donderdag 28 juni 2012

Stickers plakken


Nederland is dol op etiketjes en het plakken van stickertjes op voorhoofden.
Je telt als zieke of behoevende niet mee, zonder zo’n mooie term van een arts. ADHD, PDD NOS. Noem er nog een aantal. Het is allemaal de bedoeling dat je dat ergens geanaliseerd bent. Heerlijk.

Die namen van de stickertjes veranderen nog wel eens. Wat nu ADHD heet, wat 20 jaar geleden een Minimal Brain Disfunction. (MBD) Dat vond men een te gemene betiteling, dus dat is aangepast.

De andere kant op, kan daarin ook. Vroeger heette het gewoon gehandicapt, wanneer je fysiek of mentaal iets mankeerde. Den Haag vond het nodig om de titel aan te passen, omdat gehandicapt een scheldwoord is. Het is zo beladen. Hoe ze de mentale versie vandaag de dag noemen, weet ik niet meer. Geestelijk gehandicapt mag in ieder geval niet, want dat zou discriminerend zijn.

Voor de fysieke variant is het in twee delen gesplitst: de minder validen (Die nog zelfredzaam zijn) en de invaliden (Die afhankelijk zijn van derden voor hun onderhoud.)
En aan die term heb ik een hartstochtelijke hekel. Nog nooit heb ik zo’n denigrerende titel naar mijn hoofd gekregen.

Valide komt uit het Latijn. (Het voltooid deelwoord ben ik even kwijt, sorry.) Het Engelse ‘valid’ is daarvan afgeleid. Dat betekend ‘waarderen, waardig”. Ik ben, conform de regels van de heren en dames medici een minder valide. (Ik ben nu eenmaal mank, kan ik ook niets aan doen). Oftewel: Ik ben minder waardig. En dat zou dan minder erg moeten zijn dan de term gehandicapt. En een invalide wordt onwaardig. O wat vriendelijk.

HALLO DEN HAAG EN MENSEN MEDICI! Dat ik niet geheel naar behoren functioneer houdt niet in dat ik ontoerekeningsvatbaar ben en derhalve van lagere waarde! Ik ben NIET minder valide. Ik heb besef van de Nederlandse taal, al is deze niet foutloos.
Leer je taal en leer deze juist te interpreteren. En noem mij alsjeblieft weer gewoon gehandicapt. Of fysiek uitgedaagd. Voor mijn part fysiek gelimiteerd. Als jullie er zo graag een andere term aan willen hangen omdat jullie niet kunnen accepteren dat het hard is, maar waar en dat het gewoon ‘mank zijn’ heet, prima. Maar degradeer mij niet tot minderwaardig. En mijn broeders en zusters in een rolstoel niet als onwaardig.

dinsdag 26 juni 2012

Striktorische vraag

De striktorische vraag.
Die term zegt je waarschijnlijk niets. Klopt, want deze term is ontstaan tussen Nils en mij. Het is de combinatie van de woorden strikvraag en retorisch.
Voor degenen onder ons die deze woorden niet kennen: Een retorische vraag is een vraag die je jezelf stelt, of waar je het antwoord al van kent.
Bijvoorbeeld de vraag of ik koffie wens, op het moment dat ik net mijn bed uit kom. Buiten het feit dat dit een domme vraag is, is het ook nog eens de verkeerde. Het is niet de vraag OF ik koffie wil, maar HOE VEEL en hoe sterk. Dat wil nog wel eens variƫren. Dat er koffie moet komen is een feit. Anders word ik niet wakker.

Verder hebben we dan nog de strikvraag. Zo’n vraag waarop twee of meer antwoorden mogelijk zijn. En daar kan een fout antwoord bij zitten. Mannen hebben de meeste ervaring met deze strikvragen, waarbij een heel fout antwoord mogelijk is. De ene vraag is nog erger dan de ander. Voorbeelden:
1: vind je mijn ogen/voeten/krullen/etc. mooi?
2: vind je Beyonce/Naomi Campbell/Christina Applegate/andere ster van het vrouwelijk geslacht (die NIET op je partner lijk) mooi?
En dan de allerergste: Maakt deze broek/jurk mij dik?
Zodra een man deze vraag hoort, breekt het zweet hem uit. Hij ziet de val op zich af komen. En hij WEET! Hier is geen ontkomen meer aan. Dit is zo’n vraag waarbij het eigenlijk niet uitmaakt wat je zegt.  Wanneer hij een antwoord geeft, is dat te gemakkelijk verkeerd te interpreteren.  Wat inhoud dat er ruzie komt, de sfeer verpest is en er voorlopig, hoe zal ik het zeggen, geen gezelligheid meer is in de slaapkamer. (Zo! Ik kan zowaar tactisch doen!) De man weet niet meer waar hij kijken moet. Zoek naarstig naar hulp en vindt het niet. Hij weet niet wat te zeggen en zegt iets onsamenhangends en tactloos.
Laten we eerlijk zijn… Tact is over het algemeen niet de forte van de gemiddelde Nederlandse man. Dat is niet om ze af te zeiken. Ook niet om gemeen te zijn. Het is gewoon zo. Daarnaast interesseert het de gemiddelde man ook geen bal en dus heeft hij geen kijk op kleren. Dat geldt niet voor alle mannen, maar generaliseren is in dit soort stukjes nu eenmaal leuk.

Vrouwen, ik doe een beroep op jullie. Houd het gezellig in je relatie en de slaapkamer. Projecteer je eigen onzekerheid over je lichaam niet op je man. Ja, geef eerlijk toe, al is het maar voor jezelf. Wanneer je dat soort vragen stelt aan je partner, ben je onzeker over jezelf. En je twijfelt.
Ik kan je vertellen… De vraag is op zulke momenten niet of je een dikke kont hebt, maar hoe dik hij is. Als je daar al over twijfelen moet, is het echt wel zo. Dus terroriseer je man daar niet zo mee en pak een andere broek.
Boos? Sorry meid, de waarheid is hard. En ja, die van mij is ook aanwezig. Altijd al geweest, zal er altijd zijn. Ik heb nu eenmaal de aanleg om dik te worden en een reet heb ik altijd gehad. Ook toen ik broodmager was. Ik heb me erbij neer gelegd. Er is een hoop kleding die ik gewoon niet aan kan. Jammer, maar daar kijk ik dan maar niet  meer naar. Kijk naar wat je wel staat.
Maak de striktorische vraag weer leuk! Zoals: Wat wil je doen dit weekend? En je eigenlijk al weet wat zijn antwoord is: Jou.