Vandaag een gesprekje gehad met een collega.
Ze zag dat ik slecht slaap. En slecht eet. En wel erg stil ben op de werkvloer. Ze wilde weten waarom.
En toen kwam het eruit. Dat ik meerdere miskramen heb gehad. Er niet tegen kan dat alle collega's mij ontvallen. De onzekerheid van wat na één oktober. En dat ik op het punt sta de mooiste man van mijn leven te verliezen.
Ze schrok. Vroeg naar het aantal miskramen en of ik het daar wel echt besproken had. Ik schudde van nee, niet echt. Meer tussen neus en lippen door gemeld. Maar wat het deed met mij. Daar hebben we het, eerlijk gezegd, nooit echt goed over gehad. En wat het met jou gedaan heeft weet ik ook niet. Ik kan me niet herinneren dat je, op die ene keer vorig jaar in Frankrijk na, er ooit iets over gezegd hebt. Spontaan sprongen bij haar de tranen in de ogen en zei dat ik dat bespreken moest. Anders zou het me opvreten. Volgens haar kon ik dat niet allemaal in mijn eentje gaan verwerken. Maar dat heb ik wel al die tijd willen doen. Toen knapte er iets in mij. En sprongen de tranen in mijn ogen. (Wat ik natuurlijk weer verdoezeld heb door naar de wc te gaan.)
En op dat moment koos een inspiratie deeltje mijn hoofd om in te nestelen en te ontpoppen. Het is niet gek dat de lol er de laatste maanden vanaf is. Ik loop over van opgekropte angst en verdriet. Ik heb het binnen gehouden, wilde jou er niet mee lastig vallen. Ik wilde de leuke vriendin zijn, waar je zo van houdt. Die sterke vrouw die een eigen leven leidt. Leuke dingen doen, uren in bed liggen vrijen. Uit eten, wandelen. Samen gelukkig zijn.
Maar ondertussen etterde onder de oppervlakte de angst voor de verwisseling van de Mirena. Allerlei nare herinneringen van vroeger, uit het misbruik en de mishandeling, kwamen omhoog. En het verdriet daarvan. En de pijn van de miskramen.
Ik had dit moeten zeggen. Want ondanks dat ik ook heel veel plezier wil hebben met jou, kan dat niet als je niet ook het verdriet met elkaar deelt. En geloof me, op het moment zit er heel veel verdriet in mij. Verdriet dat ik ben wezen opkroppen, omdat ik sterk wilde zijn en zelfstandig.
Hoe stom kun je zijn. Want dat niets zeggen heeft alleen maar geleid tot nog meer frustraties en verdriet, die ik uitte in de meest hysterisch kleine dingetjes. (Ik noem een verjaardag die je op zaterdag wilt vieren zonder mij. Waarom maakte ik me daar zo druk om? Ik kan prima iets doen die avond met Daisy of zo. Of zelf zitten lezen. Je komt vanzelf wel terug.)
Hoe stom kun je zijn. Want dat niets zeggen heeft alleen maar geleid tot nog meer frustraties en verdriet, die ik uitte in de meest hysterisch kleine dingetjes. (Ik noem een verjaardag die je op zaterdag wilt vieren zonder mij. Waarom maakte ik me daar zo druk om? Ik kan prima iets doen die avond met Daisy of zo. Of zelf zitten lezen. Je komt vanzelf wel terug.)
En door zo hysterisch te reageren heb ik juist gedaan wat ik hysterisch probeerde te voorkomen. Ik heb je van me af gedreven. Je passie vermoord. Ik wilde het er niet over hebben, omdat ik bang was dat je mij een zeur zou vinden. En dat je me dan juist niet leuk meer zou vinden, omdat ik het heb over dingen die niet leuk zijn.
Ik had moeten spreken. Je kunt niet altijd alleen maar leuke tijden hebben. Helaas hoort er ook verdriet bij. En dat moet je delen. Ik had je moeten vertellen waar ik bang voor ben. En het niet alleen zeggen, maar ook tonen. Uithuilen en je die tranen ook laten zien. Ik had in je weg moeten kruipen en mijn zwakheid moeten laten zien. Meer dan sussen had je niet kunnen doen, kun je niet doen. Maar dat hoeft ook niet. Als je maar bij me bent en mijn emoties begrijpt.
Wanneer ik die emoties had laten zien en ze dus ontladen had, was ik ook ontvankelijker geweest voor jou emoties. Want dan was ik niet zo bezig de mijne te onderdrukken. En dan had ik energie gehad voor jou. Dan had ik kunnen horen wat jij wenst. Omdat ik dan zelf ook weer een beetje kon relativeren. En dan hadden we beter op één lijn kunnen blijven van wat we verlangen en willen van elkaar.
Ik klampte me sinds mei aan je vast. En ik besef dat ik verstikkend bezig ben geweest. (He, lichtpuntje twee, vanaf het moment dat ik hoorde dat ik per oktober niet meer welkom ben, begon de frustratie. Onzekerheden. Daar kan ik niet tegen. Verrassingen prima. Dingen die tegen de gebaande paden in gaan, geen probleem. Maar het moet wel rustig verteld worden en niet al te ingrijpend zijn.)
Tijdens het schrijven van dit stukje, heb ik al meer gehuild dan in het afgelopen half jaar. Alle pijn komt eruit. En ik maar één ding: Jouw schouder. Geen miraculeuze oplossing. De wereld wordt er echt niet beter van. Ik krijg echt niet zomaar een nieuwe baan. Dat huis blijft een bouwval, hoe hard ik ook schoon poets. Mijn miskramen blijven die pijn in mijn baarmoeder veroorzaken, tot die Mirena vervangen is. Maar uithuilen op jouw schouder lucht wel op. En zorgt er wel voor, dat ik weer een beetje helder na kan denken. En dus ook weer naar jou kan luisteren
Ik wil nog zoveel met je doen. Ik wil nog zo vaak met je wandelen, in bos, duin en op het strand. Ik wil nog zoveel dingen met je gaan bekijken. Kasteeltjes, abdijen, steden, musea. Ik wil je nog zo vaak de liefde bedrijven. Gepassioneerd, vurig en liefdevol. Alsof het de eerste en laatste keer is. Ik wil nog zo vaak rare geluidjes naar en met jou maken. Op zo'n manier dat wij allebei gelijk in een lachstuip schieten. En de rest van de wereld alleen maar niet begrijpend staat te kijken. Ik wil nog zoveel uren naast je zitten, terwijl we allebei een boek aan het lezen zijn. Zen, ontspan. Enkel vragen of jij ook nog wat drinken wilt. Ik wil nog zoveel uren naar je kijken, terwijl je ligt te slapen. Kijken en het jammer vinden, dat tekenen niet één van mijn talenten is. Want anders had ik reeds vele schetsen van jou slapende gezicht gemaakt. Ik wil je nog zoveel brieven schrijven. En gedichten.
Ik hoop dat je dit leest. En dat je begrijpt wat ik probeer te vertellen. Ik hoop dat je het met me eens bent en er ook je schouders weer onder wilt zetten. En dat je weer met me wilt gaan praten. En me helder en duidelijk blijft zeggen wat jij wilt.
Verder hoop ik, dat je het niet erg vindt dat ik het op deze wijze geuit hebt. Ik schrijf me weer lens de laatste dagen. Op die wijze kan ik de verwarring in mijn hoofd te lijf. Mijn wapens tegen depressie: pen en papier, computer en toetsenbord. Maar als ik alles naar je op stuur, krijg je nog niet de rustperiode, waar je om vroeg. En dat wil ik je ook gunnen.
Als het aan mij ligt, stuur ik je nu een sms, met een smeekbede om een antwoord. Maar dat doe ik niet. Want ik had je rust beloofd. En zo'n smeekbede drijft je alleen maar verder van me af.
Daarnaast zal ik mezelf over bepaalde dingen herhalen, wanneer ik schrijf. Dat kan uiteindelijk irriteren. Maar ik herhaal om het voor mezelf te benoemen. Te benoemen, dat het pijn doet. Dat zal ik het uiteindelijk wel moeten accepteren. En wanneer ik geaccepteerd heb, kan ik verwerken.
Ik hoop dat je me nog niet opgeeft. Dat je nog genoeg leuke dingen ziet. En dat je snapt, dat mijn verdriet voort komt uit de eerder genoemde punten. Ik stalkte je met sms, omdat ik bevestiging wilde. Bevestiging dat er, ondanks alles dat mis is, nog iets goed ging. Namelijk: jij en ik. Ik had jou. En wat kan me verder dan nog gebeuren. Er komt vanzelf een nieuwe baan. Ik heb er maar eentje nodig. En wie weet. Als dat via Randstad is, kan ik kijken wat voor hypotheek ik kan krijgen. Ik heb begrepen van Klaas dat ik, omdat ik starter ben, een aanvraag kan doen op een bepaald soort subsidie. En dan kan ik een huisje kopen tot anderhalve ton. Ik heb in mijn omgeving wel dingen in die klasse te koop zien staan.
Alles wat ik deed, was een schreeuw om aandacht voor mijn verdriet. Een schreeuw om bevestiging. Een schreeuw aan jou om te vertellen wat er nu door jou heen gaat. Ik wil niet meer schreeuwen. Ik wil praten. En de emoties op een rijtje krijgen.
En samen verder. Met frisse moed, een opgeklaard humeur, heel veel zin in leuke dingen en dolgelukkig met elkaar goed geluimd de toekomst in. En samen twee huizen hebben. (Wat een luxe!)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten