woensdag 24 juni 2020

Waarom ik ga branden deel 10: Ik ben een ketter.

Lieve leukerds en leuke lieverds,

Ik denk dat dit het laatste log wordt in mijn epistels over waarom ik ga branden. Ik kom in ieder geval niet meer op extra redenen. Hooguit op toevoegingen voor al eerder genoemde redenen en uitleg daarbij. En of je nu op nog meer drama zit te wachten... Ik vraag mij dat ten zeerste af.
Daarnaast... Tien geboden, dus tien redenen waarom ik ga branden. Misschien had ik wel bij elke zonde een gebod moeten plaatsen. Of misschien had ik het bij zeven redenen moeten houden en daar de zeven hoofdzonden bij moeten leggen. (Ga ik weer, met die zondige mystiek van mij.)

De tiende reden dat ik Satan's vrouw ga worden, is omdat ik een ketter zou zijn. Misschien zal dit je niet verbazen. Door de afgelopen logs heen toon ik al een dwarsheid en een tegendraadsheid waar niet velen op zitten te wachten. Daarnaast ben ik dan ook nog eens zo tegenstrijdig als het maar kan.

Voor dat kerkje was ketter zijn in ieder geval ook het feit dat ik geen goede vrouw ben. Een goede vrouw is immers onderdanig aan haar man, doet wat haar gezegd wordt en volgt hem in al wat hij wil. Zij laat zich temmen en onderwerpt zich aan zijn wil. (Er staat daar onder andere iets over in Colossenzen.)
Ik ben volgzaam, maar niet onderdanig. Eerder al heb ik uitgelegd hoe ik wat dat betreft werk. Ik verwacht dat er naar me geluisterd wordt. Waarom niet? Waarom zou één persoon steeds de dienst uitmaken en dan op basis van geslacht en niet op basis van capaciteit? Moet je niet juist de diversiteit erkennen en benutten?
Er zullen punten zijn waarin ik klakkeloos volg. Ik ben op sommige punten een typische vrouw. Ik begrijp weinig van techniek. En ik koester die onkunde, ik cultiveer die haast. Wanneer de belastingdienst weer komt vertellen dat het tijd is voor de aangifte, lever ik alle papieren in bij manlief. Ik waag me er niet aan met mijn cijferblindheid. Ik begrijp de taal niet, raak in de war en in paniek. Hoezo vrouw oude stempel?
Ook verwacht ik van geen enkele man dat hij begrijpt hoe een haak- of breipatroon werkt. Daar heb je mij immers voor. Ik maak die trui, niet hij. Ik zal hem niet lastig vallen met informatie daarover.
Ik zie de romantiek in het wassen van de vuile sokken van mijn man. Doe mijn best hem bij te staan in zijn werk. Geef hem ruimte om te studeren, zodat hij verder kan komen. We zijn verhuisd voor zijn werk. En als het moet, doe ik dat weer. Makkelijk wordt dat niet, maar ik doe het.
Maar ik treed in herhaling. Volgens mij had ik dit al eens verteld.
Ik voldoe hierin echter wel aan het standaard 'Stand By Your Man' type. En het beeld van de vrouw bij dat kerkje.

Waarom is het niet goed?
Omdat ik zelf nadenk. Ik stel vragen. En ik verwacht daar een sluitend antwoord op. Voordat er ook maar iets gebeuren gaat, moet alles eerst glashelder. Anders kan hij nog zo graag iets willen, het gebeurt niet.
Ook wil ik uitgedaagd worden. Laat me nadenken. Neem me mee in het pad. Kijk af en toe eens opzij. En niet alleen maar vooruit. Dit is een punt waarop er vaak dingen misgaan. Mannen kijken vooruit, zelden opzij. En met opzij kijken bedoel ik dus dat je kijkt naar wat het hele proces doet met je partner. Hoe staat die erin, gaat het daar wel goed mee.
Ieder heeft zijn eigen pad. En een relatie is altijd nog twee wegen die je parallel aan elkaar wilt laten lopen. Parallel is nog steeds niet over dezelfde weg. De ene weg kan gladjes verlopen, terwijl de weg van de ander vol hobbels en kuilen zit. Dat moet wel gezien worden. Dus kijk geregeld naar opzij.
Maar als ik met deze beeldspraak aankwam, zag ik het verkeerd en niet eens anders. Een vrouw moet volgen. Geen eigen carrière ambiëren, enkel haar man dienen.

Welnu, ik heb nu een tijdje niks te doen en verveel me bijna het graf in. Ik wil bezig gehouden worden. Het feit dat er niets gebeurt zorgt ervoor dat ik tegen allerlei obstakels loop. Ik begin weer depressief te worden, mezelf in een zeer negatief licht te bezien.
Alsjeblieft, geef mij iets om handen. En dan niet een zoethoudertje. Ik wil ergens toe dienen.
Ik ben zo bang om voor niets te hebben geleefd. Ik wil ergens toe hebben bijgedragen. De wereld beter achter laten dan ik haar heb gevonden. Of dat nu is met mijn logs over milieu, mijn gedichten of anderszins. Als het maar bijdraagt aan een betere wereld en milieu.
Al dat schrijf talent dat ik heb. Want ja, ondertussen is me niet alleen vaak genoeg gezegd dat ik schrijven kan, ik ben er zelf nu ook wel redelijk van overtuigd. Al die woorden die uit mij stromen, al jaren lang. En er lijkt niks mee te gebeuren. Alsof het enkel ergens in een hoekje op het internet eindigt, of in een bureau-la. Ik wil er meer mee doen. Ik heb mijn stem gevonden, maar niet de bijpassende muziek. En daar ben ik al jaren naar op zoek.

Ook wil ik gestuurd worden door iemand, maar niet onderworpen of getemd.
Ik ben de eerste die toegeeft dat ik een ongeleid projectiel ben. Met al mijn tegenstrijdigheden en uitstapjes naar allerlei karaktertrekken, is er geen lijn in te vinden. Zelf lukt het mij niet goed overzicht te bewaren. Dat weet ik nu wel, na al die jaren knokken en therapie. Het lijkt me heerlijk om iemand te hebben die daar af en toe wat orde in handhaaft en me tot de orde roept. Even een pas op de plaats. Even een moment van bezinning. Maar hij mag niet zeggen wat ik moet doen en mag.
Tem mij of onderwerp mij en ik zal blijven sluimeren. De onstuimigheid woedt in mijn hart, zal verworden tot haat. Zij zal smeulen en etteren. Tot de dag dat het vuur weder op zal laaien en in uw gezicht uiteen zal spatten, met desastreuze gevolgen.
Stuur mij, leidt mij. Ik zal worden tot een fakkel. Met zacht licht dat zal flakkeren zo u wenst. Een fakkel die u dragen kunt, als lichtend baken in het duister. Samen verlichten wij het Pad naar Huis.

Een ketter ben ik. Om hoe ik Jezus bezie. Dat hij voor mij persoonlijk een inspiratie is, maar niet mijn opstanding. Dat ik accepteer dat een ander dat anders beziet en ervaart.
Dat ik een moslim mijn broeder en zuster noem. Omdat ik wil liefhebben vanuit het liefhebben. Belangeloos, zonder ego. Niet omdat ik daar een goed gevoel van krijg, niet omdat welk religieus boek dan ook mij dat heeft opgedragen. En dus weiger ik te geloven dat er één geloof is dat boven de anderen staat.

Ik ben een ketter, omdat ik naast dat ik een christelijk leven wil gaan leiden, heidense gebruiken aanhang. Zoals het gebruik van kruiden, maar ook symbolen en het vereren van de natuur.
Kijk naar de wereld om je heen. Elke ochtend de prachtigste kleuren bij zonsopgang. De vogels begroeten de opkomst dagelijks in de prachtigste liederen. De aarde bestaat al eeuwen, millennia. (Hoe lang is discussie over, maar daar gaat het nu niet om.) En in al die tijd dat de mens rondloopt is er nog nooit een meteoriet geweest die ons heeft weggevaagd. Wij mogen nog steeds rondlopen en leven.
Ik kan me daarover verwonderen. En denk serieus dat God een soort laborant is, met de aardbol als zeer interessant projectje in een petrischaal. Hoe ketter-waardig is dat?

Ik ben een ketter omdat ik vind dat de regels in de Bijbel onder de loep genomen moeten worden.
Wanneer je tegen slavernij kunt zijn (terecht) en kunt afkeuren dat we elkaar moeten stenigen omdat we kleren dragen van wol en zijde, kunnen we ook ophouden de ltgb-gemeenschap te veroordelen.
Wanneer we auto kunnen rijden om ergens te komen in plaats van met paard en wagen, kunnen we ook de rolverdeling tussen man en vrouw onder de loep nemen.
Wanneer we kunnen beweren christen te zijn en wel werkzaam zijn in het leger, kunnen we ook die moslim lief hebben.
Waarom deze voorbeelden?
Ik neem aan dat ik de slavernij, die in het oude testament nog gewoon was en legaal, niet hoef te verklaren. Slavernij is een gif dat door de eeuwen heen is voorgekomen en waarvan we nog steeds niet vrij zijn. En dat er nog steeds niet wordt beweerd dat slavendrijvers en mensenhandelaren in de hel komen, kan ik niet begrijpen. Dat het überhaupt nog voorkomt in onze tijd vind ik stuitend en ik lig er soms wakker van. En toch laat men het toe. Ik zie nergens christelijke actiegroepen om dit onrecht aan de kaak te stellen.
Wat betreft auto rijden (en vliegen en andere dingen die een aanslag zijn op het milieu). God gaf aan Adam en Eva de opdracht om goed voor de aarde te zorgen. Dat moesten ze met liefde en respect doen. Kijk naar wat voor puinzooi we er met zijn allen van maken, ook mensen die zich christen noemen. Hoeveel christelijke milieu groeperingen zijn er?
Wat betreft het leger en het zijn van christen kan ik ook kort zijn. "Gij zult niet doodslaan". Welke wet was dat ook alweer? Voor zover ik weet is daar geen enkele uitzondering op geschreven.

Deze ketter heeft haar eigen Evangelie. En dat zal zij verkondigen, tot de brandstapel.
Al die heilige boeken zijn subliem. Allemaal geven ze een prachtige wijze van de waarheid weer. Allemaal zijn ze het waardig om na te leven, om ervoor te leven.
Maar dood uit naam van geen enkele. Haat nimmer, met een heilig boek in de hand.
Predik liefde en verdraagzaamheid. Draag dit uit en toon het, in elke daad van uw hand.
Alles wat u doet, doe het met passie, compassie, liefde en medeleven. Uit naam van Jwh, God en Allah, want Zij Zijn Eender.

Ik heb u zo ontzettend lief.

Geheel de Uwe,

Mystic M.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten