Lieve leukerds en leuke lieverds,
Ik had beloofd mijn verslagen van school met jullie te delen.
Nou had ik geloof ik al een deel gedeeld aangaande mijn proefschrift. En dan bedoel ik het stuk over Heidendom. Maar de andere twee delen nog niet.
Dus ik ga nu maar een deel daarvan het net opgooien.
Geniet ervan.
Geheel de Uwe,
Christendom. -God dienen uit naam van Jezus Christus.
Christendom in een notendop
Het christendom gaat, simpel gezegd, uit van de godsdienstleer die Jezus van Nazareth ons
heeft geleerd. Zijn doctrine en methodiek zijn aangenomen als de belangrijkste richtlijnen
binnen het christendom om als goed mens voor God te kunnen komen.
Wat zijn de verschillen tussen Jezus en de ideeën van andere schriftgeleerden
De meeste schriftgeleerden van het Joodse volk kwamen uit Judea.
Van alle gebieden waar de Joden in die tijden woonden, was Judea het minst bezet geweest
door andere volkeren. Derhalve hadden ze weinig te maken met geloven en gedachten van
buitenaf en konden rechtlijnig in de leer blijven.
De schriftgeleerden uit Judea spraken enkel met de typisch Joodse symboliek, volledig op
de Joodse gemeenschap gericht. Invloeden en mensen van buitenaf waren over het
algemeen niet welkom. De Joodse doctrine bleef daardoor puurder en werd niet aangepast
op de andere volkeren die in Judea leefden.
Jezus was geboren en getogen in Galilea. Het gebied waar Galilea ligt werd geregeld
veroverd door andere volkeren, met andere gebruiken, gedachten en geloven. Wanneer er
een nieuwe overheerser was, kwamen er ook nieuwe kolonisten die deze gedachten en
gebruiken met zich mee namen. De Joden in Galilea waren genoodzaakt om zich aan te
passen aan de nieuwe overheersers en zichzelf derhalve opnieuw te plaatsen in het leven
en hun religie soms anders te belijden. Ook werd er veel minder schande van gesproken
wanneer er huwelijken werden gesloten tussen verschillende volken en dus kwam er meer
ruimte voor versoepelingen binnen de doctrine.
Omdat Jezus in Galilea geleerd had met meerdere volkeren en verschillende symboliek om
te gaan, sprak hij meer mensen aan. Naar gelang het publiek dat hij voor zich had, paste hij
de manier van praten en de symboliek aan. Daarom kon zijn leer op meerdere plekken en
op meerdere manieren verspreid worde. Jezus sprak bewust niet alleen het Joodse volk aan
en was actief bezig om zijn leer te geven aan eenieder die maar horen wilde.
De levensfilosofie van Jezus
De levensfilosofie van Jezus bestaat uit drie onderdelen:
1: De kern van de leer en filosofie van Jezus
2: Dat wat hij aan eigen inzichten uiteenzet tegenover de inzichten van andere geestelijken,
theologen en schriftgeleerden
3: De thema’s die hij het meest bespreekt.
Datgene dat hij zelf het belangrijkste vindt als kern van zijn leer en filosofie, is het vinden van
de weg naar God. God zoeken in al dat men doet, waar men mee bezig is en in zichzelf en
daarbij kijkende naar het grote geheel. Op die wijze vindt men niet alleen de weg naar God,
men vindt ook God in zichzelf en elkaar.
Hij zet dit vervolgens uiteen door mensen de opdracht te geven om vooral dingen te gaan
doen. In tegenstelling tot andere schriftgeleerden wil Jezus graag dat je bidt in afzondering
en zonder dat je dat kenbaar maakt aan de rest van de gemeente. Bidden tot God is geen
uiterlijk vertoon. Het is een moment van bezinning en samenkomst tussen jou en God.
De meest terugkomende thema’s naast het kennen van God zijn liefde, genegenheid en
vrede. Liefde en vrede voor en met jezelf, de ander en zelfs voor en met hen die je in den
beginne niet lief kunt hebben, je ‘vijanden’.
De leer van Jezus is ten opzichte van het Oude Testament erg pacifistisch. Hij wil niet dat er
nog uitingen van geweld zijn en ook niet dat men langer verschil maakt tussen de mensen.
In dit opzicht lijkt hij totaal niet op andere schriftgeleerden, priesters en theologen. Die
hielden er een andere, vaak dogmatischer en strakkere leer op na die niet-Joden niet
accepteerden in hun midden en die door niet-Joden ook veelal niet begrepen werd.
Jezus accepteerde de dogma’s niet, erkende de autoriteit van de theologen, schriftgeleerden
en priesters niet en schreef nieuwe regels toe in zijn leer. Hierbij ging alles uit van de liefde
en acceptatie. Dit is terug te vinden in alle evangeliën, waarin Jezus continu bezig is met het
zijn van dienstbaar en liefdevol omgaat met mensen die door anderen gemeden worden
zoals melaatsen, tollenaars en hoeren.
Christendom in de praktijk
In de bijbel staat geschreven dat Jezus de opdracht heeft gegeven om voor onze naasten te
zorgen en hierdoor is dat één van de duidelijkste manieren waarop het christendom beleid
wordt. Veelal in straatwerk en welzijnswerk komt men veel kerkelijke instanties tegen en ook
in de verslavingszorg zijn er meerdere christelijke instanties actief, al hoeft men niet gelovig
te zijn om aan te kloppen voor hulp. Een duidelijk voorbeeld van zo’n instantie is het Leger
des Heils.
Persoonlijke reflectie
Wat ik persoonlijk nog wel één van de mooiste teksten uit zijn mond vindt is ‘Heb uw naasten
lief gelijk uzelf’, Galaten 5:14.
Elkaar liefhebben op gelijk niveau, zonder aanzien des persoons.
De belangrijkste kerkelijke confessies omschrijven echter een andere houding wanneer het
gaat om houden van zichzelf. Van anderen houden is goed. Dat moet gedaan worden en
veelvuldig. Maar zelfliefde wordt gezien als hoogmoedig en dus slecht. Men dient in te zien
dat men zondig is, niet aan zelfliefde te doen en vooral boetedoening te doen en om genade
te vragen. De kerkelijke praktijk bestaat uit de opvoeding, het onderhouden en het bedienen
van een dergelijke gedachtegang en zelfbewustzijn.
Alla Avilova merkt in haar boek ‘Mijn Evangelie’ terecht op dat dit niet klopt. Wanneer men
de tekst in zijn geheel leest en dit tot zich door laat dringen, kan er niet anders
geconcludeerd worden dan dat er gelijkwaardigheid van uitgaat. Men moet immers elkaar
liefhebben op gelijk niveau, zoals men zichzelf ook liefheeft. Hierin wordt egoïsme dus al
buitenspel gezet.
Daarnaast heeft 2000 jaar kerkelijke leer niets uitgehaald tegen de hoogmoed van de
mensen. Noch onder de christenen onderling, noch in de gedraging van christenen
tegenover mensen met andere overtuigingen.
Waarom ik dan toch Galaten aanhaal?
Omdat ik, toen ik zelf de kerk achter mij liet en de christelijke leer zoals daar geleerd vaarwel
zei, ik uiteindelijk de Bijbel en deze tekst vanuit een ander licht ben gaan zien. Ik keek
ernaar met het idee van liefde, wat hetgene was dat mij het meeste was bijgebleven in de
christelijke leer. Jezus is liefde, God is liefde. Dus waarom zou van jezelf houden dan slecht
zijn, als ik ook de opdracht heb gekregen God vooral ook in mijzelf en anderen te zoeken?
God dient dan in ieder mens aanwezig te zijn, in Zijn liefde. En ook dat wordt vaak genoeg
gezegd, in meerdere boeken, in het Oude en het Nieuwe Testament.
Die ene kerk had mij niet veel goed gedaan. Ik heb daar angst ervaren, pijn en afwijzing. Ik
heb daar een tijd gedacht dat datgene wat ik zei zondig was, omdat ik de grenzen opzocht
en op sommige punten tegen de daar heersende kerkelijke leer in ging. Maar wat die ene
kerk van die ene stroming gedaan heeft, neemt niets af aan de boodschap die Jezus had:
Liefde. Liefde voor alles en iedereen.
Nu ik de evangelische verhalen nog eens lees, vanuit een ander en veel menselijker beeld,
krijg ik een andere boodschap door. Een boodschap die vraagt om alles en iedereen met
mededogen tegemoet te treden, zonder oordeel.
Men hoeft niet eens het Goddelijke te erkennen, laat staan de christelijke levenswijze te
volgen om tot de conclusie te komen dat dit een wonderschone boodschap is. De
niet-theïstische lezer dient de Goddelijke verwijzing ietwat te veranderen, wat op zich kan.
-Men zou bijvoorbeeld een verwijzing naar verlichting kunnen gebruiken, of naar liefde.- De
boodschap doet niets aan kracht af en is even bewonderenswaardig. Een boodschap die het
waard is om naar te luisteren, te overdenken en toe te passen in het eigen leven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten