vrijdag 27 november 2020

Weer een illusie armer over de liefde.

Lieve leukerds, leuke lieverds,

'Ik ben eerst met jou bezig, maar zodra ik in je zit, neemt mijn instinct het over.'
Zoiets was het. Zoiets zei hij.
Ik weet niet eens meer wat het exact was. Het was in ieder geval naar aanleiding van gisteravond.
Ik was weer naar de wax-salon geweest. Ergo: een super glad huidje waar geen haartje op te bespeuren is. Daar schijnen mannen nog steeds een fascinatie mee en een obsessie voor te hebben. Die van mij in ieder geval wel, dus hij wilde aandacht. Al lagen we eerst over de meest uiteenlopende dingen wat te kletsen. (Ik ga altijd ratelen, om de zenuwen eruit te krijgen. De spanning van de laatste dagen zit nog steeds in mijn systeem.) Onder andere over mijn frustratie dat mensen mijn grenzen niet lijken te snappen of respecteren.
Uiteindelijk vroeg ik hem waarom hij het lampje aan had gelaten. Hij wilde aandacht.
Voor mezelf had ik na de uitbarstingen en frustraties van de laatste tijd even besloten dat het klaar is met mijn initiatief. Niet alleen omdat ik te vaak teleurgesteld word, maar ook omdat ik het idee krijg dat het niet gewaardeerd wordt en dat het alleen maar luiheid in de hand speelt. Dus leg ik de bal voorlopig even bij hem. Ik voel me de laatste tijd toch al niet super sexy meer, met al dat gekijf, gescheld en geschreeuw.
Omdat ik me nog steeds niet helemaal op mijn gemak voel, weigerde ik hem niet, maar liet ik alles uit hem komen. Hij leidt, hij doet, hij geeft aan. En uiteindelijk was hij bezig om mij te stimuleren. Niet zoals hij wilde. Het ontspande, dat is goed. Maar ik viel dus in slaap.
Oeps?
Geen idee eigenlijk. Ergens is het misschien wel goed. Dat hij aangaf vanmorgen dat dit gebeurd was, was er een stemmetje in mij dat heel zelfingenomen een tirade afstak over een koekje van eigen deeg. Of dat helemaal eerlijk is, geen idee. Het stemmetje was er en ik heb het niet hardop gezegd.
Hij zei het leuk te vinden dat ik ontspande, maar dat het niet zo de bedoeling was. Hij wilde iets anders bereiken. Hij wilde met me naar bed.
En dat was dat er ergens in mij iets knakte. Ik heb blijkbaar iets heel anders nodig dan hij. Dan elke man. Er zit in mijn systeem iets fundamenteel anders dan dat van de man. Ik denk dat wat ik heb voor heel wat vrouwen geldt, maar daar heb ik helaas geen ervaring mee. Ik heb wel met meerdere mannen de lakens gedeeld en kom bij elk manspersoon hetzelfde tegen.
Zodra de man in de vrouw zit, neemt zijn instinct het over. Hij raakt het oog kwijt voor het genot van de vrouw, gaat op in de cadans van het spel en uiteindelijk zijn het enkel hormonen en oerdrift en wat er met mij gebeurt is dan niet meer belangrijk.
Nu ja. Vast wel belangrijk, maar hij raakt het gewoon kwijt. En op dat punt is hij een man, net als elke andere.
Het is niet iets wat ik hem echt kan aanrekenen. Hij hoeft zich er niet voor te schamen, of te verontschuldigen. Ik denk niet dat hij het expres doet. Het is gewoon een vaststaand feit. En waar het voor mij volledig misgaat.
Want weet je wat het is, dat voorspel is voor mij exact hetzelfde als dat het voor hem is... Het voorspel. Ik kom er ver mee. Het warmt op, brengt bijna aan de kook. Ik kan er zelfs door kermen en kreunen, gaan lispelen en spartelen. Maar het is niet de fysieke ontlading waar je zo koortsachtig van wordt als bij een orgasme. Het is niet verdrinken in de golven van genot, dat elke vezel van je lijf overweldigd. Dat krijg ik enkel wanneer ik op de juiste manier gestimuleerd word. En daar heb ik net zo hard 'coïtus' voor nodig als hij.
Alleen zit er voor mij nog een heel mentaal plaatje aan vast. Ik wikkel niet alleen mijn lijf om het zijne. Ik kus niet alleen zijn nek. Ik probeer mijn ziel om de zijne te vouwen, mijn geest in die van hem te laten versmelten. Ik zoek een vorm van mentale toenadering in de akte van seks. Want om enkel een warme knuffel gaat het mij op dat moment niet. Een knuffel kan ik ook halen bij vrienden of familie. Daarom is hij mijn man, omdat ik hem in mijn ziel en geest wil stoppen. Omdat ik met hem een verbintenis zoek en nodig heb die nergens anders vinden kan.
Maar zo werkt het niet voor mannen. Een geestelijke verbintenis krijgen zij met hun maten in het spelen van een potje voetbal, wanneer het testosteron je om de oren vliegt. Ze krijgen het wanneer ze winnen in die ene competitie. Maar wanneer ze seks hebben, neemt de oerdrift het over en gaat het altijd enkel om het doorgeven van de genen, niet direct om de vrouw die ze doen.
De vrouw bedrijft de liefde, de man heeft seks.
En dat is waar ik breek. Waar ik elke keer brak. Want ik neem niet, zoals een man neemt. Ik geef, vergeet mezelf in het spel van lust en liefde. Ik golf mezelf om hem heen en word enkel een gevende stroming. Ik geef alles en volledig, in de hoop dat ik ook terugkrijg wat uiteindelijk resulteert in een orgasme. Maar op dat moment is de man het oog voor de vrouw al kwijt. Zijn oerinstinct heeft het stuur al overgenomen en is niet meer bezig met wat er met haar gebeurt. Of liever gezegd, wat er met mij gebeurt.
Ik raak uiteindelijk de draad kwijt, ik verlies mijn connectie met hem. En dus uiteindelijk ook de golf die mij naar hoger sferen zou moeten brengen.
Ik heb lief in een bramenstruik. Ik geef en blijf geven, zonder terug te krijgen. Om te krijgen wat ik wil -dat orgasme- zou ik egoïstischer moeten zijn. Hem op de één of andere manier moeten sturen of eigenwijs zelf het stuur over moeten nemen, maar dat zit niet in mijn aard. Ik heb een aard van geven en nog meer geven. Net zo lang tot ik leeg ben en echt niet verder meer kan. En ik blijf gedesillusioneerd achter, na de kreun die zijn orgasme inhoudt.
Ik zou misschien kunnen tieren en schelden. Maar zin heeft dat niet. Het maakt de sfeer er niet beter op, het helpt niet. En ik zal er ook nooit mee krijgen wat ik wil.

Moet ik mij berusten in mijn lot? Ik geef nu eenmaal. Ik heb geen nemende aard. Ik zou het kunnen proberen, maar ik heb dat al eens gedaan. En ik weet dat, naast het feit dat dit echt super nep over komt voor beide partijen, mij dit even ongelukkig maakt als wanneer ik enkel geef met elke vezel die ik heb.

Ik zou zo graag willen dat man en vrouw hier ergens dichter bij elkaar zouden kunnen komen. Ik wil golven en verdrinken, kabbelen en opgaan. Ik wil het uitschreeuwen van genot, tot mijn longen leeg van lucht en stembanden hees en rauw zijn.
Maar dat zit er vrees ik gewoon niet in.





Geheel de Uwe,

Mystic M.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten