie. Een soort basis begrip van vertrouwen en respect. Gelijkheid en warmte. Dat alles is in deze relatie blijkbaar normaal. Voor mij is het dat niet, helaas. Voor mij is het een wonder.
    En dat helaas is dan in: niet eerder ervaren. Ik dank de Goden op mijn knietjes dat ik het nu eindelijk wel mag ervaren. Dat ik iemand naast me heb staan die me aan alle kanten gruwelijk verwend en in het zonnetje zet.

    Maar ik ben me nu dus verschrikkelijk aan hem gaan hechten. Waar ik eerst de angst had om te binden, omdat alles te mooi klonk om waar te zijn, ben ik gaan accepteren. Ik mag ervan genieten en ik ben een gelijke. Geen voetveeg meer, geen matras of ondergewaardeerd en vanzelfsprekend. Eigenlijk heb ik dus alles gekregen wat ik wens: Iemand die mij ziet staan en waardeert. En ik ben dus gaan hechten. Je kunt nu rustig zeggen dat ik op emotioneel vlak van hem afhankelijk ben. Ik mis hem nu al verschrikkelijk, terwijl hij mij vanmorgen pas heeft afgezet op het station. En ik zie hem niet voor aanstaande vrijdag. Ik heb dus nog een hele week in mijn eentje te overbruggen. Geloof me, het liefste pak ik de eerste trein die zijn richting uit gaat.
    Maar nu moet ik dus los laten. Neem de ruimte. En deze ook geven, want hij is niet gewend continu met iemand in één huis te wonen.
    Dat valt mij een beetje zwaar. Raar eigenlijk, dat ik dat na twee maanden al heb. En als ik het rationeel bekijk ook onzinnig. Ik heb wel vaker in mijn eentje gestaan. Vooral op emotioneel vlak. Dus waarom zou ik me nu in ene afhankelijk opstellen ten opzichte van een ander?

    En daarnaast veranderd mijn lijf. Het reageert anders op alle dingen om mij heen.

    Al sinds mijn 25e heb ik een Mirena. Dat is een anti-conceptie middel. Voor details kun je Wikipedia raadplegen: http://nl.wikipedia.org/wiki/Spiraal_(anticonceptie)
    Jaren werd ik niet tot nauwelijks ongesteld. Ik deed gewoon vrolijk mijn ding en misschien werd ik eens per half jaar eens ongesteld. Er  was bijna nooit wat aan de hand. Slechts een enkele keer vond ik sporen van iets dat ooit een bevruchting geweest zou kunnen zijn. Ik keek er dan even naar, zei in mezelf een klein gebed van afscheid en ging over op de orde van de dag. Geen haar op mijn lichaam (dat zijn er wat mee dan op mijn hoofd) dat er dan nog verder over dacht. Moeder worden was een uitgesproken nee. Discussie was niet mogelijk, ik wilde ze niet. Ik was er niet klaar voor. Mijn toenmalige partner al helemaal niet. Er was dus niets om over na te denken.

    Van het weekend zat ik op de wc. Wederom kom ik iets tegen. En er gaat even een schok door me heen. Iets in mij vindt het erg. Ik ben iets kwijt. Iets waarvan ik niet weet, of het echt niet welkom is. Ik weet in ene niet meer zo zeker, of het een uitgesproken nee is tegen kinderen. Het lijkt er in ieder geval op, dat mijn lichaam iets aan het vertellen is. Hoe ik het ook negeer, mijn lichaam heeft last van een biologische klok. Het heeft een sterke combinatie gevonden in de genen (partner) en wil voortplanten. Of ik dat wil is nog steeds niet duidelijk, maar de uitgesproken nee is nu al omgeslagen in een twijfelachtige misschien.
    En daarin is één ding dan weer heel duidelijk: ALS het moet, dan met hem. Klaar. Uit.

    Als ik mezelf dit zie tikken, heb ik echt zoiets van: Ben IK dit? Hoe kun je dat na twee maanden nou al zeggen? Hoe ben je zo zeker van als en dan? En waarom schreeuwt mijn lichaam dat het treurt om een verloren vrucht, dat waarschijnlijk toch niet levensvatbaar was? Anders was ik het immers niet verloren.

    Dit alles is verwarrend. Omdat het in ene een heel ander perspectief geeft op alles wat ooit zo duidelijk was. Zo uitgelijnd. Ik weet op dat punt in ene helemaal niets meer zeker.

    En dat maakt mij onzeker. En bang. Het voelt alsof mijn bootje genaamd emoties een beetje los slaat op de zee, die een beetje last heeft van stormachtig weer. Het komt allemaal echt wel weer goed. En dat zal snel zijn ook. Ik moet enkel wennen aan de complete nieuwe vorm waarin mijn leven zich aanbiedt. En dat gaat niet zonder slag of stoot.

    Maar op het moment is het dus een beetje druistig en donker.