maandag 25 mei 2020

Prioriteiten stellen

Leuke lieverds en lieve leukerds,
 
Veel van mijn gepeins komt voort uit een diepgewortelde angst. De angst dat, wanneer ik mijn stoffelijk lichaam naast mij neerleg, er niets veranderd is. Dat mijn leven volledig nutteloos is gebleken  en ik nergens iets aan heb toegevoegd.
Nu ben ik immers enkel de vrouw van en de moeder van. Er is weinig dat ik zelf toevoeg. Waar ik vroeger nog gedichten schreef en optrad waardoor mensen geraakt werden, heb ik de laatste jaren geen letter geschreven. En dat wat ik wel heb geschreven ligt in de bureau-la te verstoffen.
Ik las me het ongans. De grootste nonsens, zoals fantasy en zo meer, tot klassiekers als Bram Stoker's Dracula, tot hoogst intellectuele dingen als Sokrates, Plato, Nietsche en Kierkegaard.
In de bieb was ik een veel geziene gast. Elke bibliothecaresse kon je wel vertellen in welk deel ik deze week nu weer te vinden was.
En het bleek hoogst opmerkelijk te zijn, zo'n achttien jarig mavo klantje dat Sokrates stuk las. Ik bleek op mijn negentiende bij een dominee (die een stuk beter nadacht dan die &*^%#$# figuren waar ik tot dan toe mee te maken heb gehad) vragen te stellen die hij nooit eerder heeft gehad. Hij moest er zelfs de boeken weer voor in. Waar hij mij, bleek later, erg dankbaar voor was.
Ik was (en ben) dus kritisch, trok mijn eigen plan. En ik keek daarbij niet naar wat normale ideeën en gewoonten waren binnen mijn sociale klasse, geslacht, achtergrond of leeftijd. Ik stelde prioriteiten en was daarbij niet bang om af te wijken van wat er om mij heen de standaard was.
Welke weldenkende vrouw kan eind 20e, begin 21e eeuw immers de gedachtengang van Kierkegaard over vrouwen nog waarderen. (Het dagboek van de Verleider) Nou, ik dus. En ik zal één`van de eersten zijn die zegt dat de ideeën ook echt thuishoren in de tijd waarin ze geschreven zijn. Haal ze alsjeblieft niet meer uit het stof. Maar een deel van de etiketten en gedragingen vind ik prachtig. Al is Johannes (de hoofdpersoon) uiteraard een klootzak, die dat meisje nooit zo in het ongeluk had mogen storten. Wie is hij om te beslissen over het lot van een ander. Hoe durf je mensen, willens en wetens, zo te benadelen.
Maar ik dwaal af.
 
De angst niks te hebben toegevoegd.
Ik leef absoluut niet in de overtuiging dat wat ik te melden heb van onschatbare waarde is. Ik hoef ook niet iets te bereiken waardoor mijn naam voor eeuwig in de geschiedenisboeken komt. Ik heb geen aspiraties om een politicus te worden, ik word niet de Sokrates en Shakespeare van de 21e eeuw. Mijn doel is echt niet om over 100 jaar te eindigen op een straatnaambord.
Maar als ik nu dood neerval, heb ik niets toegevoegd. Niets waardoor de wereld er mooier op geworden is of een betere en schonere plaats om in te leven. Geen radertje in het grote plan van wie of wat dan ook. Ik heb geen verschil gemaakt voor wie dan ook.
Ja, er zijn mensen die intens van mij houden. Mijn man kan studeren om een beter psycholoog te worden, omdat ik alle triviale huishoudelijke klusjes doe en hem, op een paar dingen na die ik niet kan, niets laat doen. Daardoor kan hij goed studeren en zijn patiënten nog beter helpen. Dat maakt de wereld beter en daar help ik hem indirect bij. Daar ben ik trots op, maar het is niet mijn verdienste.
Ik ben op dit moment DE wereld van mijn dochter. Maar haar wereld wordt vanzelf groter. En er komt een dag dat ze mij niet meer nodig heeft. Er komt een dag dat zij het nest verlaat en zelf haar vleugels uitslaat. En zo hoort het ook.
Maar ik wil op dat moment niet achter blijven met een leeg gevoel van nutteloosheid, omdat ik het "mama zijn van" tot mijn levensdoel gemaakt heb. Daar heb ik te veel talent voor.
 
Misschien is dat de reden dat ik de kerk mis. Daar ben je immers een onderdeel van. Je bent een stem in het koor, onderdeel van het geheel. Je gaat op in de groep van aanbiddenden, in het grote plan van de Heere. Met een doel, een focus en een gezamenlijk plan en ideaal waar je ten allen tijden op kunt terugvallen.
 
Ik wil weer prioriteiten stellen. Geven om dingen die er echt daadwerkelijk toe doen. Daar ideeën over delen, sparren met anderen. En dan vooral me niet meer druk maken over triviale dingen als die ene gast die bij de supermarkt nors reageerde op mijn vrolijke groet. Dat is immers zijn probleem, dat hij geen sprankje vriendelijkheid kan waarderen. Dus waarom kan ik daar de hele dag dan over peinzen en verdrietig over zijn? Ik heb blijkbaar geen interessantere dingen om me mee bezig te houden.
Dat vind ik zelf diep triest. Dus misschien moet ik of de boekhandel maar weer eens leeg gaan kopen van Sokrates en Plato, of een bieb abonnement aangaan en mezelf binnen het half jaar weer eens onsterfelijk maken wat betreft de religieuze en filosofische afdelingen.
 
Geheel de Uwe,
 
Mystic M.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten