'Rouw zou een proces zijn van verdriet dat ergens vastzit.'
Dat had ik ergens gelezen, al weet ik niet meer waar. Ik zat toen midden in mijn eigen rouwproces, omdat mijn vader vlak daarvoor een einde aan zijn leven had gemaakt. Wat ik wel wist was dat ik het met de uitspraak niet eens was.
Verdriet is een best belangrijk onderdeel van rouw. Maar het behelst nog zo veel meer. Er komt angst bij kijken. Angst voor wat niet meer is, of wat er veranderd en waaraan zal moeten worden aangepast. Verdriet omdat men niet kan liefhebben. Rouwen kun je immers om zoveel meer dan enkel het sterven van een geliefde.
En rouw zit -in mijn optiek- niet vast. Je kunt er in vast komen te zitten, als onderdeel van het proces. Maar uiteindelijk ontwikkelen de meeste mensen zich weer verder. Je komt ook in een rouwproces wanneer je ziek wordt, bij scheiding, je baan verliest of een onbeantwoorde liefde.
Er is een ervaring van gescheidenheid. Een stuk van jezelf dat je niet kunt uiten, iets dat je kwijt bent en ongeneeslijk mist. Iets dat je in je hart hebt en in je systeem dat er niet uit kan, omdat er niemand is om de betreffende emotie en het gevoel te ontvangen. Dàt zorgt voor de rouw en de pijn.
De kunst is om er niet in te verzanden. Om te erkennen en herkennen waar je pijnpunten zitten en dat er een heel deel is waar je nu eenmaal doorheen moet. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan, want onderdeel van een rouwproces is dat je een tijd lang niet toerekeningsvatbaar bent. Het leven is domweg even stil gaan staan. De wereld rent door, maar die van jou staat stil. En alles wat je kunt doen is schreeuwen en huilen. Hoe dat schreeuwen en huilen zich uit, is per persoon verschillend. Ik heb zelf een tijd gehad dat ik apathisch voor me uit keek. Mezelf van het bed naar de bank slepen al een marathon was en uitgeput in slaap viel. Om vervolgens een tijd te hebben waarin ik drie uur slaap als een goede nacht beschouwde en als een bezetene aan het schrijven was. Wat er uit mijn vingers kwam was het slechtste broddelwerk van mezelf ooit, bol van taal- en tikfouten. Maar het was de enige manier waarop ik mezelf er doorheen kon sleuren, zonder aan (zelf) destructie te doen.
Rouw is liefde, het gemis daarvan. Liefde voor het leven, liefde voor een (specifiek) persoon. Liefde voor het hebben van een goed functionerend lichaam, het hebben van een stabiel inkomen voor je onderhoud. Rouw is leven in al haar pijnlijke facetten.
Daar kun je weldegelijk in blijven hangen, maar dat definieert het niet. En soms.... Soms bespringt het je en overmand het je vanuit het niets. Niets aan de hand, geen vuiltje aan de lucht. Je dacht dat je het leven alweer had opgepakt en verder was gegaan. Dat het gemis gedragen werd en dat de rauwe randjes er vanaf waren. Je had jezelf alweer eens horen lachen. En bàm. Uit het niets een zwarte diepte. Een inktzwart gat van pijn. Ook dat is rouw. Een proces dat je een heel leven met je meedraagt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten