Of ik nou een ketter ben,
weet ik niet. Ik voel mij ook niet geroepen om daar zelf een oordeel over te
vellen. Dat ik anders denkend ben is een feit. Dat ik daardoor mensen tegen mij
in het harnas jaag een logisch gevolg daarvan. Maar dat neem ik voor lief. Ik
gedij immers op tegenstand.
Wat kan ik mij ergeren aan de arrogantie van de
geestelijken! Waar halen zij het recht vandaan?! Hoe kan men denken superieur
te zijn aan elke andere creatie God’s?
Ben ik echt heidens als ik neerzijg voor een
grote boom? Ben ik lasterlijk als ik eerbied betuig aan een prachtig bos en mij
nederig voel, bij zo’n sublieme creatie?
God heeft ons dat gegeven, om erin te leven en
ervoor te zorgen. Wij zijn onderdelen van Zijn grote Plan, op weg terug naar
het beloofde land. En wij voelen ons superieur aan de vrede, in onze
arrogantie.
Geen boom die eraan denk zijn omgeving te
vervuilen. Geen dier dat een oorlog zal starten om machtsuitbreiding. Geen
insect dat olie uit de grond zal halen. Geen grasspriet die zich in ijdelheid zal
tooien.
De mens voelt zich superieur, omdat hij denken
kan. Heerst over de aarde en wil de natuur naar zijn hand zetten, in plaats van
zich te schikken. De mens denkt superieur te zijn en is dus superieur in al
zijn fouten. Dit omdat de idee superieur te zijn niet klopt. Wij zijn immers in
zonde geboren. Dus de imperfectie was aan het begin al aanwezig. Iets wat niet
gezegd is over het dierenrijk.
Ooit lag de wereld er in haar maagdelijkheid
prachtig bij. Zij groeide en bloeide in al haar glorie God’s. En toen kwamen
Adam en Eva roet in het eten gooien. Zij verlieten het hof en trokken de wereld
in.
Vervolgens is het hele Oude Testament kommer en
kwel. De zondvloed heeft het er niet beter op gemaakt en zelfs Heere Jezus
heeft voor de meesten geen licht op de zaak kunnen laten schijnen. Wij
verwoesten nog steeds met een honger die steeds groter wordt, op zoek naar
mammon.
Dus lijkt mijn relaas haast een aanklacht aan
God zelve!
Waarom heeft U de mens geschapen? In al Uw
genialiteit beging U de meest menselijke fout die er maar is: U creƫerde de
mens.
En dan kan ik niet anders dan zedig de handen
vouwen. Ik stel mij een geleerde voor van midden dertig met een labjas aan. Op
een grote tafel staan stellages, reageerbuisjes, branders en een petrieschijfje.
Vanuit dat petrieschijfje klinkt mijn stem:
“ Oneindig wijze God. Waarom trekt U de stekker
er niet uit? Waarom eindigt de mens niet in de prullenbak?
Ga terug naar Uw tekentafel, Maak een nieuwe
wereld met nieuwe rassen die niet zo vernielzuchtig zijn.
Ik weet dat ik vele geestelijken tegen spreek.
Dat het ketters is en dat ik aan de schandpaal genageld wordt. Maar dan liever
dat en spreken. Want het doet mij zo’n pijn te moeten zien hoe oneerbiedig men
met Uw schepping omgaat.”
09-04-2010
Geen opmerkingen:
Een reactie posten