maandag 18 maart 2013

re(ad)view Bob de Straatkat


‘Bob de Straatkat’
Door James Bowen
Uitgever House of Books, ISBN9789044337440, €14.95
Originele titel en uitgever: A Streetcat Named Bob, Hodder & Stroughton, London

James zit in een resocialiseringsprogramma. Hij heeft een bijna kale flat, speelt gitaar om aan geld te komen en doet zijn best om af te kicken. Dat gaat zo met ups en downs.
Op een avond vindt hij in het portiek een kat. Dit zit daar, te staren naar James. James schenkt er niet te veel aandacht aan. Hij gaat ervan uit dat het beestje hoort bij de mensen achter de deur waar hij voor zit. Maar het beestje zit er de volgende dag nog. En de dag erna weer. En wanneer James weer eens komt kijken, blijkt het beestje gewond te zijn. James besluit het beestje mee te nemen naar de arts en laat hem na kijken. Van zijn laatste geld koopt hij medicijnen en eten voor de kat en gaat hem verzorgen. En doordat hij voor het beestje moet zorgen, gaat hij zorgen voor zichzelf.

Er ontstaat een band en Bob gaat mee naar de plek waar James muziek maakt. Dat is een gouden treffer. Veel mensen letten niet op James, toen hij alleen aan het spelen was. Bob is een publiekstrekker en zorgt voor extra munten in de zak. Dat is maar goed ook, want Bon is een hongerige extra mond om te voeden.
Natuurlijk is niet alles rozengeur en maneschijn. Ze komen samen voor problemen te staan, stress, tegenstanders. Maar vastberaden gaan ze deze problemen samen te lijf.

Het is een kijkje in het leven van een verslaafde en de strijd die hij levert om weer een gewoon leven te kunnen gaan leiden. Ook verteld hij over hoe het is om op straat te leven, de veranderende tijden en het verkopen van een daklozenkrant. En hoe het moeten zorgen voor een ander je sterk kan maken om de ergste spoken het hoofd te bieden.
Allereerst wil ik zeggen dat James heel eerlijk is. Hij maakt het niet zielig, hij verexcuseerd zijn eigen verslavingsverleden niet. Hij zegt hoe het is, daarmee uit. Af en toe vervalt hij in herhalen. Maar dat komt misschien omdat hij niet gewend is te schrijven. Het is ook geschreven alsof hij naast je zit en gewoon zijn verhaal aan je vertelt.
Het leert vlot weg. (Gisteravond in begonnen, vanmiddag in de trein uitgelezen. Zal in totaal 5 uurtjes zijn, max.) Het is realistisch, eerlijk, mooi geschreven. Ik heb gelachen, ik heb letterlijk gehuild en vol van stress meegeleefd.
Een mooi boek, over een bijzondere man en een nog veel charismatischer kat.

zondag 17 maart 2013

Boekenweekgeschenk 2013


De Verrekijker
Kees van Kooten
Boekenweekgeschenk 2013-03-17 Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse boek
Uitgeverij de Bezige Bij

Allereerst even een opmerking over de stichting. Jammer dat het niet gespeld wordt als Stichting Collectieve propaganda van het NederlandsCHe boek. Maar ach.

Van Kooten gaat zijn geschiedenis na en komt uit bij het feit dat men vandaan de dag niet zoveel papier meer heeft. Boeken worden e-readers, geschreven wordt er per computer. Een handschrift kom je niet tot nauwelijks meer tegen.
Zijn vader echter, liet veel schrijfsels na. Een compleet plakboek van de oorlog, iets van 53 jaar agenda’s met memoires erin en een verrekijker, die ooit door Keesje 'verderkijker' werd genoemd.
In het plakboek over de oorlog, komt Kees een officiële brief tegen waarin gevraagd wordt waar een verrekijker is gebleven. Van Kooten denkt dat het gaat om de verrekijker die hij nu heeft. En hij gaat dus op zoek in het verleden van zijn vader en een eventuele erfgenaam van de genoemde verrekijker.
Via filosofische bedenkingen over allerlei onderwerpen en door het nagaan van vele stappen, krijgen we een kijkje in het leven en de gedachtegang van de gehele familie Van Kooten. En op de koop toe krijgen we er ook nog een literaire agenda bij voor het hele verdere jaar, tot het nieuwe boekenweekgeschenk.

Wat ik ervan vind? Heerlijk te lezen dat ik niet de enige ben die het jammer vindt dat je niet meer kunt zien wat iemand leest door een e-reader. Dat je daardoor geen eerste indruk kunt maken van wie iemand is, wanneer je voor het eerst bij iemand thuis bent.
Dat het door de dicht op elkaar staande toetsen zo makkelijk is de meest rare tikfouten te maken en dat het erg hard is, met dit soort futiele onvolkomenheden geconfronteerd te worden.
En wat fijn een volledig correct Nederlandsche zin te zien: ‘Ik irriteer u en dat ergert mij.’ Hè hè. Ein-de-lijk weer iemand die het werkwoord van 'irriteren' eens correct gebruikt.

Kortom: Ga naar een boekhandel, koop voor pak hem beet 15 Euro aan boeken en zet dit lees juweeltje boven aan de lijst om te lezen.
Wat zeg ik? Gewoon gelijk gaan lezen. Je hebt het immers snel uit.

woensdag 6 maart 2013

Psycholoog spelen over mijzelf


Soms zou ik best wel eens een gesprekje met mezelf aan willen gaan. Of terug willen gaan  in de tijd en met mezelf willen praten, mijn jongere ik. In het kader van: Moet je luisteren. Alles leuk en wel, maar dit gaat niet werken.
Een soort van psycholoogje uithangen over mezelf, maar dan anders. Al zie ik dat wel heel ouderwets voor me. Ik leg mezelf op een rood fluwelen sofa, met zwarte leeuwenpoten en zit zelf in een fauteuil à la Bommel, met papier en vulpen.( De kroontjespen en ganzenveer zijn wat te achterhaald. Maar het tablet is veel te modern.)
‘Mejuffer, ik wil het graag even met u hebben over…’
Dat idee begint altijd heel leuk, maar verder dan dit kom ik ook niet. Want wat wil ik bespreken? Mijn vroegere ik voor fouten behoeden kan niet. Want die fouten maken mij tot wat ik vandaag de dag ben. En als ik dus die fout tegen houd, verandert mijn huidige ik. De hele situatie en mijn geschiedenis zouden anders zijn. Ergo; Ik zou er nu heel anders bij zitten.
Als ik namelijk mijzelf van één fout mocht behoeden, dan was ik nooit de vriendin van D geworden. Maar dan had ik waarschijnlijk ook M nooit ontmoet. En naast dat M een lieve partner is geweest waar ik met liefde op terug kijk, heeft hij me mijn hobby gegeven: Namelijk Role PlayingGames. Dan had ik een aantal mensen niet ontmoet en dan was ik sociaal heel anders geweest. Ergo: Dan had ik mezelf nooit op die sofa kunnen leggen. Of dat met een andere insteek gedaan. (Zo. Laat dat nu maar even bezinken.)

Ik heb echter nu wel de mogelijkheid om mezelf indirect op de sofa te leggen. Ik moet namelijk werken met een meisje, dat erg op mij lijkt. Net zo’n stoomwals die door alles heen jekkert. Net zo’n goed bedoelde zorgende geest  die iedereen bemoederd (of ze dat nu willen of niet) en ze bemoeit zich ook echt overal mee. Eén verschil: Ik weet het.  (Van al die minpunten en dat we wat dit betreft allebei in een spiegel kijken.) En zij geeft mij wel commentaar op van alles. (Je kletst te veel. Je kletst te hard.) Maar ze heeft totaal niet door dat ze dit zelf net zo hard doet. Misschien nog wel erger. En ik weet eerlijk gezegd  ook niet  goed hoe dat te zeggen. Want als ik zeg wat ik denk en hoe ik dat denk, ligt ze huilend in een hoek. Dan komt er namelijk zoiets van: ‘Luister, meisje. Leuk dat je mij wilt vertellen hoe ik mijn werk moet doen, maar ik heb al wat ervaring met de echte werkende wereld. En die bemoeizucht van jou, dat wordt hem niet. Daarnaast wil je als maar dat alles de grote jij-show wordt en alles naar je toe trekken. A: vindt jij het echt gek dat het je te veel wordt? Ponder on this one, baby-face. B: Je komt nog eens een keer ECHT de verkeerde tegen die je op je bek slaat, zowel letterlijk als figuurlijk. Wanneer ik aan X een vraag stel, wil ik niet dat jij je ermee bemoeit. Ik wil antwoord van X.  En er kan echt enkel geen gesprek tussen mensen zijn in de kamer waar jij bent, zonder dat jij je er tegenaan bemoeit en voor anderen gaat praten. Leer dat af. Je geeft commentaar dat ik druk ben. Vervolgens zit jij een uur te blaten. Je wilt dat ik naar jou verhaaltjes luister over waar je bent en wat je doet, maar als ik wat terug vertel, is je geheugen net zo makkelijk te grijpen als de concentratie van een goudvis. Leer er eens wat minder de grote jij-show van te maken. Ik vind het naar voor je dat je thuis te weinig aandacht hebt gekregen. Maar op je werk moet je dat niet denken te compenseren en alles om jou te laten draaien. Er zijn ook nog anderen.’

Zulke dingen zou ik denk ik ook zeggen tegen mezelf, als ik mezelf zou kunnen spreken dat ik die leeftijd had. Voor zover ik kan zien, was ik iets minder bemoeizuchtig en maakte ik er niet altijd de grote ik-show van. Maar dat ik daar een handje van had (en misschien helaas nu soms nog steeds heb), daar ben ik van overtuigd.
Dus ik kan mezelf toch een beetje op de sofa leggen. Want ik zie nu wat het doet. En ik erger me stijf aan een aantal trekken. Hoe goed bedoeld het ook is, die bemoeizucht is niet altijd gewenst. En het is de kunst te weten wanneer je wel je mond open kunt trekken en wanneer niet. Hopelijk kan ik dat beter onder de knie krijgen.

Fijn dat ik op deze wijze psycholoog kan spelen over mijzelf. Tijd voor zelf-reflectie. Ik denk niet dat er veel mensen zijn die in zo'n luxe situatie verkeren.

maandag 4 maart 2013

Muziek in Letters


Lust for Life
John Schoorl
Uitgeverij Van gennep ISBN 9789461642004 €7.50

Een kleine 50 gedichten, geweid aan muziek. Schoorl laat in deze korte teksten veel zien aangaande zijn muziek smaak en zijn kennis. Het lijkt een kleine tour door zijn collectie heen te zijn. Van Alicia Keys tot Herman Brood, van Bowie tot Baker. Aan meerdere componisten en bands heeft deze man een kleine ode gericht.
Het is helder geschreven en je hoeft niet een graad aan de universiteit te hebben behaald om zijn teksten te begrijpen. Hij heeft erbij gezet in voetnoten over welke teksten hij het heeft en op welk album het te vinden is. Zoals het spreekwoord ondertussen luidt: Youtube is your friend. Dus je kunt de bijbehorede nummers terug vinden. Muziek kan blijkbaar toch in letters, in plaats van noten.

Zelf ben ik blij dit bundeltje te hebben aangeschaft. Ik kende de dichter niet en dacht: ‘Voor die 7.50 neem ik hem wel mee. In het kader van het ondersteunen van de ‘Nederlandsche’ Dichters.’ Goede keus geweest.
Schoorl is zo helder. Zo speels. Hij gaat naast je zitten en verteld een verhaal, in plaats van geleerdheid uit te stralen op tien kilometer aftand, zoals men van klassieke dichters gewend is. Hij nodigt je uit om mee te gaan naar een danszaal en op de ouderwetse pick-up muziek een stevig potje te dansen. Hij spreekt de jeugd in je aan die in feestkleding uit gaat, terwijl je op de bank zit in je oude huispak.