dinsdag 13 november 2012

Beetje gek aan het worden.

Deze week hoor ik als het goed is, of ik nog aan de slag kan bij dat bedrijf dat een wajonger zoekt.
Ze hadden me ook voorgesteld aan een bedrijf dat werkt voor de farmaceutische industrie. Ze hadden me zelfs voorgesteld voor een gesprek. Maar het bedrijf heeft een vacature stop.

Andere vacatures zijn vervult. Bedrijven reageren niet eens meer. Niet eens een nette 'u bent het niet geworden' brief. Je bent helemaal blij en zelfs een beetje verbaasd, wanneer je nog wat van ze hoort.
Dat is een beetje deprimerend. En eerlijk gezegd zorgt het er ondertussen voor dat de waterlanders bij mij lopen.

Zondag vroeg lief mij wat ik deze week ga doen. Ik beet nog op mijn lip, maar het hielp niet. Ik barstte spontaan in huilen uit. De muren komen op me af.

Mij is verteld dat solliciteren topsport is. Je adem in houden en wachten. Ik schijn goed bezig te zijn, want ik solliciteer veel.
Ik heb morgen een afspraak bij een ander uitzendbureau en volgende week ga ik naar een meeting met een instantie, die zich inzet voor mensen met een handicap. Niet dat ik echt sta te springen op een extra sticker te krijgen aangaande mijn handicap, maar goed. Het schijnt mijn kans op een baan te vergroten. Aangezien ik echt gek word van dat thuis zitten, slik ik mijn trots maar weer een keertje in. Ik ga luisteren en kijken wat de instantie voor mij kan betekenen. En wat ik voor hen kan betekenen. Want dat vergeet men nog wel eens. Wat zij kunnen betekenen voor anderen.

Er is voor iedereen een plekje, in deze wereld. Tenminste, dat wordt beweerd. Maar in tijden als deze vraag ik me af, of dat niet gezever is van geestelijken. Je moet toch iets zeggen om mensen hoop te geven. En als het niet lukt, is het de wil van.... Vul op de puntjes de gewenste godheid in.

Ach ja, ik weet het. Ik ben obstinaat aan het doen. Nee. ik ben niet obstinaat. Ik ben verdrietig. Begrijp het allemaal niet meer. Al jaren ben ik aan het knokken. Al jaren wil ik werken voor mijn geld. Ik wil niet op kosten van de samenleving leven. Of in ieder geval zo min mogelijk. En nu zit ik weer thuis. Zonder recht op huur subsidie.

Ik heb al een aantal briefjes de deur uit gedaan. Kijken of ik een goedkopere zorgverzekering kan krijgen. (Eentje gevonden die een tientje goedkoper is dan wat ik nu heb. Gevraagd wat ze nu precies verzekeren.)

Mijn mobiele abonnement is opgezegd. Ik bel vanaf 19 november weer met een prepaid. Ik heb gekeken naar een goedkoper abonnement. Gevonden, maar de provider wil mij het abonnement niet geven. Er zou iets verkeerd zijn met mijn geschiedenis. Oftewel, ik zou een BKR registratie hebben. Welnu, dan zou ik het toch wel weten, dacht ik zo. Ik heb geen registratie. Dus waarschijnlijk is er iemand op dit huisadres geweest die abonnementen had en een wanbetaler was.
Zou best kunnen, want ik heb een aantal dreigbrieven voorbij zien komen op ons adres, gericht aan iemand die hier op zijn minst al zes jaar niet meer woont. En bij een screening wat betreft abonnementen, kijken ze ook altijd naar de buurt. Of een buurt bekend staat om wanbetalers en zo.
Nu heb ik een mail gestuurd met de vraag waarom het exact niet geaccepteerd werd, maar de jongen die antwoordde (met de komische achternaam Brein.) begreep mijn vraag niet en gaf daar een standaard antwoord over. Ik een uitgebreide mail met print screen terug gestuurd. Dat was 14 oktober, ik heb nog steeds geen antwoord. Jammer, maar dat abonnement wordt het dus niet. Want als ze al traag van begrip zijn en niet willen rennen om een klant binnen te halen, zullen ze wel helemaal niets meer voor je doen wanneer je eenmaal binnen bent.
Dan maar prepaid. Ik heb dan geen internet meer op mijn mobiel. Maar ach. Tegenwoordig is overal toch WiFi.

O. Over mobieltjes gesproken. Voor dertig Euro heb ik 21 oktober het oude mobieltje van mijn schoonzuster over genomen. En het komische is... Ik kom thuis en we stoppen nog één maal de batterij van mijn water mobiel in de water mobiel. Ik zet hem aan..... en hij doet het weer. Dus nu heb ik een mobieltje dat zijn zwemdiploma heeft gehaald. En de Samsung Gio als back up. De Gio is leuk. Maar hij is wat kleiner dan de Ace die ik gekocht had. En er zit geen geheugenkaart in. Maar die van de Ace kan ik over zetten.
Heb nog niet getest of de batterijen met elkaar te verwisselen zijn. Maar ik vermoed van wel. Ik hoop ook van wel. Er zit namelijk een nadeel aan android. En dat is dat praktisch dagelijks je mobiel aan de oplader hangt. Want hij jaagt als een gek door de energie heen.

Maar goed. Ik ga plat. Moet mijn bed nog opmaken en morgen naar dat uitzendbureau.

Send me luck.

zondag 11 november 2012

Mag een mens dit denken?


Soms, heel soms, kun je niets anders dan energie sturen. Een kaarsje branden en een gebed sturen, naar elke Goddelijke kracht die maar luisteren wil.
'Laat dit eindigen. Laat haar gaan. Stuur de Engelen des Doods om haar te halen.'

En tegelijkertijd denk ik dan: Ben ik nu slecht?
Dit is een gewetensvraag.

Even de uitleg.

Ik heb een tante, in Zuid Afrika. Zij heeft al jaren kanker. En ze zit er ook al jaren mee vol. Brein tumoren, borsten bijna helemaal weg, longen. Ondertussen kun je beter opnoemen wat niet vol zit met kanker, ben je sneller klaar. Jaren heeft ze 51 pillen per dag geslikt.
De heren medici vinden haar een wonder. Ze had volgens hun berekeningen vorig jaar al dood moeten zijn. En ze leeft nu nog.

Ze heeft altijd doorzettingsvermogen gehad. Op school zeiden ze dat ze dom was, ze heeft haar doctoraal gehaald. En heeft een leerstoel aan de universiteit in Kaapstad gehad. Ze is afgestudeerd in de Theologie (godsdienstleer). Tijdens haar studie is ze een Zuid Afrikaanse man tegen gekomen, verliefd geworden en naar Zuid-Afrika vertrokken. Daar is ze les gaan geven, aan de universiteit. Ze heeft meegewerkt aan de vertaling van de Dode Zee rollen. (Oude rollen, die op zich thuis horen in de Bijbel, maar daar niet geëindigd zijn want pas ergens in de 20e eeuw gevonden.) Geholpen met het maken van een nieuwe vertaling van de Bijbel in het algemeen, in het Zuid-Afrikaans. Ze heeft les gegeven aan mensen om Nederlands te leren, ze heeft zich ingezet om de armoede en de apartheid te bestrijden.

Ze werd ziek. Vergat dingen. Kon niet meer doen wat ze altijd deed, want ze kan er niet meer van uit gaan dat wat ze denk te weten, de waarheid is. Kreeg black-outs. Herkende dingen niet meer. Lag ziek op bed van de chemo kuren en de misselijkheid. Stond toch weer op en vocht tegen de duivel en de wereld.

Op dit moment ligt ze ziek op bed. Ze kan niet meer eten, staart naar boven. Datgene wat ze zegt, is meer gemurmel. Af en toe lijkt ze wat te mompelen. Ze lijkt 'boven' en 'halen' te zeggen. Ze staart naar het plafond. We hebben het idee dat ze het heeft over de engelen. Ze wil naar God. Dat ze er niet echt meer zin in heeft, weten we. We weten alleen niet of haar gemompelde woorden daar over gaan, of dat ze geen infuus wil, of wat anders.
We zien haar lijden. En het enige wat we nu nog willen, is dat het op houdt. Tuurlijk. We willen niet dat ze dood gaat. Maar we willen ook niet dat ze zoveel pijn heeft. Half op deze wereld leeft en al half in de volgende. Ze lijkt tussen deze wereld en wat hierna komt in te hangen. Af en toe komt ze terug bij ons, maar dan is het nog maar een schim van ze vrouw die ze was.

Mag je iemand dan dood wensen? Hopen dat het over is. Dat ze uit haar lijden verlost is. Mag je dans wensen dat ze snel gaat?

Ik wil haar zien, op de weide aan de andere kant van de brug. Zonder leed, zonde pijn. Ik wil met haar praten, in het Archeon der Creaties. Over de zin van het aardse leven. En het lijden dat daarbij hoort.
Dit al wil ik doen.. Straks. wanneer ik ben heen gegaan en mij voeg bij mijn moeders en vaders. Wanner ik kijken kan vanuit de andere dimensie.

Daar wil ik haar vast pakken. Haar tegen mij aan kunnen drukken. Wetende, dat zij weer zichzelf is. En vrij van ziekten.