dinsdag 10 augustus 2021

De Negen Nobele Deugden der Asatrúars. Deel drie: Eer.

Lieve leukerds en leuke lieverds,

De Negen Nobele Deugden der Asatrúars. Deel drie: Eer.

Ik sta voor mijn eed en eer mijn voorvaderen door mijn naam hoog te houden onder het volk.

Eer volgens de Dikke Van Dale:

1eer (voegwoord)
1(formeel) voordateer het te laat is
2eerere (dev(m))
1hoog aanzienlof2eerbewijs, eerbetoononderscheidingter ere vaniem. de laatste eer bewijzen zijn begrafenis, crematie bijwonen3goede naam, reputatienaar eer en geweten eerlijk, oprechtdaar is geen eer aan te behalen dat biedt weinig uitdagingde eer aan jezelf houden toegeven, voordat je daartoe gedwongen wordtdat is mijn eer te na het gaat tegen mijn eergevoel in dat te doen of te laten
Eer is iets dat erg van buitenaf komt. Negatief gezien kun je het zelfs verbinden aan het ego. Maar dat zal er binnen de Asatrú niet mee bedoeld worden. Eer staat voor het reine geweten. het hoog houden van moraal en ergens voor staan. Het erkennen en eren van de voorvaderen staat hoog in het aanzien bij de Asastrúar.
Met deze voorvaderen kan letterlijk je bloed bedoeld worden, maar ook je streek, sibbe, groep of land. De band die voor jou belangrijk is. Sommige mensen hebben immers niet veel met hun eigen familie, om de meest uiteenlopende redenen. Helaas wordt niet iedereen geboren in een warm nest en zijn lang niet alle families van dusdanige houding dat je er echt trots op kunt zijn. Dus voor diegenen die uit bloed weinig steun kunnen halen, kunnen er altijd nog groepen zijn die ze zelf uitkiezen om eer te bewijzen.

Je doodshemd heeft geen zakken en je bent pas ècht dood wanneer niemand meer over je praat. Dus heb invloed over hóé men over je zal praten, bij leven en bij dood. En dat doe je onder andere door de reputatie die je opbouwt.
Helemaal invloed hebben op hoe men over je denkt heb je niet. Mensen kunnen je met zwartmakerij helemaal te gronde richten.

Ik spreek wat dat betreft direct uit ervaring.
Ik heb drie jaar in een kerkje rondgehangen waar een vrouw MOEST doen wat elke man haar opdroeg. En ik weigerde dat. Ik ga niet doen wat mij wordt opgedragen, enkel en alleen omdat het door een man gezegd wordt. Ik maak zelf de keuzes wel. En als ik doe wat mij gezegd wordt, is dat omdat die ander echt verstand heeft van het betreffende onderwerp of omdat diegene hoger in rang is, niet op basis van geslacht.
In datzelfde kerkje zat een jongen die erg op zijn strepen stond en mij het hoofd wilde doen laten buigen. Hij commandeerde wat af en blafte dat ik moest doen wat hij zei, want hij was 'de man' en ik maar 'de vrouw'. Ik haalde over het algemeen mijn schouders op en liep weg. Zoek het maar uit. Al ben ik 'maar' een vrouw, ik ben nog steeds niet de jouwe, dus je kunt de boom in.
Op een dag hoorde hij dat ik niet ging beloven maagd te blijven tot mijn huwelijksnacht en in die hoek was maagdelijkheid heilig. Hij wist gelijk hoe mij aan te pakken. Hij liet de woorden 'hoer' en 'slet' vallen. Hij verbond mij met die termen. Ik heb het nog een jaar uit weten te houden, toen was ik weg. Mij werd van alles toegedicht. Ik zou makkelijk zijn en alles toelaten. Zijn zwartmakerij heeft gigantisch gewerkt.
Toegegeven, ik had al een naam als dwarsligger. Iemand die vervelende en rake vragen stelde. En ik was luidruchtig en  aanwezig. Daar was men in het algemeen al niet blij mee, dus velen volgden hem maar wat graag in de zwartmakerij.
Maar beide titels verdiende ik niet. Ik verliet die kerk in dezelfde maagdelijke status als waarmee ik er binnen was gekomen. En ik wist voor een feit dat een deel van de mensen die mij zwart maakten zelf alles behalve heilig waren. Er is veel modder naar mij gegooid, die ik niet verdiende. Ik was dwars, niet eerloos en geen losbol.
En ik ben nog steeds dwars. Vol trots en met opgeheven hoofd zeg ik: 'Ik ben volgzaam, niet onderdanig. Ik ben meegaand, maar een kracht om rekening mee te houden. Probeer mij niet te temmen, het wordt je ondergang. Stuur mij hooguit een beetje bij, de goede kant op. Ik zal luisteren en ben je eeuwig dankbaar.'

Termen als 'slet' en 'hoer' zijn gif en ellende voor vrouwen. Het zijn namen die makkelijk gegeven worden, nog makkelijker blijven hangen en verschrikkelijk moeilijk weg te poetsen zijn. Al was het maar omdat de uitgescholden persoon vaak haar onschuld moet bewijzen. En dat is een haast onmogelijke opgave.
Op zo'n moment is het zaak om de eer aan jezelf te houden. Laat maar praten en doe je eigen ding. Vroeg of laat komt men er dan wel achter dat je dat niet bent. En dan bewijs je eer. Eer aan jezelf, je voorvaderen, je groep.

Eer is ook juist dat soort termen NIET te gebruiken. Te erkennen dat je misschien boos bent op iemand, dat diegene je onrecht heeft aangedaan, maar niet heeft verdient dat jij diegene zwart maakt. Zwartmakerij is immers een tenietdoening van eer.

Eer is ergens voor staan. Een code, een moraal. Ergens aan vasthouden, ook als het je moeilijk wordt gemaakt. Soms zelfs ergens alleen voor staan. Maar liever alleen en op één knie, dan lopend met de meute en het onrecht mee.
Eer is voldoening halen uit wat je doet. Dat kan zijn omdat jij je land verdedigd in het leger, omdat jij je groep vertegenwoordigt en voor hen uitkomt in een sport, maar ook omdat jij een jurk naait voor de buurvrouw. Of omdat je simpelweg onkruid aan het wieden bent of een taart bakt voor een bijeenkomst.
Maar bovenal: Eer is datgene doen dat juist is. Niet omdat je er eer voor krijgt, maar omdat je er voldoening uit haalt te weten dat je doet wat juist is.

Bepaal voor jezelf waar jij eerbaar van wordt. Wat het is dat jij wilt bewerkstelligen. Bedenk hoe jij wilt dat men over jou zal spreken, wanneer jij je laatste adem hebt uitgeblazen. Leef naar dat ideaal. Niet omdat men dan juist over je spreekt, maar omdat jij weet dat dit het juiste is. En bewijs daarmee het allerhoogste dat er is: Eer aan de Goden.


Ga met de Goden!






Geheel de Uwe,

Mystic M.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten