woensdag 15 december 2010

Strijdster

Ik zal strijden 

Voor mijn leven, 
Voor mijn lief. 

Voor gerechtigheid, 
Voor mijn geloof. 

Voor gelijkheid, 
En voor eer. 

Ik ben een psychologisch strijder, 
Sterk en strijdvaardig. 

Bid dat ik eerbaar blijf, 
Hoop dat ik oprecht blijf. 

Niets menselijks is mij vreemd, 
En ik zal fouten maken in mijn eed. 

Laat boze tongen verstommen, 
En zich verstikken in hun eigen gif, 
Voordat ze mijn ziel kunnen aantasten. 

Laat mij thuiskomen, 
En met opgeheven hoofd, 
Kunnen laten zeggen: 
Deze strijder heeft haar oorlog gewonnen.

14-01-2009

Springplank naar de sterren

Op de sprinkplank naar de sterren, 
Zag ik in de maan een licht. 
En na urenlang gepuzzel, 
Ontvouwde zich daar jou gezicht. 

In jou ogen stond te lezen, 
Wat ik jaren heb gezocht. 
Een vriend voor mijn lange wegen, 
Over elke brug, door elke bocht. 

Geen antwoord op de vragen, 
Die mij tergen, elke dag. 
Maar een traan als ik verzaakt heb, 
Bij mijn oplossing een lach. 

Maak nooit, mijn wegen recht of simpel, 
Los nimmer, op voor mij de som. 
Wees enkel en alleen aanwezig, 
Zodat ik door mijn aardse test heen kom.


    01-01-2001

    Mabon Sabbath

    In warme stralen,
    Goud omrand.
    In groene weiden,
    Helder licht.

    Zie daar mijn vriend,
    Mijn trouw gezel,
    Vertrouweling en waker.

    Hij wacht op mij,
    Waakt over mij,
    Tot ik weer naar huis toe kom.

    Dan kijkt hij op,
    Met moede blik.
    "Waar ben je nou gebleven?"

    Ik mocht nog niet,
    Ik moest nog door.
    Mijn strijd,
    Nog niet gestreden.

    Maar dank voor al,
    Dat jij ooit was,
    Voor wat je hebt gegeven.


    19-10-2010.

    dinsdag 14 december 2010

    La chanson des Vieux Amants

    Bij dit nummer, moet ik altijd aan mijn grootouders denken.
    Grootmoe weeft. En mijn grootvader? Die scheldt op de computer of staat heftig te stofzuigen.

    Van het voorjaar zullen ze 60 jaar getrouwd zijn. En als ik een voorbeeld moet kiezen van een huwelijk, dan zijn zij het. Zonder er over na te moeten denken.

    Hoe zij elkaar in de ogen kunnen kijken, als twee verliefde pubers. Prachtig.



    En gewoon omdat hij mooi is. Hier zit niets achter:



    En dan hoort deze er ook bij. De rillingen over de rug.

    maandag 13 december 2010

    In het kader van de aankomende kerst.

    Waar jij op loopt.

    En daar sta ik dan. Op een nieuwe tweesprong in mijn leven.


    Ik ben nog nooit zo bang geweest. Wel vaker verliefd, begrijp me goed. Ik heb me wel eerder over gegeven aan een gevoel van intense verliefdheid. Zelfs een diep houden van.


    Maar elke vezel van mijn lijf vertelt mij, dat dit anders is. Iets in mij, waarschuwt. Dat dit nu echt anders is. Juist omdat ik niets kan beloven. Juist omdat ik niet verder kan kijken dan vandaag. Blij ben als ik het einde van de week haal. Omdat ik dan mijn vege lijf weer in jou armen kan gooien.


    Het liefst lig ik de hele dag in jou bed. Je wijst naar mij en ik ben onverzadigbaar. Het maakt me niet uit hoe, als je maar met me vrijt. Als je me maar zegt dat je van me houdt. En dat meent.


    Ik geef je mijn borst, ik geef je mijn schoot. Elke vezel en elk sprankje leven. Elke pijnscheut is genot, als ik jou glimlach zie. De pijnscheut door mijn onderlichaam, als je bij mij binnen dringt. Is een pijnscheut van genot. Een offer van liefde. Dat ik honderd keer per dag wil betalen. Al deed het duizend keer zo zeer per keer.


    De zachte kreun, die mijn streling kan ontlokken. De kreun die van je lippen vlucht, op het moment dat je loslaat in mijn schoot. Laat gods water maar over gods akker lopen. Een mooier geschenk is er voor mij niet. En op zo'n moment, van intens verlangen. Dat alles verslindend is, alles omvattend. Geen tijd heeft voor tijd, ruimte of bepaling. Taal is niet belangrijk. Want het kan niet vertalen, welke emoties er door me heen gaan. Het dekt bij lange na de lading niet. Ik ga in vlammen op.


    Het dekt de lading niet, van wat ik voel voor jou. De warmte, het verlangen. De pure overgave. Het weten dat ik zonder jou enkel besta. Dat mijn rekening betaald zal zijn en dat ik alleen mijn kostje kan winnen, maar dat ik verder geen inhoud heb. Want in de korte tijd dat ik de jouwe ben, ben je verworden tot:


    Heerser van Verlangen.
    Koning van Essentie.
    Oorsprong van Ademtocht.


    En daarmee ben ik verloren, mijn zelfstandigheid. Want ik leef enkel fysiek, zonder jou. Mijn emoties zijn leeg, als ik mijn aria niet voor en met jou mag zingen.


    Dat geeft mij angst. De angst dat jij weer weg gaat. Dat je niet meer van mij houdt. En ik achterblijf, als leeg omhulsel. Een aria zonder stem.


    Maar ik zal vechten. Voor de belofte van vandaag. Elke dag dat wij kiezen, voor elkaar. Elke pijnscheut, is het waard. Wankelt op de dunne lijn van subliem genot.


    Ach. Een heel lang verhaal. Om te zeggen: Ik kus elke vierkante millimeter...