maandag 3 januari 2011

Storm op de zee van emoties

Een soort van kilte.
Twee onzichtbare handen die mijn keel dicht knijpen. Enkel omdat ik een beetje aan mezelf begin te twijfelen.
De eerste barstjes in mijn herwonnen zelfvertrouwen zijn een feit. Maar ik zal me niet laten  kisten.

Waarom ik zo vroeg in het jaar al een beetje depri ben, hoor ik je vragen? Ach, het is simpel. Omdat ik mezelf en mijn emoties niet meer begrijp.

Ik was zo zelfverzekerd van plan op mezelf te wonen. Onafhankelijk en niet samen met een partner. Ik zou het even zelf gaan uitvogelen, op eigen krachten doen.
Alles goed en wel. Ik woon op mezelf maar dat zonder partner gedeelte ging uiteraard niet door. Ik heb nu weer een partner.

En begrijp me goed, ik ben dol op hem. Heel erg zelfs. Geloof dat ik nog nooit zo blij ben geweest. Ik heb me nog nooit zo vrij heb gevoeld in een relatie. Een soort basis begrip van vertrouwen en respect. Gelijkheid en warmte. Dat alles is in deze relatie blijkbaar normaal. Voor mij is het dat niet, helaas. Voor mij is het een wonder.
En dat helaas is dan in: niet eerder ervaren. Ik dank de Goden op mijn knietjes dat ik het nu eindelijk wel mag ervaren. Dat ik iemand naast me heb staan die me aan alle kanten gruwelijk verwend en in het zonnetje zet.

Maar ik ben me nu dus verschrikkelijk aan hem gaan hechten. Waar ik eerst de angst had om te binden, omdat alles te mooi klonk om waar te zijn, ben ik gaan accepteren. Ik mag ervan genieten en ik ben een gelijke. Geen voetveeg meer, geen matras of ondergewaardeerd en vanzelfsprekend. Eigenlijk heb ik dus alles gekregen wat ik wens: Iemand die mij ziet staan en waardeert. En ik ben dus gaan hechten. Je kunt nu rustig zeggen dat ik op emotioneel vlak van hem afhankelijk ben. Ik mis hem nu al verschrikkelijk, terwijl hij mij vanmorgen pas heeft afgezet op het station. En ik zie hem niet voor aanstaande vrijdag. Ik heb dus nog een hele week in mijn eentje te overbruggen. Geloof me, het liefste pak ik de eerste trein die zijn richting uit gaat.
Maar nu moet ik dus los laten. Neem de ruimte. En deze ook geven, want hij is niet gewend continu met iemand in één huis te wonen.
Dat valt mij een beetje zwaar. Raar eigenlijk, dat ik dat na twee maanden al heb. En als ik het rationeel bekijk ook onzinnig. Ik heb wel vaker in mijn eentje gestaan. Vooral op emotioneel vlak. Dus waarom zou ik me nu in ene afhankelijk opstellen ten opzichte van een ander?

En daarnaast veranderd mijn lijf. Het reageert anders op alle dingen om mij heen.

Al sinds mijn 25e heb ik een Mirena. Dat is een anti-conceptie middel. Voor details kun je Wikipedia raadplegen: http://nl.wikipedia.org/wiki/Spiraal_(anticonceptie)
Jaren werd ik niet tot nauwelijks ongesteld. Ik deed gewoon vrolijk mijn ding en misschien werd ik eens per half jaar eens ongesteld. Er  was bijna nooit wat aan de hand. Slechts een enkele keer vond ik sporen van iets dat ooit een bevruchting geweest zou kunnen zijn. Ik keek er dan even naar, zei in mezelf een klein gebed van afscheid en ging over op de orde van de dag. Geen haar op mijn lichaam (dat zijn er wat mee dan op mijn hoofd) dat er dan nog verder over dacht. Moeder worden was een uitgesproken nee. Discussie was niet mogelijk, ik wilde ze niet. Ik was er niet klaar voor. Mijn toenmalige partner al helemaal niet. Er was dus niets om over na te denken.

Van het weekend zat ik op de wc. Wederom kom ik iets tegen. En er gaat even een schok door me heen. Iets in mij vindt het erg. Ik ben iets kwijt. Iets waarvan ik niet weet, of het echt niet welkom is. Ik weet in ene niet meer zo zeker, of het een uitgesproken nee is tegen kinderen. Het lijkt er in ieder geval op, dat mijn lichaam iets aan het vertellen is. Hoe ik het ook negeer, mijn lichaam heeft last van een biologische klok. Het heeft een sterke combinatie gevonden in de genen (partner) en wil voortplanten. Of ik dat wil is nog steeds niet duidelijk, maar de uitgesproken nee is nu al omgeslagen in een twijfelachtige misschien.
En daarin is één ding dan weer heel duidelijk: ALS het moet, dan met hem. Klaar. Uit.

Als ik mezelf dit zie tikken, heb ik echt zoiets van: Ben IK dit? Hoe kun je dat na twee maanden nou al zeggen? Hoe ben je zo zeker van als en dan? En waarom schreeuwt mijn lichaam dat het treurt om een verloren vrucht, dat waarschijnlijk toch niet levensvatbaar was? Anders was ik het immers niet verloren.

Dit alles is verwarrend. Omdat het in ene een heel ander perspectief geeft op alles wat ooit zo duidelijk was. Zo uitgelijnd. Ik weet op dat punt in ene helemaal niets meer zeker.

En dat maakt mij onzeker. En bang. Het voelt alsof mijn bootje genaamd emoties een beetje los slaat op de zee, die een beetje last heeft van stormachtig weer. Het komt allemaal echt wel weer goed. En dat zal snel zijn ook. Ik moet enkel wennen aan de complete nieuwe vorm waarin mijn leven zich aanbiedt. En dat gaat niet zonder slag of stoot.

Maar op het moment is het dus een beetje druistig en donker.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten