maandag 10 november 2014

Tegenstrijd en sterren tellen

Neem haar mee uit sterren tellen. Of grassprietjes, boomblaadjes, lantaarnpalen, het is haar om het even. 

Op haar buik, in het gras, in rok met effen shirt of jurk. Haar schoenen heeft ze uitgetrokken. Dat vindt ze het prettigst, want dan kriebelt het gras tussen haar tenen. En dat betekent voor haar zomer. 
Ze wiebelt wat met haar benen, steunt met haar hand haar kin en sabbelt op een nagel. Langzaam vertrekt ze naar een parallelle wereld. Ze is er wel, maar is er niet. In luttele seconden heeft ze een deur gevonden naar haar eigen universum en zweeft ze daar in de gebouwen van haar eigen wereld. Ze verdwaalt er en raakt zichzelf volkomen kwijt. Waarschijnlijk ook elk contact met de werkelijkheid. 
Met haar dromerige blik, het hoofd een beetje schuin, begint ze te babbelen tegen plantjes en insecten. In haar opinie begrijpen ze haar. 
Wees voorzichtig als je dan haar wereld binnen dringt. Veeg je voeten en kies zorgvuldig je woorden. Vol vertrouwen treedt ze je tegemoet, in een warme wolk van omhelzing. Dolblij, dat je haar gevonden hebt in deze wereld. Ze kent daar geen scherpte of geweld en ziet enkel maar het goede. 
Bouw je tempel in haar essentie, vind er je weg naartoe. Ze zal je verafgoden en vereren. 
Je reist op een sokkel naar het epicentrum van haar ziel en wordt benoemd tot oppermachtig wezen. 
Begrijp haar in haar tegenstrijdigheden, ook zij is het product van haar verleden. Zij voert een oorlog in haar hoofd, tegen de fantomen van Memory-lane down Flashback-city. 
Liefkoos haar en heel haar, als ze terugkomt van haar strijd. De krijger in haar is dan dood gebloed en laat achter, een klein kind. Een bang meisje dat wil schuilen in de armen van haar man. Rust wil vinden, in het ritme van schokkende schouders en raspende ademhalingen. 
Ze zal zich laten gaan en van bang meisje transformeren naar volleerde minnares. Als ze dan tot rust is gekomen schaamt ze zich voor al haar uitspattingen, maar op zo'n moment van liefde denkt ze daar niet aan. 
Luister dan en lees het boek dat haar lichaam heet. Ze geeft subtiele hints in de taal van een kreun en beweging. Stel geen vragen, want ze zal ze niet beantwoorden. Daar is ze te verlegen voor en je zult het dus zelf moeten ontdekken. 
Kijk naar haar ogen, haar mond en wat die geruisloos te vertellen hebben. Haar ogen worden wazig, haar mond zakt een stukje open. Haar onderlip gaat trillen en ze legt haar hoofd in haar nek. Dat, of ze begint te bijten, zet haar nagels in je rug en begint te kreunen. 
Ze danst mee in jouw ritmiek, laat zich leiden en verleiden. Spieren spannen zich in haar schoot en ze ligt in een gespannen houding. Stilte...... Drie keer fluistert ze je naam en weer stilte. Stilte in haar lichaam, stilte in haar hoofd. Enkel het geluid van haar gespannen ademhaling, als tromroffel achter de stilte, voor de storm. Al haar spieren zullen zich spannen, om dan weer los te laten en haar te laten gaan. 
Die kleine borstkas herbergt de ruimte voor een orkaan aan decibellen die ze zonder genade over je uitstort. 
Daarna komt de schaamte. De schaamte dat ze zich heeft laten gaan en zich, in haar ogen, als een slet heeft gedragen. De schaamte dat ze je rug heeft open gehaald, je een piep in het oor heeft bezorgd of van je nek een slagveld heeft gemaakt. Want in haar ogen mag zij niet genieten, is zij dat niet waardig. 
Leg dat naast je neer en draag de oorlogswonden als een held. Ze adoreert je en is gelukkig in jouw aanraking. Ze wil geen ander en legt haar leven in je handen, gelijk haar lichaam op jouw bed. 

Zie de dingen die haar raken, in de wereld om haar heen. Die kleine stukjes realiteit waar ze zich aan vastklampt. Haar favoriete kleuren, allermooiste bloemen. Geef haar die en je bent haar held. Tel met haar de sterren. En diegenen waarvan je niet zeker weet of je ze al hebt gehad, tel je gewoon half. 
Wees haar zwarte engel, haar witte demon waar ze mee vliegt. Haar sprankje vastigheid in een realiteit die ze niet snapt. Als haar geweten, haar duiveltje, haar hart, ziel en zaligheid. 
Doe dit, en de belofte van de nacht is gemaakt. 
Bouw je kastelen in de lucht, zet ze vol met meubilair, kroon haar je koningin en zorg voor wat bedoening. Ze wil dwalen in een wereld van elfjes, zwarte redders en zalen van glas. Dansen met haar man, in een wereld die alleen van hun twee is. 
Het is al zo lang stil geweest in haar en er vielen zoveel tranen. 
Aan de wanden van haar ziel..... Plaatjes van mensen die ze liefhad. Foto's die kromtrekken en vervagen, tot en niets meer over is dan de herinnering. En ze had ze allen zo lief, wil ze zo graag nog eens aanraken. Zoveel mensen die ze liefhad, snakkend naar iemand die blijft. Iemand die met haar mee zweeft in haar kastelen, de troon aanneemt die ze hem aanbied en blijft als ze fluistert: "Je hoeft niet weg...". 
Neem haar mee en bouw een wereld vol van zwarte elfjes, licht, muziek en rust. Maak van haar een middelpunt en wees voor haar hetzelfde. 
Ze zal zijn, je moeder en je dochter. Je vijand en je minnares. 
Ze drukt je hoofd tegen haar boezem, als de wereld je bedrogen heeft. Ze zal slechts zwijgen, sussen, troosten. Ze kent immers het klappen van de zweep en heelt. 
Ze kruipt tegen je aan, met haar vinger in de mond, om te luisteren naar het ritme van je hart. Jij bent dan haar levensechte, levens grote teddybeer met centrale verwarming. 
Ze scheldt en tiert in al haar wanhoop. De angst om je weer kwijt te raken na alles wat je met haar hebt opgebouwd. Zo groot dat ze zich niet meer kan ontspannen. Zo bang voor de leegte die er achterblijft dat ze bij voorbaat al huilt, nog voor je haar daar reden toe gaf. 
De onschuld in haar liefkozing, ze zou niet anders willen. Ze heeft je lief met elke vezel, van haar klein onzeker lijf. 
Begrijp haar in haar tegenstrijdigheden en je hebt je bruid gevonden. 
Maar pak het rustig aan. Laat haar in het klimrek hangen, duw haar op de schommel. Doe mee en tel met haar de sterren. Of de vuurvliegjes, net wat er voor handen is. En luister naar haar levensritme.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten