zondag 25 oktober 2015

Bedel-plaatjes helpen niet

Via allerlei sociale media kun je ermee gebombardeerd worden.
Bedelplaatjes om een roze lint te delen tegen borstkanker. Twee verschillende sokken omwille van Alzheimer. 'Deel dit plaatje als je tegen dierenmishandeling bent'. Kaarsjes die je moet branden om ALS, en nog veel meer plaatjes.

Begrijp me goed. Ik ben voor bewustwording, maar ondertussen tegen die plaatjes.
Al was het alleen maar door de doemtekst: Mensen met een hart delen dit. Ik weet dat 99 % van mijn vrienden.. Bla bla bla.
Dat stukje is wat bij mij het verkeerde keelgat inschiet.

Er zijn mensen zat die online dat lintje delen, in welke kleur dan ook, voor bestrijding van welke ziekte ook.

Maar mensen. Ondertussen wordt er meer gekletst over de tweekleur sokken dan over Alzheimer. Daar heeft een patiënt niets aan.
En geloof me. Het is een verschrikkelijke ziekte, die gisteren uitgeroeid moet worden met wortel en tak.
Klets er niet over, doneer geld voor onderzoek.

Een roze lint om te laten zien dat je borstkanker erg vindt, heeft mijn tante niet geholpen. Ze is er toch echt niet meer. Dus laat dat plaatje lekker circuleren, maar stort geld op het fonds van de kankerbestrijding, lever plastic doppen in voor KiKa (google even op doppen inleveren, ik spaar ze voor het KNGF).

Ik deel de meeste plaatjes niet.
Ja, ik behoor tot die 99 % die niet deelt. En niet omdat ik volgens de dreiging van dat plaatje geen hart heb. Dat heb ik wel. (Al weet ik even niet meer in welk potje ik hem gelaten heb en waar dat potje is.) Hoe kan een weldenkend mens nu voor huiselijk geweld, dierenleed en nare ziektes zijn?
Maar naast een hart, heb ik ook een brein. En dat vertelt mij, dat het delen van een plaatje tegen geweld niet helpt. En het delen van plaatjes brengt mijn tante niet terug, red geen zielige dieren etcetera enzovoort.
Doneer aan de doelen. En doe dat niet 1 keertje, doe dat regelmatig.

Kun je niet doneren? Kies 1 doel waar jij wat mee hebt, ga naar de site en kijk wat je kunt doen.
Zo ben ik er op de site van het KNGF achter gekomen dat ik doppen van (pet) flessen kan sparen. Die kan ik inleveren en daar krijgt het KNGF geld voor. Kost mij noppes en toch help ik mijn mooie doel.
Je kunt je oude cartridges en telefoon inleveren bij het afvalpunt. Als je deze doneert aan stichting AAP, krijgt die stichting er geld voor.

Zoek online en wees creatief in hoe je echt iets kunt doen om een verschil te maken. Dat hoeft niet veel geld te kosten, alleen wat van je tijd.

Onderneem. En laat ALSJEBLIEFT die nare bedelplaatjes verdwijnen.

XXX

donderdag 1 oktober 2015

Sukkel

Vannacht lag ik weer wakker.
Met mazzel heb ik 3 uur geslapen. Maar ik vrees dat ik dan ruim reken. (Ach ja, we proberen positief te blijven.)

Meestal lig ik dan te malen. Ik peins en pieker wat af, op zulke momenten. 
Niet dat je daar iets aan hebt of er ook maar iets mee opschiet. Sterker nog.... Je raakt in een cirkeltje, waar je met een beetje pech niet uitkomt. Zeg maar dag tegen de slaap en hallo tegen de ellende.

Vannacht had ik echter een doorbraak. En dat is dat ik boos ben. Boos op mijn vader. Wat zeg ik? Ik ben verdomme laaiend!* Maar waarschijnlijk niet om datgene, wat een ander zou denken.
Ik ben nog steeds niet boos om het feit dat hij ervoor koos om eruit te stappen. Ook ben ik niet boos dat hij de strijd opgaf. Dat begrijp ik. Daar kan ik me bij neerleggen.
Nee, waar ik boos om ben is dat hij nooit heeft laten blijken, hoe erg wij op elkaar leken.

Jaren lang heb ik gedacht dat ik gek was. Men zei dat wat ik dacht en voelde niet normaal was. Dat dit niet voorkwam.
Wanneer iets te veel werd, overzag ik het niet meer. Dan kon in bv het verkeer op 2 meter afstand een giga bord staan dat ik voor mijn richting linksaf moest... Ik zag het op dat moment niet.
Wanneer emoties op mij afkwamen, ging ik of schreeuwen, of ik kroop in mijn schulp. Niemand die zag of snapte wat er door mij heenging.
Om alleen te zijn, moet je echt alleen zijn. Eenzaam kun je zijn tussen vele mensen. zelfs tussen de mensen van wie je houdt. Tussen de mensen van wie je weet dat ze van jou houden. Eenzaamheid kan je op de meest rare momenten overvallen. Zonder direct aanwijsbare reden of oorzaak. En ik het daar last van.

Jaren is mij gezegd dat ik me aanstelde. Dat het bij de puberteit hoorde. Dat ik eens op moest houden met aandacht vragen en gewoon aan het werk moest.
Ik ben ze gaan geloven. Ik heb serieus echt gedacht dat ik me aanstelde. Dat ik leed aan een vorm van hypochondrie en dat ik de aandacht nodig had. En als ik dat niet op een positieve manier kreeg, dan maar negatief. Dan verviel ik in depressies. Gevoel van onbegrip en angst.
Maar dit lag aan mij. Ik was gek.

Pa deed wat hij deed. Hij is naar beneden gesprongen. En langzaam komen er verhalen los. Ma verteld over wat pa deed. Hoe hij was, op welke manier hij reageerde.
En het is een nachtmerrie van herkenning. Ik kijk naar de mannelijke versie van mezelf.
En daarom ben ik boos.

Hij wist dat we ongeveer hetzelfde hadden. Want ik gaf er uiting aan. (Totdat ik overtuigd raakte dat het aan mij lag.) Hij wist dat hij niet alleen was in de donkere kamer. Ik zat er ook in.
Hij wist dat. Ik niet.
En hij heeft NOOIT NOOIT NOOIT iets laten blijken. Nooit heeft hij laten doorschemeren dat hij wist wat ik doormaak. Dat ik niet gek ben, want hij heeft het ook. En als ik dan toch gek ben, dat ik dat dan in ieder geval niet in mijn eentje ben.

En dat vind ik zo ontiegelijk gemeen. Ik voel me daardoor zo in de kou gezet.

Ik geloof niet dat het er makkelijker op zou zijn geworden als ik wist dat hij het ook had. Maar ik had me er in ieder geval wat beter in kunnen berusten. Ik had immers geweten dat ik niet in een waanbeeld geloof. En dat ik niet aan het aanstellen ben. Het zou zo fijn geweest zijn om een uitgestoken hand te voelen in de duisternis van de psyche.

Voor mij is er nu een hoop verklaard. En ik kan verder. Maar ik was zoveel verder geweest als ik het wist.

Dus pa.. Sorry. Maar je bent een klootzak. Je had je mond open moeten trekken. Voor jouw en mijn gemoedsrust.


*En dat is al te merken aan het feit dat ik sta te vloeken.

woensdag 23 september 2015

De Wereld Draait Door

Er is aardig wat gebeurd in mijn leventje.
Ik heb het een aantal keren opgeschreven. ter verklaring aan oud managers, een enkele psycholoog.
Ik probeerde dan altijd zo eerlijk mogelijk te blijven. Twijfelde ik ook maar even aan of iets nu echt gebeurd was, of dat ik herinneringen door elkaar haalde, dan liet ik het gebeurde erbuiten.
Meestal dacht ik, wanneer ik het terug las: Dat ik überhaupt nog functioneer (al is het niet al te best) mag een wonder heten. Dat ik nog normaal praat en niet met een kalmerend prikje in een rustige, kussen gevulde omgeving zit is een mirakel.
Oke, ik geef toe. Dat is wat overdreven. Maar om mij heen heb ik mensen in zien storten om minder. De reden dat ik steeds doorging en nog steeds doorga is simpel. Ik heb, in mijn ogen, geen andere keus.

Dit houdt echter niet in, dat ik niet af en toe instort. Ik word doodmoe van het knokken. Voor een baan, voor elke dag dat ik helder door de wereld loop. Vaak loop ik op pure wilskracht.
En vaak, wanneer ik dan even mijn hart lucht en iets van pijn laat zien, krijg ik de tekst: Het is niet het einde van de wereld.

Noem mij de ZeurPiet. Maar ik moet af en toe toch even kwijt:

Ik houd mij sterk voor mijn familie. Maar ook ik ben mijn vader verloren. En ik mag dan een ijskonijn lijken.. Ik ga kapot.
Elke dag is het weer een verrassing, of mijn lijf mee wil werken. Bewegen deed altijd al pijn, dat hoort bij mijn leven. Daar heb ik mijn jaren geleden al mee verzoend. Maar de slechte dagen worden steeds talrijker.
Ik krijg het nog steeds (en op eigen kracht) voor elkaar dat ze in mijn koppie allemaal tegelijk werken. Het loopt in volgorde, op het juiste tempo. Maar dat is hard werken. Het is zwaar, voor de mensen om mij heen, dat aparte koppie van mij. Ik zit er de hele dag in. Ik moet elke dag het gevecht aan gaan. En ik moet elke keer winnen. Die ziekte hoeft maar één keer te winnen. Dan ben ik gelijk weer weken verder.

Dus...
Het is misschien niet het einde van de wereld, nee. Die zal door draaien, ook zonder mij. Ik leef niet in de illusie dat de wereld stil staat, op het moment dat ik mijn laatste adem uitblaas. Of wanneer ik besluit dat ik er even niet meer deel uit van wil maken en een soort sabbatical houd.
Maar het is wel het einde van MIJN wereld. En het klinkt misschien wat egoïstisch.. De rest van de wereld kan me even niets bommen. Mijn wereld is stuk. Dus hij is wel vergaan. Dat is voor mij wel degelijk van belang. En niemand die hem lijmen kan.
De dood van mijn vader zorgde ervoor dat mijn wereld instortte. En ik ben nu, anderhalf jaar later, nog steeds bezig de brokstukken bij elkaar te schrapen.
Ik ben altijd al een slechte slaper geweest. Slapeloosheid is iets dat in mijn familie helaas vaker voorkomt. En ook ik ben een insomnia-lijder. De laatste anderhalf jaar, is het minstens twee keer per week raak. En dan reken ik krap. Ik houd tegenwoordig de nachten bij dat ik doorslaap. En dat zijn er niet veel. Meestal lig ik de halve nacht te woelen. (Tenzij mijn reddende viervoeter bij me ligt. Die komt dan tegen me aan snorren. En dat zorgt dan in ieder geval voor een soort serene bubbel.)
Mijn wereld ligt in flarden. En ik ben nog steeds bezig te kijken wat er te redden valt.

Het leven gaat door, ook ik moet verder. Maar doe mij één lol.
Zeg niet dat de wereld niet vergaan is, dat is de mijne al meerdere malen.

maandag 24 augustus 2015

Eer

Een woord dat mij bezig houdt. Met een betekenis die ik hoger acht, dan bloed.
Liegen tast eer aan.
Ergo: ik trek één lijn. En die geldt voor iedereen. Leuk dat je familie bent, of een maat. Wanneer je die lijn overschreidt, vervallen rechten. Je ondergaat hetzelfde lot als elk ander.

Nu klinkt dit zwaarder dan het is. Je krijgt geen gevangenisstraf. Ook word je niet met pek en veren de straat uitgejaagd. Maar ik trek wel één lijn. En die geldt voor iedereen, ongeacht de band die ik met hem of haar heb.
Ik merk dat daar niet altijd even enthousiast op gereageerd wordt. 
Anderen hebben andere regels dan ik. Mag, kan. Gelukkig zijn we niet allemaal hetzelfde.
Wat ik echter niet begrijp.... Hoe kun je de ene persoon afstraffen voor iets, en datzelfde van een ander vergoelijken? Enkel omdat het familie of een maat is.


Hallo. Fout blijft fout. Ongeacht door wie het is gedaan.
Waarom meet men met zoveel verschillende maten?

En waarom krijg ik steeds op mijn kop omdat ik dat niet doe?
Als er iets is wat ik geleerd heb: Wat men als waar bestempeld, is afhankelijk van de belangen. De waarheid of eer hebben daar anno nu NIETS meer mee te maken. Zij die recht spreken, worden voor leugenaar uitgemaakt als dit zo uitkomt. Zelfs door familie.

maandag 17 augustus 2015

Victorie en Verlies

Omdat ik aan je denk.
Op mijn laatst wakend ogenblik voor sluimer.
Het eerste beeld,
Op mijn netvlies in de ochtend.

Omdat je bent,
Al wat mij lief is,
Al wat mij ten gronde richt

Mijn alles,
Mijn niets.
Mijn grootste kracht,
Oorzaak van mijn jammerlijke ondergang.

Ik heb je lief
Zo ontegenzeggelijk lief,

Zonder jou,
Adem ik water.
Zonder jou,
Leef ik van de lucht.

Jij bent mijn zwakke plek,
En mijn victorie tegelijk.
Mijn dans des levens,
Mijn trommel van de dood.

Bloed in mijn aderen,
Lucht in mijn longen.
Grijs in mijn brein,
Mijn alles en niets
En al, wat daar tussen ligt.


14-08-2015

donderdag 30 juli 2015

All Hail!!!!

Mijn familie heeft het altijd over Bach. 

Bach was zo geweldig, Bach was zo prachtig. (En had een baard van één meter tachtig.)
Welnu, hij was erg Godvruchtig, zowel mentaal als fysiek, zeg maar. (En actief.) De man had 16 koters. Als we de verhalen moeten geloven zat hij braaf in de kerk en was hij strak in de leer. En als ik de geruchten moet geloven was hij de man met het meest chagrijnig karakter van de wereld.

Maar houd jij je Bach maar. Ik heb wat beters.


Beethoven is de metalhead van zijn tijd!
Als zij nu had geleefd, dan kwijlden bands als Rhapsody, Stratovarius en Blind Guardian over deze man heen. Hij was geniaal. (En niet te genieten, oke. Dat geeft ik dan wel toe. Maar hoe zou jij je voelen als muziek je brood was en je vanaf je 25e stokdoof was?)
Religieuze overtuiging: Geen. Hij was een Vrijmetselaar, maar wel Atheïstisch. Hij geloofde niet in veel. En was daar heel open in, wat bijzonder was in die tijd. Maar hij sloot zich wel aan bij een groep. Hij werd Vrijmetselaar. Waarom? Omdat één van zijn voorbeelden Vrijmetselaar was.


Namelijk:

Mozart was echt niet alleen een wonderkind. Ook als volwassene was hij geniaal.
Ja. Er zijn velen die zijn werk niet mooi vinden. Allen hebben ze dezelfde klacht: Te veel nootjes. Te snel en te veel nootjes.
Welnu: Haal één van die te veel aanwezige nootjes weg; het klopt niet meer. Het stuk is volledig uit balans.
En wist je dat hij alles in één keer opschreef? De man deed niet aan herschrijven. Zo geniaal was hij . Àlles in één keer goed. Nu jij weer.
Religieuze overtuiging: Vrijmetselaar. Of hij een vast geloof had, is niet bekend. (Ja. Iedereen weet in welk geloof je in die tijd werd groot gebracht. Dat houdt niet in dat je er ook daadwerkelijk in geloofde. En de levenswandel van Mozart geeft nu niet bepaalt een vrome houding aan. Wel dat hij veel wist van religie in de ruime zin des woords. En ook dat hij wel religieus was. (Zie Requiem.) Maar wat hij exact geloofde.. Niet bekend.)


Maar ik heb een nieuwe. 
Och ja...... nieuw.... Hij is bekend. Al jaren.


Oftewel:


Brahms is ook geniaal. Hij is magnifiek. Ik ben blij. Ik ben een bekeerling. Brahms is een heiland.


Als je me niet gelooft: Youtube is je vriendje. Ik zeg: Vioolconcert. Pak een goed glas van het één of ander, doe eens gek en pak er een passend kaasje bij dat op de juiste temperatuur is, ga erbij liggen, sluit je ogen, zet het geluid voluit en luister. In goed Nederlandsch: O what a heavenly joy to your effing world.)

maandag 20 juli 2015

Theater spelen

Ik heb het er bijna nooit over.
Een enkele keer laat ik een glimp doorschemeren. Al snel krijg ik van de wat hardere mensen om mij heen te horen dat ik dat zo onderhand toch wel gewend moet zijn. Of dat zij het ook hebben meegemaakt, ik kom er wel weer bovenop.

Soms zou ik het dan wel willen uitschreeuwen. 'Heb je me ooit anders horen beweren? Heb ik ooit gezegd dat ik het niet het hoofd zal kunnen bieden? Wat doe ik nu dan? Bloemetjes plukken? Ik weet dat het niet het einde van de wereld is. Maar het betekende wel het einde van mijn wereld. Nu ja, de wereld zoals ik hem kende. En als ik dan heel even eerlijk mag zijn..... Dat vind ik een stuk boeiender dan de rest van de wereld.'

In mijn hoofd zeg ik vaak dingen van soortgelijke strekking. Ik schreeuw het uit, tegen de mensen die ik ontmoet, tegen de wereld in het algemeen. Wanneer ik alleen ben zeg ik het hardop; tegen mezelf, tegen mijn kat.

Over het algemeen zwijg ik. Over de pijnen die ik heb. Om het simpele feit dat ik niet op een zeur wil gaan lijken. Omdat mensen er toch niet veel aandacht aan besteden. En omdat men ervan uit gaat dat als je het er een tijdje niet meer over hebt, het geen rol meer speelt. Of in ieder geval geen grote.

Niets is in mijn geval minder waar. Ik houd me groot voor mijn familie. Ik wil sterk zijn voor mijn moeder en haar steunen. Mijn zus heeft het er moeilijk mee. En ik wil niet kleinzielig zijn. Maar de eerste dag dat ik mijn vader niet ongeneesliijk mis, moet nog komen.
Het lijkt alsof er elke dag een minuscuul stukje van mijn hart afbreekt. Een klein barstje, dat steeds groter wordt. Een wond, die lelijk aan het etteren is.
Het verlies van mijn kindje komt daar nog eens bovenop. En de melding: 'Dat heb ik ook meegemaakt hoor.' maakte het niet beter. Met die tekst werd de deur voor communicatie dichtgeslagen. Ik hoopte op een handreiking. Een opening voor een nieuw begin. Maar de hoop bleek ijdel.

Ik slik, vergeef en ga door.

Maar het begint steeds meer tol te eisen. Ik merk dat ik steeds meer wakker lig. De laatste keer dat ik aaneengesloten heb geslapen, is al een behoorlijke tijd terug. Ik ben steeds vaker en steeds langer aan het 'spoken jagen'. Ik heb geaccepteerd dat er onrust in mij leeft. Tijdens het verwerken van wat er is gebeurd, oftewel dat beruchte spoken jagen, laat ik me wegzakken in emoties. Altijd in mijn eentje. Ik glimlach terwijl mijn hart breekt, huil mijn kussen vol in de nacht en straal overdag.

Mijn handicap kost me steeds meer. De vermoeidheid slaat steeds sneller toe. Ik kan steeds minder. Maar omdat ik jaren altijd van alles heb gedaan, hoor ik dat ik niet zo moet zeuren. En dat het toch niet zo erg moet zijn.

Dat is het wel, alleen hoor je me er nooit over. Als je me erover hoort, ben ik al drie keer over mijn eigen grens heen gegaan. Ik ben trots, dus ik ga door. Ik wil nog steeds niet zwak lijken. En probeer maar eens aan iemand uit te leggen, dat je niet weet hoe het is om te leven zonder pijn. En dat alles kunnen doen wat je maar wilt, echt niet voor iedereen is weggelegd.
Geloof me. Ik heb vanalles gedaan in mijn leven. En het meeste van wat ik heb berijkt, is op pure wilskracht gegaan. Vaak zeiden anderen allang dat ik het niet zou redden, of ik werd domweg niet geloofd wanneer ik zei iets te doen. (Vaak werd ik als eerste niet geloofd door hen die zeiden mij te kennen. Dan weet je toch dat ik niet lieg? Zie hier de contradictie. Of je kent me niet, of je zegt dat ik lieg. Wat dan weer onherroepelijk verklaard dat je me niet kent. Ik lieg namelijk niet, dat kan ik niet.) Maar ik ga door. En doe wat ik deed, hoeveel pijn het ook doet. Velen snappen toch niet dat de lichamelijke aftakeling nu al toe slaat. En dat dit echt inhoudt dat ik aan het einde van de dag uitgeteld op bed lig.
Ik verbijt de pijn en zwijg. In mijn hoofd tel ik de uren af tot ik mag liggen en zwijg.

Wat zou het fijn zijn eens hartverscheuren in het openbaar te kunnen krijsen van ellende. Eens te laten zien wat er daadwerkelijk door me heen gaat. En aan velen te laten zien, dat ze leuk kunnen beweren mij te kennen, de waarheid is anders.
Ik klets leuk. Soms zeg ik ook wat er door me heen gaat. Maar dat doe ik enkel tot een bepaalt niveau. Wat het echt doet, dat toon ik niet. Men zit daar niet op te wachten.

Wat zou het fijn zijn, eens niet te hoeven strijden. Eens de emoties de vrije loop te kunnen laten en het uit te schreeuwen. Kijk nou eens goed! Zie welke pijn er achter die glimlach schuil gaat! Kijk nou. Ik ben de wanhoop nabij en vecht met de wanhoop die daarbij hoort. Beweer vrolijk dat het bewonderenswaardig is dat ik door knok. Ja dat doe ik. Maar dat komt eerder omdat ik niet zie welke keus ik anders heb. Ik MOET door. Anders zwelg ik en ben ik er straks nog erger aan toe
Dus elke dag sta ik weer op. Elke dag doe ik weer, wat er van een mens verwacht wordt. Ik glimlach en luister.

Het leven is een theater, en ik een van haar beste toneelspeelsters. Zal ik op tijd ontmaskerd worden?

maandag 13 juli 2015

Geschil

Soms,
Is het niet nodig dat je mij begrijpt.
Ik wil enkel horen dat je me accepteert,
En me lief hebt zoals ik ben.

Vandaag is dat niet gelukt,
We hadden 'zo'n' momentje.
En we gingen naar bed,
Los van elkaar. 

Het gif van je woorden,
Echoot na in mijn ziel.
Markeert een rankune,
Voor geschil voor één nacht.

Ik leg mij te slapen,
En zie je nu aan.
En elke vezel van mijn lijf,
SCHREEUWT om een andere uitkomst.

Ik wil je aaien,
Ik wil je strelen.

Zeg mij,
Dat jij mij lief hebt,
Ongeacht wat.

Want je weet het niet,
Mijn lief,
Hoe zwaar het is te zeggen:

Hoe lief ik je heb,
Hoe naakt ik ben zonder jou.
Hoe hulpeloos,
Hoe kwetsbaar.

Ik moet dan immers toe geven,
Hoe kwetsbaar ik ben.

13-07-15

zondag 12 juli 2015

Een talenknobbel hebben zegt niet alles

Taal is een wonderlijk iets. En je moet er iets mee hebben. Heeft het, om wat voor reden dan ook, je interesse niet, dan zul je er nooit een ster in zijn.

Maar ondertussen ben ik er achter, dat er wel ineresse in hebben geen garantie is voor succes. Sterker nog, het zegt helemaal niets.

In het Nederlands ben ik relatief goed. Ik zeg relatief, omdat mijn spelling regelmatig te wensen over laat. Ik herlees de stukjes die ik plaats bijna altijd. En toch kom ik iedere keer weer spelfouten tegen. Mijn brein wil sneller dan mijn vingers. En blind typen kan ik niet. Maar toch, schrijven en spreken gaat mij goed af. Lezen doe ik veel en dus heb ik een wat grotere woordenschat.

Engels is als een tweede taal. Of ik een boek in het Nederlands of het Engels lees... Eerlijk gezegd heb ik geen idee. Ik ga zo op in het verhaal, dat de taal waarin dat gebeurt totaal ondergeschikt is. En dus ook iets wat ik niet kan vertellen. Ik weet of ik een boek gelezen heb en wat ik ervan vond. In welke taal dat was, kan ik niet reproduceren.
Wanneer eer een vraag gesteld wordt in het Engels, schakel ik om en praat Engels. Ik ga denken in de taal. Nederlands verdwijnt naar de achtergrond, tot ik weer alleen ben of iemand mij aanspreekt in mijn eigen taal.

Frans is echter een ander verhaal. Wanneer er iets gezegd wordt in het Frans, kraakt mijn brein. De woorden moeten herkent worden. Vervolgens gaat er een mannetje in mijn brein hard op zoek naar een woordenboek. En er wordt hard vertaald. Elk woord wordt bekeken en gekeurd. Net zolang tot ik de strekking van de zin begrijp. Ja, de strekking. Exact lukt het me niet. Vaak kom ik niet verder dan begrijpen wat er bedoelt wordt. Vervolgens moet ik een zin in elkaar gaan zetten. Het antwoord bedenken in het Nederlands is totaal niet moeilijk. Maar dan de vertaling. Ik doe er toch op zijn minst 15 seconden over om een antwoord te hakkelen. En dan op simpel niveau. Ik praat echt op het niveau 'Ik jou slecht begrijpen'. Als ik dat niveau al haal. Het is schrijnend slecht.
Hetzelfde geldt voor Duits. Al kan ik dat wel een stuk beter begrijpen en lezen dan Frans. En dat komt dan weer omdat Nederlands en Duits beiden Germaanse talen zijn. (Waarbij het Nederlands sterk beïnvloed is door de Latijnse talen.)
Ik schakel niet om in Frans of Duits, zoals ik doe in het Engels. Zinnen maken is een opgave, die steeds net iets te moeilijk lijkt. Ik hoop altijd maar dat ik niet een al te grote flater sla en dat men begrijpt wat ik bedoel.

En zo kwam ik tot de conclusie, terwijl ik aan het hakkelen was in het Frans, dat ik te weinig woorden ken. Geen idee wat een lieveheersbeestje is in het Frans. Of een klaproos. Wat is gras in het Frans? Of een strakblauwe lucht? Hoe leg ik uit waarom ik zo veel mogelijk in de schaduw zit; zelfs als het 'slechts' 27 graden is? Geen idee hoe ik moet vertellen dat ik verbrand zodra ik de zon zie. En dat ik dan toch naar zongebieden ga, omdat ik de warmte nodig heb.
In het Engels leg ik zo uit wat er met mijn lijf aan de hand is. In drie zinnen heb ik uitgelegd wat een cerebrale parese is en hoe je dat kan krijgen. Wat de gevolgen zijn in het brein en het lichaam. En ja, dat is vermoeiend en ja, je hebt altijd pijn.
Iemand enig idee wat een cerebrale parese is in het Frans? Of in het Duits? 

Volgens mij ordt het tijd voor een opfriscursus. En dan een manier zie te vinden om het te kunnen onderhouden. Ouderwets woordjes stampen. En vervolgens veel praten.

donderdag 9 juli 2015

Stukje van 3 juli 2015.

Het is warm.
De zon schijnt.


Dus ik mis je weer. Voel weer een exra steek, omdat je er niet bent.
Want dit weer betekent bbq. En bbq betekent fikkie stoken.
Zeker na het eten. Naast elkaar voor de kooltjes. Vuur opporren en het voeden met houten satéprikkers. Het was snikheet, maar dat gaf niet. Praten deden we dan ook niet. Op de één of andere manier was dat niet nodig. In de bubbel van zwijgzaamheid, knapperend vuur en zingende vogels begrepen we elkaar.
Dat is vaak anders geweest. Maar op dit soort momenten was alles goed.


Ik wil fikkie stoken. Samen met de pyromaan die mijn leermeester was. Vlees eten tot we barsten. En blij zijn dat we geen vegetariërs zijn. Met een glas rode wijn in de hand. (Nee, geen Canti voor mij. Ik wil graag de Merlot)
Staren in de vlammen, en gelukkig zijn. Het leek altijd of de tijd stilstond. 

donderdag 2 april 2015

Twee rollercoasters binnen één week

Het kan verkeren. En dat soms twee keer binnen één week.

Het begon allemaal vorige week woensdag.
Althans, toen kwam het naar voren. Ik voelde me al langer niet altijd lekker. Hoofdpijn, buikpijn, hangerig. Soms ging ik, midden in de nacht, over mijn nek.
Ik bloedde onregelmatig en heftig. Dat was vervelend, maar al langere tijd 'normaal'.

Vorige week woensdag kwam er echter verandering in, toen ik wat voelde zitten. Een tampon was het niet. Ik kon het niet plaatsen.
Fijn zat het in ieder geval niet en ik bloedde nog heftiger dan normaal.

In totale paniek mijn vriend gebeld, die in de auto sprong om vanuit de andere kant van het land naar me toe te komen. (Is het geen lieverd?)

Wij naar het ziekenhuis, naar de spoedeisende hulp. Die verwees ons in verband met de kosten, door naar de huisarts. Die zat gelukkig in de buurt.
De arts kijkt, weet niet zeker wat het is en verwijst me naar de gyneacologie.

Goed, terug naar het ziekenhuis. Een tijdje wachten, maar ik wordt om 15.30 eindelijk geholpen. (We waren al vanaf 12.00 bezig.)

Eerst krijg ik een vragenlijst. Of ik kinderen heb (nee), of ik ze wil (nee), of ik een zwangerschapstest heb gedaan (nee).
Vervolgens gaat ze kijken. Er zit een bal-achtig ding. Dat hoort natuurlijk niet. Er wordt nog iemand bij gehaald, die kijkt ook. Het ding wordt verwijderd.
Waarschijnlijk is het een vleesboom. En een grote. Want hij paste niet in een gewoon potje voor het lab.

Maar ze gaan nog even kijken in mijn buik. Daar moet namelijk een spiraal zitten.
Niet te vinden. Wat er wel te vinden is: een ukkie. Vrolijk dobberend in een vruchtzakje. Ik blijk negen en een halve week zwanger te zijn.
Vriendlief en ik zijn allebei met stomheid geslagen. Geen van twee hadden we ook maar het vaagste idee.
Dus we mogen gaan nadenken. Houden we het of niet? Hoe gaan we het oplossen.

Allebei stuiteren we wat emoties betreft alle kanten uit. We weten totaal niet wat we moeten doen.

We willen allebei kunnen uitslapen. Doen en laten wat we willen. Ik wil biefstuk kunnen blijven eten. Vanaf het moment dat ik het weet, heb ik geen druppel meer gedronken. (En ik ben een wijn liefhebster) Dat viel wel mee. Maar geen biefstuk. En dat nog een half jaar. Dat is zwaar.
Maar we proberen het luchtig te maken. Maken grapjes. En ik ben makkelijk afgeleid.
Kleine kinderen hebben in ene alle aandacht. Vroeger vond ik ukkies grappig, maar niet echt interessant. Nu draait alles om die hummeltjes. Ze zijn schattig. Ze zijn zo leuk. (Dat zijn de hormonen. De natuur heeft echt een paar verschrikkelijke trucjes om je zover te krijgen dat je vrijwillig je mooie lijf gaat laten transformeren tot dat van een walrus. Om vervolgens een aantal uren te liggen creperen tijdens de geboorte en daarna een waggelende melkmachine te worden.)
Vriendlief vraagt zich serieus af wat er toch met mij gebeurd is. Niets lief. Ik ben gewoon zwanger. Grapje van moeder natuur.

Desalniettemin. Wij moeten nadenken. En het wonder geschiede: We besluiten het te houden. Als uk zich door een spiraal en een vleesboom weet te  worstelen, moet het blijkbaar zo zijn. Er bestaat zoiets als het lot. Blijkbaar hebben de schikgodinnen mij toch tot moeder gebombardeerd. En wie ben ik dan om daar tegenin te gaan.

Dinsdag (eergisteren dus) weer naar het ziekenhuis. Vertellen dat we het houden. En dus overleggen wat we nu gaan doen. Conclusie is, dat ik naar de gewone kraamkliniek kan. Mijn handicap hoeft geen hindernis te zijn in de zwangerschap. En als het onverhoeds toch nog problemen oplevert, kan ik altijd nog terug naar het ziekenhuis.
Maar in het ziekenhuis lopen is lang zo leuk niet als zwanger zijn in een gewone kraamkliniek, zegt de arts.
Wel wil ze nog kijken of de wond van de waarschijnlijke vleesboom een beetje genezen is en de baarmoedermond zich gesloten heeft.
En ik vraag of we dan een filmpje mogen maken van ukkie. Dan kunnen we dat online zetten. Het leek mij leuk op het op 1 april gewoon online te zetten. Geen grap. Echt zwanger. Dat mocht. Het is immers ons kindje. Dus onze keuze.
Alles klaar, ik blij op die stoel. We mogen weer kindje kijken.

Ze pakt dat kijkapparaat en brengt het in, om het op de monitor te laten zien. Scherm aan, geluid aan.
Stilte. We zien van alles. Een hoofdje. Een wit vlekje erin, wat de hersens zijn. Een kaaklijntje, ruggengraat, armpjes, beentjes. Van alles. Maar geen beweging op de plek waar het hartje moet zijn.
Waar we vorige week een half trance-nummer te horen kregen van een kloppend hartje, was het dinsdag akelig stil. Ook wordt de bloedcirculatie nog maar eens nagekeken. En de arts die vorige week mee keek, wordt erbij gehaald. Maar bij binnenkomst staat ook zijn gezicht al ernstig.
Kijken en zoeken, bijstellen. Conclusie... Kindje is dood.

Had ik me er net op ingesteld. Ik was zelfs blij. Had zin om mutsjes te haken en kleertjes te breien. In plaats daarvan, mag ik me morgen om 06.45 melden bij de O.K. Ukkie wordt weg gehaald.
En aangezien ik er dan toch lig, gaan ze kijken of er nog meer vleesbomen zijn en of ze toch nog ergens die spiraal kunnen vinden.

Zo goed wordt die goede vrijdag dus niet voor mij. Het was dan niet de bedoeling dat ik zwanger zou raken, maar ik heb verdriet. Intens verdriet. In mijn ratio weet ik dat het beter is. Als het kindje gezond was geweest, was het waarschijnlijk niet afgestoten geweest. Er was waarschijnlijk wat mee.
Maar het doet zeer. En vreselijk verdriet. En ik weet even niet, waar ik met al dat verdriet naartoe moet. Wat ik er constructief mee kan.

Tips iemand?

vrijdag 27 februari 2015

Van geel, via gitzwart, naar stralend wit?

Hoe lang moet je iets blijven proberen, voordat je kunt zeggen dat de test gefaald heeft?

Al jaren ben ik gezegend met behoorlijk gele tandjes. En daar ben ik niet blij mee.
Begrijp me goed, ik ben best tevreden met mijn gebit. Ik ben *mompelmompel*.... In de 30, heb slechts twee vullingen. Een recht gebit en nooit een beugel gehad. De meeste mensen  geloven dit pas wanneer ik mijn gebit laat zien, naast iemand die wel beugel rechte tanden heeft. Maar mijn glimlach is ook geel.

Jaren heb ik de schuld gegeven aan sigaretten en koffie. Ik was een straffe roker en heb jaren gelopen op twee potten koffie per dag. En die koffie was sterk. Espresso was voor mij gewone koffie. Een slap aftreksel van het zwarte goud.
Daar krijgt je glazuur een mooi kleurtje van. Meerdere variaties van de kleuren geel en bruin.

De koffie is drastisch vermindert. Nu hooguit drie kopjes (gewone!) koffie per dag. En de sigaretten worden door mij nu dik twee (bijna drie!) jaar niet meer gekocht.
Nog steeds gele tandjes, wat ik ook doe.

Tegenwoordig kun je facings laten aanbrengen, maar dat zie ik niet zo zitten. Ik wil zo min mogelijk nep. En geen gekloot aan mijn lijf. (Maar ik heb wel een tattoo en een piercing)

Er is ook een keur aan tandpasta's te koop die beweren je tanden witter te maken. En daarvan ligt de drempel een stukje lager. Dus op een goede dag heb ik eens wat meer uitgegeven aan een tandpasta dan het normale bedrag en er eentje gekocht.

De tube beweerde dat er 79 personen waren die direct wittere tanden hadden.
Mij geeft dat niet direct een gevoel van vertrouwen. want hoeveel mensen hebben het getest? Waren dat er ook 79? Of 300.100? Nee. Mij vult zo'n tekstje, geprint in mini lettertjes, niet met vertrouwen.
Maar ach. Die tube ligt nu in mijn hand. Terugbrengen kan niet meer. Testen met die hap.

Het eerste wat me opvalt: Een raar grijzig wurmpje ontstaat op mijn borstel. Met een klein paars/zwart dotje. En glittertjes. Niet wat ik gewend ben. Maar dit houd mij nog niet tegen.
Ik steek die borstel in mijn mond en begin enthousiast te schrobben.
Een wolk van schuim ontstaat in mijn mond. Vroeg of laat zal ik toch echt uit moeten spugen.
Blauw!!! Het schuim, dat rijkelijk ontstaat en zich een weg langs mijn mondhoek naar beneden baant, is blauw. Ik vermoord een heel smurfendorp hier in mijn mond man!
Ik kijk tussen het schuim door naar mijn tandjes. In het kunstlicht van mijn badkamer lijken ze zo witter ja. Maar dat wit bij blauw optisch witter lijkt, is algemeen bekend. (Toch?)
Ik schrob door, in mezelf pret belevend over de manier waarop al die arme smurfjes in mijn  tube tandpasta zijn geëindigd. Ik heb een nogal levendige fantasie en kan mezelf uren vermaken met het verzinnen van allerlei manieren, waarom dit tot stand zou kunnen komen.

Deze actie is twee weken geleden begonnen.
Oke, ik drink nog steeds wel koffie. Maar ik  schrob enthousiast. Zelfs langer dan ik eerst deed.

Conclusie? Ik ben overduidelijk niet eentje van die 79 personen die wittere tanden kregen. Bij mij zijn die maalsteentjes nog steeds vrolijk geel.

Online heb ik een trucje gezien. Van koolstof op een aparte tandenborstel. Koolstof schijnt kleurstof op te nemen.

De tube smurfen zal ik op maken. Anders zijn die arme beestjes voor niets mijn tube in gewandeld. Ook zo zielig. Maar ondertussen poetsen we maar eens met zwart.

Op naar de tweede poging twee. Hopelijk van gitzwart, naar  stralend wit.

donderdag 26 februari 2015

Sociaal gehandicapt

Soms probeer ik wel eens boven mezelf te staan.

Alsof ik uit mezelf reis en mezelf bekijk vanaf een afstandje. Observeren. Kijken. Hopend dat de raderen niet gelijk gaan draaien en negatieve punten bekijken.

Daar ben ik vrouw voor. Mezelf afzeiken, daar ben ik goed in. Waarschijnlijk beter dan welke negatieve tong ook. Wie ook iets slechts over mij wil zeggen... De tip is te zwijgen. Jij kunt proberen mij af te kraken, maar dar ben ik zelf zeker weten beter in. Jaren lange kritiek van mijn omgeving heeft gegarandeerd dat ik nog steeds beter weet wat er niet goed is en wat ik fout doe. 
Positieve punten opnoemen. Dat is een kunst waar ik graag wat lessen in had gehad.

Ik ben 20 kilo te zwaar (minstens). Rimpels sijpelen aan alle kanten. En mijn haar is net als mijn karakter. Eigenwijs, weerbarstig en niet te temmen. Online zie ik de mooiste creaties. En het ziet er zo simpel uit om te doen. Dit zal het ook zijn. Maar niet met mijn haar. Het laat zich 30 minuten in model dwingen. Maar haartje voor haartje, lok voor lok, sluipt het weer terug in zijn eigen eigenwijze coupe.

Dieet na dieet is gevolgd. Van meerdere keren op een dag eten, naar mezelf uithongeren. Calorietjes tellen, lekkere dingen laten staan.
Het gaat een tijdje goed. De kilo's gaan weg. En komen maanden later terug. Meestal met rente.Waarover ik dan weer hoor dat ik op moet passen. Ieder pondje komt door het mondje. Ik moet eens minder snoepen.

Nee. Tevreden over mezelf ben ik niet. En hoe vaak ik mezelf ook geprobeerd heb te her-modelleren, ik kom iedere keer weer terug op hetzelfde basis model waar ik niet tevreden mee ben.

En hoe ik ook probeer... Ik heb niet echt het idee dat ik sociaal ben. Vroeg of laat, men ziet mij liever komen dan gaan.
Ook dit is mij verteld van kindsbeen af. Mensen vinden mij niet aardig. Mensen tolereren mij enkel. Zodra ik vertrek, gaat er een zucht van verlichting door het gebouw. Men is blij van mij af te zijn.

Die onzekerheid die ik opgebouwd heb, neem ik nog steeds mee. Of het waar is wat men zei... geen idee.
Ik weet dat men mij even moet leren kennen. Dat is wel gezegd. Ik ben een persoon aan wie je moet wennen.
Een compliment vind ik het niet. Maar gelukkig is het ook geen afwijzing.

Jammer. Ik onthoud heel goed wanneer mensen niet reageren op een sms of app. Ik onthoud precies wie niet meer belt. En ik zie dat per definitie als een persoonlijke afwijzing. Omdat ik simpelweg niet weet hoe ik het anders zou moeten zien.

Vroeger wezen kinderen mij af op mijn handicap. Je wilt niet weten wat ik allemaal naar mijn hoofd geslingerd heb gekregen. Ik tik het niet op. Dat zou ervoor zorgen dat ik een discussie krijg met de nieuwe regels die binnenkort hier doorgedrukt worden.

Maar ik kom tot de conclusie dat mijn handicap niet in mijn lijf zit. Het zit in mijn hoofd. En hoe hard ik er tegen vecht, ik verlies bijna dagelijks.
Elke dag weer vecht ik. Om lief te zijn voor mezelf. Om niet te kijken naar het negatieve. Om te zien dat er mensen zijn die me niet hebben laten vallen.
En bijna elke dag snijdt er door me heen: Maar die en die appen niet terug. En die heeft nooit meer gebeld. En die zegt niets meer tegen je, als je langs komt. Tenzij het echt niet anders kan.

Ik doe alles. Als men mij maar lief vindt. Ik ren me rot om te helpen. Ik duik de keuken in om lekkere dingen te maken. Ren rond met drankjes. Als men maar zegt dat ik het goed doe. Dat men mij mist als ik er niet ben.

En ik verlies. Ik verlies van het groene monster van onzekerheid, dat zich diep in mijn wezen geworteld heeft. Hoe hard ik er ook tegen vecht.

Dus elke dag trek ik mijn harnas maar weer aan. Mijn harnas van gespeelde laconieke vrolijkheid. Gespeelde onbezorgdheid. De glimlach, die niet van mijn lippen is te poetsen.

Het werkt. Overal waar ik kom, wordt gezegd dat ik altijd lach. Dus de onzekerheid weet ik te verbergen.
En net als mijn fysieke hancicap, verbloem ik met mijn lach zo goed mogelijk mijn sociale handicap.

maandag 23 februari 2015

Je (aankomende) geliefde is iemand's kind.

Van de week hoorde ik een gesprek in de trein. Drie jochies van een jaar of 17.
Ze waren aan het praten over een paar meisjes die ze kenden. En wat ze daar wel even mee zouden doen. Daarna zouden ze die dan weer dumpen.

Ik werd er verdrietig van. "Stel nou dat er zo'n blaag ooit zo over jou dochter praat. Vind je het dan ook zo stoer? Of wanneer iemand zo over jou zus praat. Schud je die knul dan ook de hand? Vind je het dan ook zo cool?" dacht ik.
Ik was even blij dat ik geen kinderen heb. Als ik een knul zo over mijn kind zou horen praten, schopte ik hem op de punt van mijn stiletto het dorp uit.



Aan hen die aan het daten zijn. Aan hen die een relatie hebben. Aan hen die het graag zouden willen. Aan hen die er lekker op los leven.
Stel: je hebt over twintig jaar een zoon of dochter. Daar wil je dan het beste voor, neem ik aan.
Je kind komt thuis met een nieuwe spouse. En die nieuwe geliefde van jouw kind, behandeld jouw kind zoals jij nu met (nieuwe) geliefden omgaat. Zoals jij met emoties en gevoelens omgaat, doet die nieuwe liefde dat ook. En dat met jou mooie pareltje.

Zou je dan blij zijn voor je kind? Zou je de vlag uit hangen? Of sla je die nieuwe liefde het liefste gister het ziekenhuis in?

Iedereen maakt fouten. Iedereen doet wel eens (erg veel) verdriet aan. Maar denk hier aan, wanneer je met of over iemand praat. Wees de ideale geliefde. Wees de ultieme schoondochter/zoon.

Je (aankomende) geliefde is iemand's kind.

vrijdag 6 februari 2015

Metroseksueel? Lieve hemel, nee.

“Je hebt brede heupen en een dikke kont. Vet op je buik en een volle boezem. Jij kunt dus goede en gelukkige babies baren.”
Mijn gefluisterde schaamte over hoe mijn privaatste deel er uitziet werd weg gewaaid. ‘Dat is zo bij de meeste vrouwen. En bij alle echte vrouwen. Trouwens... Dat zorgt ervoor dat een kind er makkelijk door kan. Minder kans op uitscheuren. Oftewel je geneest sneller en kunt dus sneller weer zwanger raken. Ook kun je meer aan en is de kans   dat er iets mis gaat met je babies iets mis gaat kleiner. Je bent de ideale moeder.”

Ja, je leest het goed. Dit heb ik serieus te horen gekregen. En dat was echt als compliment bedoelt.

Ondertussen kijk ik in de spiegel. En ik ben geen blije kampeerster.
Niet dat ik niet blij ben met mijn heupen. En met die dikke reet heb ik in mijn twintigste levensjaar mee leren leven. Door omstandigheden was die namelijk een tijdje weg. And believe you me. Mijn lijf, daar hoort een reet bij. Mystic M zonder reet is als een hamburger zonder mayonaise en ketchup. (Maak ik nu echt een vergelijking tussen een hamburger en mijn reet? Serieus?)
Dessalniettemin, ik zat en zit nog steeds ruim in de rondingen. Helaas gaan die rondingen de laatste jaren een beetje dicht. En jammer vind ik dat wel.
Ik was jong, dat ik er achter kwam dat ik niet de knapste van de klas ben. Van mijn koppie moet ik het niet hebben. Zowel de buitenkant als de binnenkant. Begrijp me goed. Ik ben niet lelijk. En ook niet dom. Maar ik ben ook bij langena de mooiste niet van de klas. En ook niet de  slimste. Ik blink uit in ‘gemiddeld’.  En dat valt niet op

“En het is best jammer dat mensen niet door de eerste indruk heen prikken en je leren kennen. Want je bent een lief persoon en staat altijd voor iedereen klaar. Jij bent lief.’

Hmm hmm. Maar lief, daar koop ik niet veel voor.

Ik ben goed in het bakken van cake en boterkoek. En ik ben ook weer goed op weg met mijn taarten. Ik maak twee geweldige varianten van macaroni. En al zeg ik het zelf, een killer lasagne.
Trouwen is iets wat niet hoog op  mijn verlanglijst staat. Ik wil ‘mijn eigen ding’ doen en als je over kinderen begint trek ik wit weg. Ik kijk verschrikt om me heen en krijg soms serieus hartkloppingen.
Mij hoef je niet uit te leggen hoe mijn telefoon werkt. Al houd ik je niet tegen. Ik vind het wel schattig, een man die hard zijn best doet om mij uit te leggen hoe telefoontechniek werkt. Zeker als hij dat probeert in ‘Jip en Janneke taal’.
Ik weet wat je moet doen als je telefoon weigert. (Buiten opladen.. Wat doet je simkaart in een andere foon? Werkt je sim wel in een andere foon en een andere sim in jou foon niet? Foon is dood. Doet je sim het in een andere foon niet en een andere sim in jou foon het wel? Sim naar de klote. Dat heet een crosscheck.) Ik snap dat, als de stroom uitvalt, je eerst eens naar de stoppenkast moet lopen om te kijken of alle stopjes er nog wel in zitten. En als hij eruit is, terug schakelen. Schiet ie weer terug naar uit? Dan alle stekkers uit het stopcontact. En dan stuk voor stuk weer aan doen en heen en weer blijven lopen om te kijken of met dat nieuwe apparaat erbij de stop er niet weer uit vliegt. Je komt er zo vanzelf achter wat er nu aan de hand is.
Ik houd van dingen die snel gaan. Dus ik kruip graag achterop de motor om samen met een snelheid van 220 te blazen over de Duitse Autobahn.

Ik heb mijn eigen beeld. Denk graag na en word graag uitgedaagd. Ik maak graag gedoseerd kennis met nieuwe dingen. Veranderingen zijn spannend al moet het wel gemeld worden en niet te veel in één keer..
Ik wil graag werken, parttime. Maar ik sta met liefde het huishouden voor hem te doen en zijn overhemden te strijken. En als puntje bij paaltje komt, dan ben ik echt wel volgzaam. Ik wil gehoord worden. En ik wil dat hij wat ik zeg echt overdenkt. Maar als hij iets anders besluit, krijgt hij echt zijn zin wel. Ik schik me in die wil.
Persoonlijk probeer ik al van jongs af aan mezelf op te werken op kook-gebied en euhm…. Hoe zeg je dat netjes… Het amoureuse gebied? Mwa. Je weet wat ik bedoel. Ik ben een slet en een sloerie. En daar ben ik nog trots op ook. Maar ik ben enkel een slet en sloerie voor mijn man.

Mmmzzz.
Ik dacht altijd, dat ik toch best wel een ideale vrouw was.
Maar blijkbaar zijn mannen niet meer zo. Vroeger waren er nog heren die wisten dat kookkunsten beter getest en gewaardeerd konden worden dan een mooi snoetje. Want we worden allemaal lelijk. En seks. Tja.. Vroeg of laat schijnt dat ook minder te worden. Maar kookkunsten… Die worden steeds beter, als het goed is.

Maar blijkbaar werkt het niet meer zo. Blijkbaar moeten vrouwen vandaag de dag alles zelf willen en halve mannen worden.
En mannen moeten halve vrouwen worden en metroseksueel gaan doen.

O mijn hemel mensen!!! Sinds wanneer laten mannen zich vrijwillig castreren? Wanneer moeten hun ballen indalen? Of hadden ze dan toch een baarmoeder moeten creëren.

En dames.. Serieus. Alles zelf kunnen en weten hoe je e en auto moet repareren? Laat je okselhaar staan en creëer een baard, als je toch bezig ben.