Leuke lieverds en lieve leukerds,
Ik ben op en top een vrouw.
Dol op strikjes, lintjes, kantjes, touwtjes en ringetjes op mijn kleding. Ik loop liever in een jurk dan in een broek. Mijn haar wil ik niet kort en ik ben dol op mijn eyeliner, mascara en knalrode lippenstift. Wanneer ik jarratelgordels zie, springt er iets in mij op til. Van bh’s met kant en lijfjes begin ik spontaan te kwijlen. Hijs mij in een corset en ik voel me de meest sexy vrouw van deze melkweg.
Maar winkelen is niet mijn ding. Ik word niet gelukkig in de H&M, Zara, Mango. De maten kloppen nooit. Welke maat ik ook pak, het past nooit. De ene keer pak ik maat 44 en ik pas er niet in, ik ben te dik. De andere keer pak ik maat 40 en ik zwem er in. Het is prettig wonen.
Kledinghokjes –en dan met name de spiegels die erin hangen met dat walgelijke tl-licht- zijn de pest voor mijn zelfbeeld. Ik kom er altijd huilend uit vandaan. Ik voel mij een olifant en net zo aantrekkelijk als een nijlpaard. Mijn toch al niet denderende ego krijgt een deuk die bijna niet te herstellen is. Ik krijg spontaan de neiging om mezelf te gaan troosten met een beker ijs of een grote hamburger. Wat het er natuurlijk niet beter op maakt. Dat weet ik ook wel.
Daarnaast kom ik er bekaaid vanaf wat betreft corsetten en jarratelgordels. Die combinatie gaat maar tot een bepaalde maat. En dat is niet groter dan een E cup. Pas ik dus niet, want ik heb meer. Wederom een reden om huilend te verdwijnen achter een zak friet en een milkshake.
Ik verdenk de fastfood ketens er dan ook van de pashokjes van kledingwinkels te sponsoren. Ze hangen er expres van die lampen in waar je lichaam er zo onvoordelig mogelijk uit lijkt te zien. En dan maakt het niet uit of je maat 42, 52 of 32 hebt. In het licht van een pashokje ben je flets, afgeleefd en lelijk. Het mooiste meisje, dat fris, fruitig en slank is, wordt in zo’n hokje op slag verandert in een lelijke slons.
En de vrouw wil altijd getroost worden, als ze zich niet gelukkig voelt. Wanneer dat niet gedaan wordt door haar partner, of hij/zij slaagt er niet in de vrouw afdoende te troosten, zoekt de dame haar heil in eten. En wat is er nu lekkerder dan een zak dikke patat met een vette klodder mayonaise om je te troosten?
Ga maar eens kijken. Bij de winkels met de meest vreselijke pashokjes is er altijd wel een fastfoodketen in de buurt. Binnen een straal van 100 meter.
Maar goed. Terug naar winkelen. Eens in de zoveel tijd doe ik dat. Want ook ik moet af en toe wat nieuws hebben. Ik pas iets niet meer, of iets is stuk. Dan moet dat nu eenmaal vervangen worden. Of ik dat nu wil of niet.
Zuchtend laat ik me dan verleiden tot het ‘een dagje winkelen’ met iemand. Hopelijk duurt dat niet te lang. Na twee uur is mijn geduld toch echt wel op. Zeker als ik ga winkelen met iemand die verder niet echt een concreet doel heeft. Over het algemeen ga ik de stad in met een doel. Ik wil daarheen, daarheen en daarheen. Die winkel zit in die straat, die winkel in die. Dus als we nou zo en zo lopen, dan hebben we de kortste wandelroute en kunnen we binnen de twee uur weer thuis zijn, of met vrienden wat leuks gaan doen.
Maar tot die tijd moet je de winkels altijd nog in.
Meestal sta ik te zuchten, wanneer ik me in nieuwe kleren heb gehesen en dat pashokje uit kom om in de grote spiegel het resultaat te bekijken. Maar al gauw verandert die zucht in een meewarige glimlach, wanneer ik achter mij de rij wachtende mannen zie, tussen de tassen.
Ze zijn overduidelijk door hun vrouw/vriendin meegesleept. Ze zijn overduidelijk al uren bezig, want ze bewaken al aardig wat tassen. En ze hebben overduidelijk behoefte aan bank hangen voor de voetbal-buis met een goudgele rakker.
Hun misère zit er echter nog niet op. Want vrouwlief heeft weer iets nieuws gevonden, wat ze nog niet heeft en toch ècht MOET hebben. Want de buurvrouw/lieve collega/vrouw van de baas heeft dat ook.
En dan komen de gemene vragen.
'Lijk ik in dit jurkje een beetje op Beyonce Knowles/een andere beroemdheid?'
Partnerlief kan ondertussen niet meer bedenken hoe die meid die genoemd wordt er uitziet, maar in ieder geval in de verste verte niet op zijn vriendin.
'Denk je dat ik in deze jurk mooier zal zijn dan …….?' (Vul op de stippellijn een naam in van een dame.)
Waarschijnlijk kennen de partners haar allebei. De stippellijn dame is mooier dan de dame voor u. En de dame in de jurk voor u, probeert de andere dame overduidelijk de loef af te steken.
Manlief moet knikken en zeggen dat hij eigenlijk wel zeker weet dat de dame voor u er beter uit ziet, frisser en jonger dan de stippellijn dame.
En met stip de meest gevreesde vraag:
'Heb ik een dikke kont in deze broek?'
Het zweet breekt bij de man gelijk uit. Zijn ogen gaan jachtig heen en weer. Op zoek naar een nooduitgang welke er niet is. Wat moet hij nu zeggen? Hij weet dat er een goed antwoord moet zijn. Maar er is ook een verkeerd antwoord. Daar heeft hij zich immers al eerder aan gebrand.
Wanneer hij zegt ‘Mwa, valt wel mee.’ wordt dit uitgelegd als verkeerd. Er komt een pinnig ‘Dus je vindt mijn kont wel dik’ uit de dame. En ze is boos. De zin wordt als feit uitgesproken. En duldt geen tegenspraak meer.
Wanneer hij zegt ‘ja’ heb je de poppen natuurlijk helemaal aan het dansen. Dat is niet het antwoord wat vrouwlief van je verwacht. En per definitie het foutste antwoord dat je kunt geven. Er zijn relaties door op de klippen gelopen.
De man ziet hier maar één juist antwoord. Kneiterhard liegen. Hopelijk komt ze er niet achter. Anders is het later wéér niet goed. Maar voor nu is de rust in ieder geval weder gekeerd.
Dames. Mag ik even een lans breken voor de heren? Wanneer je goed kleding advies wilt, neem dan een vriendin mee. Of zoek weer contact met die ene leuke homoseksuele collega, van drie banen terug. Maar laat je voetbal minnende echtgenoot/vriend lekker thuis. Want hij snapt de wereld van de haute couture niet. En het interesseert hem nog minder. Hij ziet enkel een slangenkuil waar hij alleen maar foute antwoorden kan geven.
Mannen weten niet of jij lijkt op die ene beroemdheid. Die vergelijking trekken ze namelijk niet. Je man ziet een lekker wijf als hij naar jou kijkt. Een meid die hij helemaal niet in kleren wil zien. Laat die zooi maar uit. Hooguit mag je een sexy lingerie setje aan, dat wil hij nog wel zien. Maar die jurk die je voor hem staat te tonen interesseert hem echt niets.
Of je te dik bent weet hij ook niet. Wederom…. Hij ziet alleen maar een lekker wijf.
Wanneer je aan je man moet vragen of je kont dik lijkt in deze broek, weet je het eigenlijk al. Het harde, eerlijke antwoord is JA. Je kont lijkt immers niet dik, dat is hij. Die broek verhult het echter niet. Niet boos worden op je kerel, het is zijn schuld niet.
Maarruh…
Nieuwsflits! Ik heb me laten vertellen dat de meeste mannen wel houden van een vrouw met een beetje bumper. Zowel aan de voorkant als de achterkant. Een wat dikker achterwerk is rond, zacht, aaibaar.
Mocht je niet blij zijn met dit harde en eerlijke antwoord... Ga naar de sportschool, ga op dieet of ren 20 rondjes door het park iedere dag. Wat jij wilt, maar doe er wat aan.
Reageer je frustraties niet af op je partner. Hij kan er ook niets aan doen. Hij wil alleen maar dat jij gelukkig bent. (En als je hem echt lang mee sleept de winkels door wil hij alleen maar naar huis, of de kroeg. In ieder geval naar daar waar er voetbal op tv is.)
Mocht hij, om wat voor reden dan ook, weten dat jij te dik bent, dan heeft hij zich erbij neergelegd. Anders zegt hij er wel wat van. Of hij reageert heel enthousiast als jij begint te hinten over de sportschool. Dan komt hij echt wel binnen drie dagen met informatie over een te gek schema op de proppen. Hij heeft dan namelijk een manier gezien om je te helpen zonder te kwetsen. En dat is alles wat hij wil. Problemen oplossen zit nu eenmaal in de aard van mannen. Maar uit zichzelf zal hij er echt niet zoveel om geven, wanneer jij maar niet de proporties van een nijlpaard aanneemt en nog genoeg presteert tussen de lakens.
Dus laat je man verder met rust, winkel lekker verder en laat hem spelen met zijn mobieltje. Hij geniet enkel van die reet van jou.
Bij mij zal een partner die angsten niet uit hoeven te staan. Ik weet dat ik een dikke reet heb. Altijd al gehad. Ik heb geprobeerd er wat aan te doen door in de sportschool speciale oefeningen uit te voeren. Er ging overal en nergens vet weg (waar je me dus niet over hoorde klagen) maar die bips bleef die bips. Ik heb me erbij neergelegd.
Ik heb ook met mezelf afgesproken dat een winkelsessie niet langer mag duren dan twee uur. Daarna houdt het op. Of ik nu geslaagd ben in het vinden van die jurk of niet. Gelukkig heb ik een winkel gevonden waar ze én jurkjes én schoenen én jassen én tassen verkopen die ik geweldig vind. Binnen een uur succes gegarandeerd. Wel oppassen, want ik geef daar makkelijk te veel geld uit. (Op dat punt ben ik dan ook weet echt een vrouw. Sorry.)
Maar na maximaal twee uur is het welletjes. Zie je die stoel daar aan het tafeltje in dat café? Ja? Mooi. Die stoel heeft een date. Met mijn Glutus Maximus. Het zit me wel gesneden. Ik ga een koffie doen. Of nee, wacht eens. Doe mij maar een lekker speciaal biertje. Want die dikke reet van mij moet wel onderhouden worden. Zullen we er een bittergarnituur of worst en kaas plankje bij doen?
Geheel de uwe,
Mystic M.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten